Voor mensen met problematische schulden maken de incassokosten de schuldenlast alleen maar groter. Door de beperkte afloscapaciteit brengen de incassokosten een betaling van de schuld niet dichterbij.
De regering is zich hiervan bewust en wil met de Rijksincassovisie het probleem aanpakken. Een van de doelen van de Rijksincassovisie is het voorkomen van onnodige schuldenoploop. Een van de voorgestelde acties is realisatie van vereenvoudiging van de beslagvrije voet. Als de beslagvrije voet correct is vastgesteld kunnen schuldeisers beter inschatten of het doorzetten van hun incassomaatregelen zinvol is.
Is dit inderdaad een oplossing? In het rapport Een onbemind probleem lees ik: ‘De incassoapparaten van publiekrechtelijke crediteuren op verschillende niveaus zijn nu gewend aan het bijna eindeloos voortzeulen met vorderingen, ook als het kennelijk gaat om het tevergeefs plukken van kale kippen. Het lijkt verstandig, dat iedere publiekrechtelijke crediteur een beleidslijn vaststelt om op gepaste wijze tijdig oninbare vorderingen af te schrijven. Voor het Rijk is dit thans niet het geval. Dit zou de incassoapparaten aanzienlijk ontlasten.’ De Nationale ombudsman pleit voor maatregelen die snel te nemen zijn: afschaffing van de ‘krankzinnige bestuurlijke boetes’, griffiekosten en incassokosten.
Aan de kant van privaatrechtelijke schulden en incassotrajecten roert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zich. De AFM maakt zich sterk voor een duurzaam financieel welzijn van consumenten en richt zich hierbij op de meest kwetsbare klantgroepen. Consumenten met (problematische) schulden zijn hiervan een voorbeeld. De AFM heeft een leidraad opgesteld met aanbevelingen hoe kredietgevers om moeten gaan met deze kwetsbare consumenten. Betalingsachterstanden leiden tot hogere kosten en niet tot een oplossing van de betalingsproblemen.
Er gelden belangrijke voorwaarden om tot een goede oplossing bij betalingsachterstand te komen.
Klanten die graag aan hun betalingsverplichtingen voldoen en emotioneel moeite hebben met achterstanden, kunnen onrealistisch zijn over de bestedingsruimte die ze denken te hebben. De kredietaanbieder moet daarom het gesprek met de klant aangaan en doorvragen om meer inzicht te krijgen in de situatie van de consument. Pas als een kredietaanbieder voldoende inzicht heeft, kan een goede oplossing worden bepaald. De kredietaanbieder moet ervoor zorgen dat de consument voldoende middelen overhoudt om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Het opzeggen van de krediet is meestal geen oplossing. Als de consument de rente of aflossingsverplichtingen al niet kon betalen, kan hij zeker niet de gehele schuld, plus rente en eventuele boetes in één keer aflossen. Dit brengt de consument alleen maar verder in de problemen.