Zuinig leven en bijstand

Algemene bijstand wordt verleend naar een all-in norm. Dit impliceert dat degene die algemene bijstand ontvangt de vrijheid heeft de bijstand te besteden op een wijze die hem goeddunkt. Daartoe kan behoren het voeren van een sobere of kostenbesparende levensstijl. Voor een afstemming (op grond van artikel 18 lid 1 PW) naar een lagere bijstandsnorm is in een dergelijke situatie geen plaats.

hero afbeelding Zuinig leven en bijstand
17 november 2022

Op geld waardeerbare activiteiten

Een ander belangrijk principe is dat het verrichten van werk van belang is voor het recht op of de hoogte van de bijstand. Dit ongeacht de intentie waarmee de werkzaamheden worden verricht en ongeacht of uit die werkzaamheden daadwerkelijk inkomsten worden genoten. Het gaat om inkomen waarover betrokkene redelijkerwijs kan beschikken. Ook inkomen in natura wordt in aanmerking genomen (zie artikel 33 lid 1 Participatiewet).

Wilt u meer inzicht in de Participatiewet?

Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag een gratis proefabonnement aan.

Koopjesjacht

Geld verdienen en zuinig leven zijn 2 verschillende zaken, maar ze hebben ook raakvlakken. Wie de aanbiedingen van supermarkten nauwgezet bestudeert, de koopjes afloopt en de voedselbank vaak bezoekt, verricht activiteiten die op geld te waarderen zijn. Toch zal geen redelijk denkend mens stellen dat de bijstand moet worden verrekend met het voordeel dat iemand op die manier behaalt.

Zuinigheid wordt beloond

Ook de wetgever beloont zuinigheid. De Participatiewet laat sparen tijdens de bijstandsperiode (en stijging van een vermogen daardoor) onaangetast. Ook de rente over vermogen is vrij.

Korting op contributie en servicekosten, en lagere energiekosten door zonnepanelen

Zuinigheid kent nog andere vormen, zoals:

  • het besparen op de energiekosten door aanschaf van zonnepanelen. Het komt zelfs voor dat bijstandsgerechtigden daardoor geld overhouden;
  • het verrichten van bardienst voor een (tennis)vereniging, waarvoor een contributieverlaging wordt ontvangen;
  • het verrichten van werkzaamheden in een wooncoöperatie waardoor de servicekosten lager zijn. Ik schreef daar eerder over in Sprank;
  • het uitruilen van klussen: je doet wat voor de ander en de ander doet wat voor jou.

Zijn deze besparingen vrij als onderdeel van een kostenbesparende levensstijl of moet het voordeel als inkomen in aanmerking worden genomen? En is dit casuïstiek of beleid? Dat laatste verwacht ik niet veel aan te treffen bij gemeenten. Het zijn wellicht meer spreekkamerafwegingen dan beslissingen gestoeld op beleid. Om willekeur te voorkomen is het belangrijk dat binnen een gemeente over dit soort voorbeelden hetzelfde wordt gedacht.

Een afwegingskader

Het is dus goed als voor iedereen binnen de gemeente eenzelfde afwegingskader geldt. Daarbij kunnen de volgende aspecten een rol spelen:

  • de omvang van het behaalde voordeel. De gemeente kan voor de grensbepaling aansluiting zoeken bij de maximale vrijlatingsbedragen die in artikel 31 van de Participatiewet worden genoemd. Die variëren van € 1.200 tot € 2.500 per jaar;
  • de vraag of de activiteit in de concrete situatie de re-integratie bevordert, of juist niet.

Een benadering kan ook zijn dat een neerwaartse afstemming niet aan de orde is als een bijstandsgerechtigde met zijn activiteiten alleen maar zijn eigen kosten (contributie, servicekosten of energiekosten e.d.) verlaagt, ook niet in de vorm van een inkomstenkorting. Dat leidt alleen tot uitzonderingen als:

  • de wetgever expliciet anders koos, zoals bij de inkomsten uit verhuur van eigen woonruimte, of het hebben van kostgangers. Of zoals heel recent dat  SZW aangeeft dat opbrengsten uit zonnepanelen in het kader van privé-gebruik geen invloed hebben op de bijstand (antwoord op kamervragen d,d, 14 januari 2020 );
  • het niet in aanmerking nemen van het voordeel uit oogpunt van bijstandsverlening niet aanvaardbaar is. Dit kan bijvoorbeeld spelen als een situatie zou ontstaan waarbij de bijstandsgerechtigde een levensstijl zou hebben die niet met bijstandsverlening te verenigen is.

Complexiteit

Inkomen en bijstand, echt helder is het niet. Toch moet de bijstandsgerechtigde alles melden, zelfs als nagenoeg zeker is dat het geen gevolgen voor de uitkering heeft, en dit op straffe van boete. Ook komt de vraag op, of het niet verstandiger is om in de Participatiewet over te stappen naar een ander inkomensbegrip? Een inkomensbegrip dat beter aansluit bij de leefwereld van inwoners en meer overeenstemt met andere inkomensbegrippen in ons wetgevingsstelsel.

Anderen bekeken ook