In 2021 werd de Verzamelwet SZW 2022 aangenomen. Onderdeel hiervan is de herziening van de individuele studietoeslag in de Participatiewet. De individuele studietoeslag is een aanvulling van het inkomen voor studenten die door een medische beperking niet in staat zijn om naast hun studie bij te verdienen. De herziening van de individuele studietoeslag is op 1 april 2022 ingegaan. De regeling heet nu officieel studietoeslag i.p.v. individuele studietoeslag.
De belangrijkste wijzigingen op een rijtje
- De studietoeslag is geen bijzondere bijstand meer, maar een zelfstandige uitkering.
- De studietoeslag kent geen vermogenstoets meer.
- De minimale hoogte van de studietoeslag is per 1 april 2022 landelijk vastgelegd. Gemeenten mogen alleen nog een hogere toeslag vaststellen dan deze grens. Als er al voor 2022 een hoger bedrag is toegekend aan een inwoner, dan behoudt de inwoner recht op het hogere bedrag voor de duur van de toekenning. Als er een lager bedrag is toegekend, dan dient deze toekenning aangepast te worden naar de landelijke bedragen.
In de tabel onderaan de hoogte van de studietoeslag per leeftijdscategorie. - De hoogte van de vrijlating van de stagevergoeding is landelijk geharmoniseerd. De stagevergoeding wordt tot 180 euro netto per maand vrijgelaten. Ook hier mogen gemeenten niet vanaf wijken.
- De studietoeslag kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd. De terugwerkende kracht kan nooit verder gaan dan 1 april 2022 en heeft een verjaringstermijn van 5 jaar.
Meer informatie is te vinden in de Handreiking Studietoeslag van Divosa.
Netto minimumbedragen studietoeslag per leeftijdscategorie per maand |
Leeftijd in jaren |
Verhouding jeugd WML t.o.v. regulier WML in % |
Netto bedragen studietoeslag per maand in € |
21 en ouder | 100 | 300 |
20 | 80 | 240 |
19 | 60 | 180 |
18 | 50 | 150 |
17 | 39,5 | 118,50 |
16 | 34,5 | 103,50 |
15 | 30 | 90 |