PGB-fraude in de Wmo: Wat kunnen we leren van de wlz?

hero afbeelding PGB-fraude in de Wmo: Wat kunnen we leren van de wlz?
24 juli 2017

Door Wim Peters

In de Wmo heeft het pgb voor het eerst een officiële plek gekregen. De ervaring met het pgb en met fraude met het pgb is binnen de Wet langdurige zorg (ex AWBZ) dus aanzienlijk groter dan binnen de Wmo. Het is daarom goed om eens in de Wlz te kijken of wij daar dingen van kunnen leren.

Wat is extra geregeld in de Wlz?

Wie goed naar de regelgeving over het pgb in de Wmo 2015 en de Wlz kijkt, ziet dat de beide wetten behoorlijk op elkaar zijn afgestemd. Sommige bepalingen zijn letterlijk dezelfde. Dat heeft grote voordelen, bijvoorbeeld voor de uitvoering van de betalingen van het pgb door de SVB. Maar er zijn ook verschillen. Allereerst kent de Wlz een bepaling die stelt dat de verzekerde op eigen kracht de zorgaanbieder of mantelzorgers aan moet kunnen sturen en in staat moet zijn de diverse werkzaamheden op elkaar af te stemmen, zodat het leidt tot verantwoorde zorg. Het tweede punt in de Wlz stelt dat er geen pgb wordt verstrekt als de vertegenwoordiger van de verzekerde niet voldoet aan de bij Algemene maatregel van bestuur (AMvB) gestelde eisen.
De Regeling langdurige zorg kent ook nog een aanvullend punt. Dat bepaalt dat de verzekerde die met het pgb zorg bij naasten wil inkopen, dat pgb niet mag besteden aan een huisgenoot, partner of ouder die feitelijk gebruikelijke zorg moet verlenen, maar daartoe niet in staat is wegens overbelasting of dreigende overbelasting. Wat betekenen deze bepalingen voor de uitvoering van het pgb in de Wmo?

1. Het aansturen van zorgaanbieders en mantelzorgers

De kernwaarde van een pgb is dat een cliënt met dat pgb zijn eigen regie kan voeren. Dit artikel uit de Wlz sluit daar direct bij aan. Want het betekent allereerst dat je in de dagelijkse praktijk in staat bent de zorg van diverse zorgverleners op elkaar af te stemmen. Zodat er geen overlap in taken ontstaat (want dat is niet doelmatig), maar er ook geen gaten vallen (want dat gaat ten koste van de kwaliteit). Wie zijn eigen regie kan voeren is in staat om de zorg af te stemmen. Wie dat niet kan laat alles maar aan de zorgaanbieders en mantelzorgers over. Dit kan leiden tot kwaliteitsverlies of verspilling.
Dit punt zegt ook iets over wie de aansturing zou moeten doen. Het is niet gewenst dat een zorgaanbieder dit doet. Dit is immers de werknemer en je moet de werknemer geen werkgeversrollen geven. Dat geeft rolverstrengeling. Dat geldt net zo goed voor mantelzorgers. Als je die de regie geeft over de andere zorgverleners en mantelzorgers, kan dat ook tot rolverstrengeling leiden. Dit betekent niet dat een pgb dan nooit mogelijk is. Nee, het betekent dat je goed zult moeten onderzoeker of de zorgverlener of mantelzorger kan aansturen. En als dat niet zo is heb je argumenten om de aanvraag af te wijzen.

2. Vertegenwoordigers moeten voldoen aan eisen

De Wlz heeft ook bepaald dat vertegenwoordigers moeten voldoen aan bij AMvB bepaalde eisen. Die eisen zijn nog niet geformuleerd, althans, ik kan ze niet vinden. Maar het is helemaal niet zo gek om ook als gemeente hierover na te denken. Wanneer vinden we dat iemand een ander goed kan vertegenwoordigen als het gaat om de uitvoering van het pgb? Een paar zaken zijn direct duidelijk: om zorgverleners en mantelzorgers aan te sturen moet iemand wel in de buurt zijn. En hij/zij moet niet zelf een zorgverlener zijn, tenzij… (zie vorige punt). En zo zijn er nog meer punten. Over deze punten nadenken en ze vastleggen in de verordening (met een goede verantwoording in de toelichting), helpt om het pgb-beleid helder te maken.

3. Gebruikelijke zorg en overbelasting

Het laatste punt is de regel dat de verzekerde het pgb niet mag besteden aan zorg door een huisgenoot, partner of ouder die feitelijk de gebruikelijke zorg moet verlenen, maar daartoe niet in staat is wegens (dreigende) overbelasting. Dit is een belangrijke regel. In het verleden mochten we hier als het voorkwam, op basis van uitspraken van de Centrale Raad niets aan doen. Nu dit in de Wlz is geregeld kunnen we deze regeling overnemen en ernaar verwijzen bij de onderbouwing. De Wlz is jonger dan de Wmo 2015. Wellicht had deze regel anders ook in de Wmo 2015 gestaan.
De regel is: eerst gebruikelijke zorg en pas als die er niet is, kan er een pgb ingezet worden. Bij overbelasting van de mantelzorger zijn er dus 2 mogelijkheden: de zorg wordt in natura geleverd, of het pgb wordt ingezet om iemand anders dan de mantelzorger in te huren.
Een pgb inzetten voor iemand die overbelast is, verandert immers niets aan de overbelasting, maar biedt uitsluitend een stukje inkomen, Dat vindt de overbelaste mantelzorger misschien wel prettig, maar daar is het pgb dus niet voor bedoeld!

Anderen bekeken ook