Wat doe je als gezinsbijstand toekennen betekent dat 1 partner Nederland moet verlaten?

Deze week geeft Participatiewet-expert Hanneke Willemsen antwoord op de vraag of een partner buiten beschouwing kan worden gelaten bij een aanvraag voor gezinsbijstand. Als toekennen betekent dat 1 partner Nederland moet verlaten.

Vraag

Wat doe je als gezinsbijstand toekennen betekent dat 1 partner Nederland moet verlaten?

Een klant vraagt een bijstandsuitkering aan voor haarzelf, haar partner en haar kinderen (gezinsbijstand). Haar partner heeft code 29 in de basisregistratie personen (BRP). Wij moeten bij toekenning van de uitkering een melding doen bij de IND.  De klant heeft al telefonisch contact gehad met de IND. De IND geeft aan dat de partner zijn verblijfsrecht zal verliezen na toekenning van de uitkering.  De klant vraagt nu of zij de aanvraag toch kan doen en dat wij dan de partner buiten beschouwing laten. Is hier een mogelijkheid voor? Bijvoorbeeld dat de klant een aanvraag doet met een ‘niet-rechthebbende partner’?

Antwoord

De voorgestelde oplossing van de klant, is wel begrijpelijk maar niet juist. U kunt hier niet aan meewerken. Het doorkruist rijksbeleid (koppelingswet) en artikel 11, 4e lid PW (het recht op bijstand komt de echtgenoten gezamenlijk toe, tenzij een van de echtgenoten geen recht op bijstand heeft). De partner heeft nú namelijk nog wel recht.

Wat te doen? Het moet een gezamenlijke aanvraag worden. Na de toekenning doet u een melding aan de IND. De IND kan het wel aan de telefoon gezegd hebben, maar moet het nog wel echt toetsen (misschien behoudt de partner verblijfsrecht). Hier gaat in ieder geval tijd overheen en zolang ontvangen ze de volledige gehuwdennorm. In deze tijd kan 1 van de partners ook nog werk vinden, waardoor er geen beroep op bijstand meer hoeft te worden gedaan en zo het verblijfsrecht behouden kan blijven. Als het verblijfsrecht wel echt ingetrokken wordt, moet u ook de gezinsbijstand intrekken (na het 1e rechtsmiddel). Dan krijgt de rechthebbende partner nog 50% van de gehuwdennorm (art. 24 PW). Dit kunt u  wel al individualiserend verhogen wanneer dit een schrijnende situatie (bijvoorbeeld met het oog op de kinderen) gaat opleveren en belanghebbenden die schrijnende omstandigheden ook aanvoeren. De eventuele verhoging is maatwerk, afgestemd op de situatie en kan dus niet ambtshalve verstrekt worden.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Hanneke Willemsen helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.