Een kind van 14 jaar is rolstoel gebonden. Voor korte afstanden beweegt hij zijn rolstoel zelf door te hoepelen. Maar voor lange afstanden is dat te zwaar en wordt hij geduwd. Hij gaat naar de middelbare school en wordt door zijn ouders gebracht met de auto. Zijn ouders willen nu graag een opvouwbare scootmobiel voor hem zodat hij deze op school kan gebruiken. Deze kan mee in de auto en het kind hoeft dan op school niet meer te hoepelen omdat dit te zwaar voor hem is. Valt een scootmobiel onder de Wmo of is school verantwoordelijk?
Bij Wmo meldingen valt of staat het vinden van een goede oplossing bij een goed onderzoek. In gesprek dus met ouders en kind. In eerste instantie moeten we erachter komen wat hier nu precies het probleem is. We hebben een jongen die moeite heeft met het hoepelen in zijn rolstoel over langere afstanden. Voor het gemak ga ik er voor nu vanuit dat dit probleem medisch is onderbouwd. Want als dat niet het geval is, kan een medisch advies zinvol zijn. Hoe komt het dat de jongen niet kan hoepelen en is dit blijvend? Is hij trainbaar zodat hij wél kan hoepelen over langere afstanden, et cetera.Raadpleeg dan onze juridische kennisbank Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Neem dan contact met ons op.
Wat je vaak ziet, is dat de cliënt al een oplossing in gedachten heeft. De Wmo is er om die oplossing te verstrekken. Zo werkt het lang niet altijd. We moeten eerst het probleem analyseren. Vervolgens bekijken we verschillende oplossingen en kiezen voor die oplossing die passend en goedkoop is. Heel flauw, maar het gaat per slot van rekening om belastinggeld. Hier is het probleem dat de jongen in kwestie een mobiliteitsprobleem heeft. Hij kan in en om zijn huis uit de voeten met zijn Wmo rolstoel maar daarbuiten niet. Hoe dit op te lossen?
Het probleem van de mobiliteit roept vervolgvragen op. Men concentreert zich nu op het verplaatsen op school. Maar hoe verplaatst cliënt zich op andere plaatsten? Hij wordt meestal geduwd. Heel zelfredzaam is dat niet. Logisch dat men op zoek is naar een manier waarop de jongen wat meer zelfstandig wordt en kan meedoen. Het vervoer over wat grotere afstanden worden blijkbaar met de ouders afgelegd in de eigen auto. Er lijkt geen sprake te zijn van een aangepaste auto dus we kunnen ervan uitgaan dat cliënt in staat is tot het maken van transfers van de rolstoel naar de auto en vice versa. Dat is zinvol om te weten voor een oplossing voor het verdere verplaatsen. De vraag is ook waarom de ouders hun zoon naar school brengen. Dit is ook relevant voor eventuele oplossingen.
In het zoeken naar oplossingen, kijken we volgens de wet altijd naar de eigen kracht en oplossingen vanuit het netwerk. Als er geen oplossingen mogelijk zijn vanuit de ouders en het netwerk gaan we verder kijken. Om als eerste in te gaan op het vraagstuk wie verantwoordelijk is voor de oplossing het volgende: zolang de jongeman op de middelbare school zit, zal de Wmo aan zet zijn. Voor studenten van mbo, hbo of universiteit kan soms een beroep worden gedaan op het UWV. Bij deze knul dus niet. Voor het vervoer van en naar school kan een beroep worden gedaan op leerlingenvervoer (gemeente). Die kunnen ook cliënten in rolstoelen vervoeren. Nu doen de ouders dit maar dat is niet persé noodzakelijk. Voor het verplaatsen op school kijken we naar de verschillende oplossingen. Doel is dat cliënt zelfstandig kan rijden naar zijn leslokalen zonder hulp van derden. Transfers kan hij maken dus als hij bij het lokaal is, kan hij de overstap maken naar zijn zitplaats. Omdat hij dus niet actief kan hoepelen en daarmee blijkbaar een beperkte armfunctie en beperkte spierkracht heeft, is elektrisch rijden aan de orde.
Nu zijn er verschillende mogelijkheden om elektrisch te rijden zonder direct over te stappen op een elektrische rolstoel. Denk hierbij aan elektrische hulpmotoren die op vrijwel iedere handbewogen rolstoel kunnen worden gebouwd. Nadeel hiervan zijn de kosten. Een hulpmotor is kostbaar. Je zit soms wel aan de € 5000. Het voordeel: het is aan en afkoppelbaar en daarmee dus meeneembaar. Dat is fijn als de ouders cliënt met de auto vervoeren.
Een andere elektrische oplossing is een elektrische rolstoel, maar dat is wellicht wat drastisch en heeft twee belangrijke nadelen: hij is duur en moeilijk meeneembaar. Tenzij cliënt in een rolstoelbus reist en dat is hier niet het geval.
Een scootmobiel is ook een manier van elektrisch rijden. Je hebt ze in verschillende soorten en maten. De ouders van cliënt denken aan een opvouwbare. Nu zijn wij daar, als ergonomisch adviseurs, niet gek op. Het zijn prima middelen voor vervoer over effen terrein maar zodra je ermee buiten gaat rijden, wordt hij al snel instabiel. Bij cliënt is het de vraag of hij er alleen binnen mee gaat rijden op school. Dat is iets om uit te vragen. Pubers willen over het algemeen ook verder rijden en met leeftijdsgenoten optrekken en dan blijft het niet bij binnen rijden. Voordeel van een dergelijke scootmobiel is de prijs, de meeneembaarheid en de afmeting. Met een kleine scootmobiel zal cliënt goed kunnen manoeuvreren in het klaslokaal.
De vaste scootmobiel kan ook oplossing bieden. Een bijkomend voordeel op het vlak van de zelfredzaamheid is dat cliënt er niet alleen mee op school kan rijden, maar ook van en naar school kan rijden, zoals andere kinderen met de fiets doen. In de school zelf is het zaak uit te zoeken of de gangen breed genoeg zijn en of de scootmobiel qua brandveiligheid mag worden gestald in de gangen.
In het geval van cliënt is de Wmo verantwoordelijk voor de oplossing. Elektrisch rijden is de beste oplossing. Samen met cliënt en de ouders moet gekeken worden naar de best passende oplossing binnen het arsenaal van mogelijkheden. En mochten ouders zich vast blijven houden aan de door hun gekozen oplossing kan een PGB nog oplossing bieden. Men koopt de gewenste voorziening zelf en is vervolgens de komende jaren verantwoordelijk voor onderhoud en reparatie. In dat geval is het slim om in de beschikking vast te leggen dat zij zich gedurende een x aantal jaren niet kunnen melden voor hetzelfde probleem.
Zoals bij iedere situatie in de Wmo blijkt het te gaan om individueel onderzoek. En dat levert een passende oplossing. Al dan niet met een maatwerkvoorziening.