Een ander belangrijk principe is dat het verrichten van werk van belang is voor het recht op of de hoogte van de bijstand. Dit ongeacht de intentie waarmee de werkzaamheden worden verricht en ongeacht of uit die werkzaamheden daadwerkelijk inkomsten worden genoten. Het gaat om inkomen waarover betrokkene redelijkerwijs kan beschikken. Ook inkomen in natura wordt in aanmerking genomen (zie artikel 33 lid 1 Participatiewet).
Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag een gratis proefabonnement aan.
Geld verdienen en zuinig leven zijn 2 verschillende zaken, maar ze hebben ook raakvlakken. Wie de aanbiedingen van supermarkten nauwgezet bestudeert, de koopjes afloopt en de voedselbank vaak bezoekt, verricht activiteiten die op geld te waarderen zijn. Toch zal geen redelijk denkend mens stellen dat de bijstand moet worden verrekend met het voordeel dat iemand op die manier behaalt.
Ook de wetgever beloont zuinigheid. De Participatiewet laat sparen tijdens de bijstandsperiode (en stijging van een vermogen daardoor) onaangetast. Ook de rente over vermogen is vrij.
Zuinigheid kent nog andere vormen, zoals:
Zijn deze besparingen vrij als onderdeel van een kostenbesparende levensstijl of moet het voordeel als inkomen in aanmerking worden genomen? En is dit casuïstiek of beleid? Dat laatste verwacht ik niet veel aan te treffen bij gemeenten. Het zijn wellicht meer spreekkamerafwegingen dan beslissingen gestoeld op beleid. Om willekeur te voorkomen is het belangrijk dat binnen een gemeente over dit soort voorbeelden hetzelfde wordt gedacht.
Het is dus goed als voor iedereen binnen de gemeente eenzelfde afwegingskader geldt. Daarbij kunnen de volgende aspecten een rol spelen:
Een benadering kan ook zijn dat een neerwaartse afstemming niet aan de orde is als een bijstandsgerechtigde met zijn activiteiten alleen maar zijn eigen kosten (contributie, servicekosten of energiekosten e.d.) verlaagt, ook niet in de vorm van een inkomstenkorting. Dat leidt alleen tot uitzonderingen als:
Inkomen en bijstand, echt helder is het niet. Toch moet de bijstandsgerechtigde alles melden, zelfs als nagenoeg zeker is dat het geen gevolgen voor de uitkering heeft, en dit op straffe van boete. Ook komt de vraag op, of het niet verstandiger is om in de Participatiewet over te stappen naar een ander inkomensbegrip? Een inkomensbegrip dat beter aansluit bij de leefwereld van inwoners en meer overeenstemt met andere inkomensbegrippen in ons wetgevingsstelsel.