Evert Jan Slootweg nieuw lid Raad van Toezicht Stimulansz

Evert Jan Slootweg is voorgedragen als lid van de Raad van Toezicht van Stimulansz. Hij neemt de portefeuille Financiën en risicomanagement op zich. Slootweg is wethouder van de gemeente West Maas en Waal. Eerder was hij procesmanager bij Divosa, Tweede Kamerlid voor het CDA en strategisch adviseur. Over zijn motivatie, zijn ambities en de ideale gemeente.
Evert Jan Slootweg nieuw lid Raad van Toezicht Stimulansz

Het CDA is bezig aan een opmars. Geen spijt van je overstap van de politiek naar de gemeente?

“Nee, geen moment. Ik had mezelf beloofd twee termijnen in de Kamer te doen en daarna iets nieuws op te pakken. Toen de kans kwam om bestuurder te worden, greep ik die met beide handen aan. Het is leuk om beleid nu in de praktijk te brengen. Bovendien leer ik hier veel nieuwe dingen. In mijn gemeente speelt bijvoorbeeld waterbeheer een grote rol, typisch Nederlands en ontzettend boeiend. En ik kende dit gebied al van vroeger. Toen ik in Tiel woonde, fietste ik vaak met het pontje naar de overkant. Mijn moeder was bovendien fan van Boudewijn de Groot, dus het liedje ‘Land van Maas en Waal’ hoorde ik vaak. Nu ik hier werk, voelt dat bijna symbolisch.”

 

Hoe zie jij je rol als toezichthouder? Is er een ‘Slootweg-touch’?

“Een toezichthouder vervult natuurlijk meerdere rollen. Allereerst ben je werkgever van de directeur-bestuurder. Daarnaast houd je toezicht op de financiën en naleving van de regels. Maar minstens zo belangrijk vind ik de rol van sparringpartner en ambassadeur. Je denkt mee, stelt kritische vragen en brengt ideeën of contacten in die de organisatie verder helpen.

 

Die vier rollen; werkgever, toezichthouder, sparringpartner en ambassadeur, maken het werk voor mij interessant en waardevol. Verder vind ik het belangrijk dat er in een Raad van Toezicht ruimte is voor verschillende perspectieven. Je mag best stevig discussiëren, zolang het gebeurt met respect voor elkaar. En humor is onmisbaar, zeker als het spannend wordt. Dat brengt lucht en houdt de verhoudingen goed.”

 

Waarom koos je voor Stimulansz?

“Ik heb goede herinneringen aan Stimulansz uit mijn tijd bij Divosa. Het voelde vertrouwd én uitdagend. Ik dacht: hier kan ik waarde toevoegen. Mijn netwerk binnen gemeenten en de landelijke politiek is groot, en ik heb ruime ervaring op het terrein van financiën. Daarnaast vind ik Stimulansz een creatieve organisatie. Oplossingsgericht, vernieuwend, dat past bij mij. Mijn visie sluit aan bij de koers van Stimulansz: met creativiteit, realisme en vertrouwen bouwen aan een beter sociaal domein. Dus ik dacht: daar wil ik deel van uitmaken.”

 

Je bent iemand die niet van geld verkwisten houdt. Speelt het mee dat Stimulansz een stichting is?

“Zeker. Stichtingen en verenigingen spreken me aan omdat ze niet winstgedreven zijn. De maatschappelijke doelstelling staat voorop. Ik vind dat je zorgvuldig met gemeenschapsmiddelen moet omgaan. Het is geld van anderen, bedoeld om iets goeds mee te doen. Daarom past Stimulansz zo goed bij mijn manier van denken: doelgericht, maar zonder commerciële drijfveer. Ik vind dat er binnen gemeenten soms te weinig kritisch gekeken wordt naar bestaande afspraken. Je moet regelmatig blijven toetsen of een samenwerking nog de beste keuze is, inhoudelijk en financieel. Door dat te doen, krijg je betere resultaten voor inwoners en stakeholders.”

 

Veel inwoners lopen vast in het systeem. Wat maakt de praktijk toch zo weerbarstig?

