Er zijn dit kwartaal weer minder mensen in de bijstand. Maar de kansen van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt zijn sinds de invoering van de Participatiewet juist gedaald. Laagopgeleiden leven minder lang en ongezonder dan hoogopgeleiden. Voor autisten heeft een supermarkt een prikkelarm uur ingesteld. Ook is het Impulstraject kwetsbare Eritrese nieuwkomers van start gegaan, bedoeld om de gemeentelijke ondersteuning aan deze groep te versterken.
Dit is een kleine greep uit de nieuwsberichten die vorige week in mijn mailbox belandden. Als adviseur in het sociaal domein moet je een brede belangstelling hebben. Toch kom ik vaak niet verder dan het lezen van koppen. Het duizelt me bij het idee dat ik alle berichten en rapporten zou moeten lezen en begrijpen. Laat staan dat ik met alles iets zou moeten doen.
Hoe weet ik of de discussie over de zin of onzin van sociale robots voor thuiswonende mensen met dementie uiteindelijk kan leiden tot een betere samenleving in mijn gemeente? En moet ík er dan iets mee of moet een ander dat? Als ik lees dat de ziektelast van psychische aandoeningen groter is dan die van roken, welke boodschap moet ik dan naar buiten brengen?
Als wethouder of beleidsambtenaar moet je je in deze voortgaande stroom van informatie staande houden. En over het algemeen worden de brandjes wel geblust en de ballen wel in de lucht gehouden. Maar juist in het sociaal domein wilden we na de transities in 2015 zo graag dingen anders doen.
Uiteraard was niemand blij met de bezuinigingen die met de transities gepaard gingen. Er zijn nog steeds gemeenten waar de goede ideeën en de juiste ondersteuning voor de burger onder druk staan door niet-toereikende budgetten. (Overigens las ik in de nieuwsberichten in mijn mailbox ook dat u haast moet maken om compensatie aan te vragen voor de tekorten op Wmo en Jeugd. U kunt nog tot 15 september terecht bij het Fonds Tekortgemeenten). Maar over de andere pijlers van de transitie, een meer integrale aanpak van problemen van burgers en samenleving en meer aandacht voor preventie en het eigen probleemoplossend vermogen, was iedereen enthousiast.
Er zijn vele schakels tussen de wens van college en raad en de dienstverlening aan de burger. Het gewenste effect is neergelegd in missie en visie en vertaald naar beleid. Vervolgens worden opdrachten verstrekt aan interne en externe uitvoerders, die met hun dienstverlening de burgers proberen te bereiken.
In de afgelopen jaren heeft uw gemeente zich ingespannen om de transitie van Jeugdzorg, Wmo, Participatiewet en aanpalende beleidsvelden zoals passend onderwijs, vorm te geven. Als wethouder. manager of beleidsmedewerker heeft u veel geïnvesteerd om de basis op orde te krijgen. Nu is het tijd om stil te staan bij het uiteindelijke doel van de transitie: integrale zorg voor uw inwoners. Welk effect wilde u ook alweer bereiken? En bent u nog wel op de goede weg?
De Thermometer sociaal domein helpt u om antwoord te krijgen op deze vragen. De Thermometer sociaal domein is een samenwerkingsverband van Stimulansz met Ray Geerling Management & Consultancy en Samen-Kracht. Van bestuur tot uitvoering brengen we met de Thermometer in beeld wat alle betrokkenen in de gemeente weten van effecten, beleid, opdrachten en dienstverlening op vlakken als eigen kracht, integraliteit en financiën. Zo schetsen we een beeld van wat er goed gaat en welke stappen nodig zijn om het beleid ook toekomstbestendig te maken, om de gewenste effecten te bereiken. Zo belanden uw goede voornemens nooit op een zijspoor of nog erger: op een dood spoor! Met de Thermometer sociaal domein heeft u steeds houvast om binnen al die ontwikkelingen het juiste spoor te kiezen en vast te houden.