Saneringskrediet of toch niet..?

Hoe komt het dat er toch nog regelmatig wordt gegrepen naar de oude vertrouwde schuldbemiddeling terwijl het uitgangspunt dat de brancheorganisatie samen met de VNG en de schuldeisers heeft geformuleerd is dat een saneringskrediet de voorkeur heeft? Het saneringskrediet levert tenslotte tijdsbesparing, duidelijkheid, schuldenrust en meer ruimte voor begeleiding op.
Armoede

Een van de elementen van de Basisdienstverlening schuldhulp, is het bieden van een standaard saneringskrediet met aflostermijn van 18 maanden. Toch wordt er nog vaak gekozen voor een schuldbemiddelingsregeling. Uit de Divosa benchmark Armoede & Schulden van Divosa, BMC en Stimulansz blijkt dat alleen bij de grote steden een stijgende lijn te zien is bij het percentage klanten met een saneringskrediet ten opzichte van het totale klantenbestand.

Waarom niet?

Het uitgangspunt van de bestuurlijke afspraken die door de NVVK, VNG het ministerie van SZW en de schuldeisers zijn gemaakt, is dat er eigenlijk maar één situatie is waarbij je niet kiest voor een saneringskrediet: Als er een aanzienlijke verandering van de afloscapaciteit te verwachten is. Een aanzienlijke verandering binnen 18 maanden is in veel situaties niet te verwachten. En daarnaast levert een stijging van het inkomen niet meteen meer afloscapaciteit op, omdat inkomensondersteunende maatregelen dan kunnen wegvallen of verlagen. Mocht de inwoner het krediet niet meer kunnen aflossen door een onvoorziene verlaging van de afloscapaciteit, dan is dat risico voor gemeenten die zijn aangesloten bij het Waarborgfonds gedekt. Weinig situaties waarin je als hulpverlener niet zou kiezen voor een saneringskrediet dus. Maar misschien heb jij wel een casus waarbij je het gevoel hebt dat een inwoner meer aangehaakt blijft als er sprake is van een schuldbemiddeling met hercontroles. Of misschien voelt het voor jou oneerlijk wanneer iemand parttime werkt en met een saneringskrediet direct van alle schuldeisers af is.

Een dilemma vanuit de praktijk

Ik herken de dilemma’s waar je als schuldhulpverlener mee te maken krijgt vanuit de praktijk. In de situatie die ik graag met jullie wil delen, heb ik destijds het besluit genomen om een schuldbemiddeling te starten voor de betreffende inwoners.
Had de keuze voor een saneringskrediet misschien meer bijgedragen aan de gewenste effecten die we als gemeente samen met de inwoner wilden bereiken? Heb ik achteraf gezien de menselijke maat toegepast en voldoende rekening gehouden met de opstapelende stress waar de inwoner mee te maken had?

Al jaren waren er problematische schulden in het gezin, bestaande uit vader, moeder en twee jonge kinderen. De eerste schulden waren ooit ontstaan toen vader na een bedrijfsongeval in de ziektewet terecht was gekomen. Naast rugklachten ontstonden er ook financiële problemen door een terugval in inkomsten. Moeder had in haar jeugd veel meegemaakt en door haar psychische gesteldheid nooit betaald werk gehad. Eerder hadden zij geprobeerd om de schulden op te lossen door te lenen van familie en door zelf regelingen te treffen met de schuldeisers, maar het werd van kwaad tot erger.

Via de betrokken jeugdconsulent kwamen zij in contact met de afdeling schuldhulp en er werd een schuldhulpverleningstraject opgestart. Vader was een aantal jaar na het ongeval weer goedgekeurd voor werk en er was dus geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Naar eigen zeggen kon hij echter niet meer dan twee dagen per week werken. Fysiek niet, maar ook de situatie van zijn vrouw maakte dat hij thuis hard nodig was om voor de kinderen te zorgen.

 

Een bedrijf in de buurt bood hem parttime werk wat goed vol te houden was. Ter aanvulling op dit inkomen ontving het echtpaar al twee jaar een uitkering uit de participatiewet. De re-integratie consulent gaf aan dat het gezin in eerste instantie ruimte had gekregen om de boel op de rit te krijgen gezien de lastige thuissituatie, maar na een jaar werd er toch ingezet op uitstroom uit de uitkering. Uit het onderzoek van een arbeidsdeskundige, bleek dat vader volledige belastbaar was voor werk. Voor moeder gold een verminderde belastbaarheid gezien haar psychische gesteldheid, maar onafhankelijk worden van een uitkering moest mogelijk zijn.

