Recht op bijstand bij opname in een kliniek in het buitenland

Bestaat er recht op bijstand als iemand langer dan 4 weken in het buitenland verblijft in verband met opname in een (afkick)kliniek?

Territorialiteitsbeginsel

Eén van de basisprincipes uit de Participatiewet is het territorialiteitsbeginsel dat inhoudt dat Nederlanders die zich in het buitenland hebben gevestigd geen recht hebben op bijstand. Tevens bepaalt de Participatiewet dat degene die per kalenderjaar langer dan 4 weken (aaneengesloten) buiten Nederland verblijft ook geen recht heeft op bijstand. Voor degene die langer dan 4 weken in een afkickkliniek in het buitenland is, bestaat dus in beginsel geen recht op bijstand (meer).  Wel kan het college, bij zeer dringende redenen, alsnog bijstand verlenen op grond van artikel 16 van de Participatiewet. Van zeer dringende redenen is alleen sprake als zich een acute noodsituatie voordoet en de behoeftige omstandigheden waarin een klant verkeert op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen.

Het doorbreken van het territorialiteitsbeginsel

In 2008 heeft de Centrale Raad van Beroep (de Raad) 2 uitspraken gedaan (ECLI:NL:CRVB:2008:BD8764 en ECLI:NL:CRVB:2008:BD8765) waarin een gemeente de bijstandsuitkering van betrokkenen heeft beëindigd vanwege het (langer dan 4 weken) verblijven in kliniek Castle Craig in Schotland. Het beëindigen van de bijstand leverde in dit geval een ongeoorloofde belemmering op van het vrije verkeer van diensten binnen de EU. Door de Raad is vastgesteld dat artikel 16 van de Participatiewet niet alleen kan worden toegepast bij een acute noodsituatie, maar ook als dat nodig is om de Participatiewet in overeenstemming te brengen met gemeenschapsrecht. Uit de rechtspraak van de Raad kan worden opgemaakt dat het territorialiteitsbeginsel doorbroken kan worden ingeval van therapie in het buitenland als:

  • de therapie plaatsvindt in een EU-land waarvoor vrij verkeer van diensten geldt;
  • de therapie plaatsvindt op verwijzing van de behandelend arts en de kliniek is erkend door zorgverzekeraars;
  • de kosten van de therapie worden vergoed door de zorgverzekeraar; en
  • belanghebbende voor bepaalde tijd is opgenomen in de kliniek, met het uitdrukkelijke doel om na afloop van zijn behandeling terug te keren naar zijn woonplaats in Nederland.

Conclusie

Als een betrokkene ervoor kiest om voor therapie langer dan 4 weken in Zuid-Afrika te verblijven, heeft hij/zij geen recht op bijstand. Het territorialiteitsbeginsel is dan gewoon van toepassing, omdat geen sprake is van een ongeoorloofde belemmering van het vrije verkeer van diensten binnen de EU. Een betrokkene die langer dan 4 weken therapie volgt in een EU-land waar het vrije verkeer van diensten geldt en voldoet aan de overige voorwaarden (kosten worden vergoed door de zorgverzekeraar etc.), heeft wél recht op bijstand (inrichtingsnorm). Maar de betrokkene die therapie volgt in een kliniek in een land buiten de EU, zoals Zuid-Afrika, heeft dat in beginsel dus niet.

Wilt u meer inzicht in de Participatiewet?

Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag een gratis proefabonnement aan.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.