“Tijdens mijn Kamerlidmaatschap heb ik in twee commissies gezeten, de Enquêtecommissie Fraude en Dienstverlening en de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties. Daar zag ik van dichtbij hoe het Rijk in haar eigen systemen vastloopt. Als het ging over fraudebeleid, maar ook bij de uitvoeringsorganisaties. Het is heel moeilijk voor uitvoeringsorganisaties om de mensen waarvoor je het doet voorop te zetten, het draait vaak om de regels. Ik heb toen ook al een paar keer Stimulansz als voorbeeld genomen en gezegd: kijk eens naar de Omgekeerde Toets® waarin je veel meer kijkt naar wat die inwoner nodig heeft en pas daarna naar het palet aan regels dat we ondertussen hebben. Kijk hoe je oplossing een echt antwoord kan zijn op de vraag van een inwoner in plaats van een soort beslisboom op te tuigen waarin je uitkomt op: ‘wat je vraagt kunnen we je niet geven, maar we hebben wel een product wat we wel kunnen geven. Het past alleen niet helemaal en is ook nog duurder.’

Het lijkt ook wel alsof in deze laatste verkiezingen bestaanszekerheid een minder groot punt is dan twee jaar geleden. Ik heb niet het idee dat er bij welke politieke partij dan ook al een groot plan is om tot een eenvoudiger structuur te gaan komen.”

 

Moeten we de regeldruk niet nog meer wegnemen bij de inwoner?

“Ik ben daar zeker een voorstander van. Het is niet voor niks dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ooit met de Doenvermogentoets is gekomen. Het Doenvermogen van mensen. We leggen zoveel dingen bij inwoners neer, terwijl we eigenlijk al van tevoren weten dat dit vaak gedoemd is te mislukken. Daarom is die denklijn de juiste, maar het betekent nogal wat voor de ontwikkeling van gemeentelijke organisaties. Als ik naar onze eigen gemeente kijk, dan zijn we daar echt nog niet. Het vraagt om een andere manier van kijken en om een andere organisatie ook. Ik denk wel dat voor de medewerkers die op deze wijze gaan werken, de bevrediging uiteindelijk veel groter zal zijn.”

 

Ons ultieme doel is: Je woont beter in een Stimulansz gemeente. Stel dat West Maas en Waal zo’n gemeente zou zijn, hoe ziet die er volgens jou dan idealiter uit? 

“Oh, dat vind ik best een hele grote vraag. Maar ik denk zo. In deze gemeente begint elk gesprek bij de vraag van de inwoners, niet bij de regels. Ze hoeven met hun vraag, welke vraag dan ook, slechts langs 1 loket, wij regelen de rest achter de schermen. Onze professionals krijgen de ruimte en het vertrouwen om beslissingen te nemen en worden daarin gesteund door hun leidinggevenden. Ze zijn niet bevreesd dat ze met een beslissing een precedent scheppen dat vroeg of laat voor de rechter eindigt. Veel medewerkers willen namelijk wél anders, maar ze zijn bang voor de juridische gevolgen. De wet moet daarom ruimte geven aan maatwerk. Het vraagt dus ook van hogere wet- en regelgeving dat je het mogelijk maakt dat gemeenten op die manier kunnen functioneren. Het zou ook helpen om het vertrouwen van inwoners richting overheden te vergroten. Dus niet alleen de inwoner, maar ook wij als gemeente zouden er belang bij hebben als we op deze manier zouden gaan werken. Dat zou mijn ideale Stimulansz gemeente zijn.”

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Cassandra Bosters helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Anderen bekeken ook

Fris en fruitig in roerige tijden: Kan dat?

In mijn vorige column stelde ik de vraag of je politiek onafhankelijk kan zijn in roerige tijden. De vervolgvraag is hoe je zelf fris en fruitig blijft in roerige tijden. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) luidt de noodklok en stelt dat we in een ‘hypernerveuze samenleving’ leven en adviseert om op de rem te trappen.

Evert Jan Slootweg nieuw lid Raad van Toezicht Stimulansz

Evert Jan Slootweg is voorgedragen als lid van de Raad van Toezicht van Stimulansz. Hij neemt de portefeuille Financiën en risicomanagement op zich. Slootweg is wethouder van de gemeente West Maas en Waal. Eerder was hij procesmanager bij Divosa, Tweede Kamerlid voor het CDA en strategisch adviseur. Over zijn motivatie, zijn ambities en de ideale gemeente.

Een klant wil het gesprek opnemen; kan een klantmanager dit weigeren?

Het verzoek van een inwoner om een geluidsopname te maken, moet een klantmanager in beginsel inwilligen. Dit is alleen anders als er zwaarwegende redenen zijn om opname te verbieden. Bijvoorbeeld als er zeer gevoelige informatie wordt gedeeld.