Na een moeizame stabilisatieperiode (ontbrekende stukken, nieuwe schulden, niet voldoen aan de inspanningsplicht) werd met hulp van een bewindvoerder de volgende stap genomen; een schuldregeling. De keuze werd door mij snel gemaakt. Ik koos hier voor een schuldbemiddeling en niet voor een saneringskrediet. Er waren immers mogelijkheden om meer te gaan werken! Alle schuldeisers gingen akkoord met het prognosevoorstel, en ik plande de heronderzoeken in.

De jeugdconsulent gaf aan dat de stress van de sollicitatieplicht en de heronderzoeken voor meer spanningen in het gezin zorgde en dat dit zijn weerslag leek te hebben op het gedrag van de kinderen. De strenge controles op de sollicitatieplicht deden de relatie tussen mij en de inwoners ook geen goed. Maar gelukkig, na 18 maanden werd eindelijk de laatste uitdeling gedaan. De regeling was geslaagd en het gezin kon verder met een schone lei. De bewindvoerder bleef voorlopig nog betrokken en vanuit de Participatiewet zou de weg naar betaalde arbeid verder worden vervolgd.

Twee maanden later was vader volledig aan het werk! 40 uur per week zonder problemen…
Het frustreerde mij dat er pas bereidheid leek te zijn om meer uren te gaan werken toen de schulden waren opgelost. Ik had gedurende het traject juist steeds gehamerd op de plicht om zoveel als mogelijk af te lossen aan de schuldeisers. Waarom was meer werken eerder niet mogelijk?

Als ik nu met meer afstand en wat objectiever naar de situatie kijk, vraag ik me af of ik voor de meest passende oplossing heb gekozen. Heb ik voldoende oog gehad voor het feit dat het misschien voor dit gezin pas veilig en haalbaar voelde om hun situatie te veranderen toen de schulden geen bedreiging meer vormden? Had het toepassen van de omgekeerde toets hier tot een ander besluit geleid? Als ik was gestart met het formuleren van de gewenste effecten die ik samen met de inwoner had willen bereiken, had ik kunnen onderbouwen dat deze effecten eerder met het inzetten van een saneringskrediet bereikt zouden kunnen worden dan met een schuldbemiddeling.

Was er veel meer afloscapaciteit geweest als meneer meteen meer was gaan werken maar er door een stijging van het inkomen regelingen en toeslagen zouden wegvallen? En had ik überhaupt kunnen verwachten dat meneer meer zou gaan werken zolang de stress van de schulden en de complexe gezinssituatie nog niet was weggenomen?

Met een saneringskrediet hadden de schuldeisers direct duidelijkheid gehad, had mijn relatie met het gezin zich kunnen richten op het versterken van de competenties die nodig zijn voor financiële redzaamheid en was uitstroom uit de uitkering waarschijnlijk eerder mogelijk geweest.

Herkenbaar

Misschien herken je iets in mijn oorspronkelijke afweging en mijn persoonlijke frustraties en hopelijk inspireer ik je om anders te kijken zoals ik dat in deze situatie pas achteraf heb gedaan.

Om gemeenten en schuldhulpverleners te stimuleren om vaker te kiezen voor het saneringskrediet heeft de NVVK samen met het waarborgfonds een keuzehulp gemaakt. Hierin is ook aandacht voor de  persoonlijke waarden die je mogelijk in de weg zitten bij jouw afweging. Wil je met je hele team aan de slag om gezamenlijk tot een goede werkwijze te komen, neem dan contact op om de mogelijkheden voor een incompany training te bespreken.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Jaqueline Clemens helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Saneringskrediet of toch niet..?

Hoe komt het dat er toch nog regelmatig wordt gegrepen naar de oude vertrouwde schuldbemiddeling terwijl het uitgangspunt dat de brancheorganisatie samen met de VNG en de schuldeisers heeft geformuleerd is dat een saneringskrediet de voorkeur heeft? Het saneringskrediet levert tenslotte tijdsbesparing, duidelijkheid, schuldenrust en meer ruimte voor begeleiding op.

Wat is de invloed van een ontvangen dwangsom op de bijstandsuitkering?

Lees nu alles wat u echt moet weten over de invloed van een ontvangen dwangsom op de bijstandsuitkering.

Meedoen als medicijn

Het is cruciaal dat iedereen de mogelijkheid krijgt om actief deel te nemen aan de samenleving. Dat draagt via meerdere manieren bij aan welbevinden. Denk aan werk, dat bij kan dragen aan een betere geestelijke en lichamelijke gezondheid. Denk aan waardevolle contacten en het gevoel dat je van toegevoegde waarde bent. Meedoen versterkt de persoonlijke zelfwaardering en zelfstandigheid, het welbevinden en het bevordert ook de sociale cohesie en vermindert eenzaamheid. Meedoen is essentieel voor een inclusieve samenleving, waarin iedereen zich erkend en gewaardeerd voelt. Maar hoe doe je dit?