Het taboe op schuldhulp vragen

Gemeenten zijn intensief bezig om de nieuwe aanvragers van regelingen (TOZO en TONK) te helpen en de slachtoffers van de toeslagenaffaire op te sporen. Een verwachte boeggolf aanvragen bij de schuldhulpverlening dient zich echter nog steeds niet aan. Hoe kan dat?

Hoelang wachten mensen in nood met het vragen om hulp en ondersteuning? Er zijn nu duidelijke coronaregelingen voor ondernemers. Maar als die regelingen niet voldoende zijn, als de reserves opraken, als de betere tijden net iets te ver weg liggen; wanneer trek je aan de bel dat je het alleen niet redt?
Vanuit de schuldhulpverlening weten we dat mensen zo’n 5 jaar aan het tobben zijn voor ze zich durven melden. We mogen hopen dat het taboe op geldzorgen en schulden in deze tijden er wel af is en mensen zich  veel sneller zullen gaan melden. We zien meer dan voorheen ook aanmoedigingen in de pers en via sociale media om bij financiële problemen hulp te zoeken.

Voorbij de schaamte

Dit taboe van een algemeen veel voorkomend maatschappelijk probleem is één ding. Het taboe doorbreken in persoonlijke zin vraagt meer moed. Het betekent voor elk individu om voorbij de eigen schaamte te komen. Persoonlijke schaamte is ook de belangrijkste belemmering bij het vragen om hulp. Het betekent immers dat je als persoon ‘gefaald’ en al heel veel verloren hebt. En dat je – in de ogen van de buitenwereld – niet flexibel genoeg bent om met dat ‘falen’ om te gaan.

Een goede bejegening

Het overbruggen van dit schaamtegevoel is de reden waarom een goede bejegening bij het allereerste contact van essentieel belang is. De drempel om zich te melden is voor verreweg de meeste mensen torenhoog. Begrip en goede gespreksvoering is belangrijk om van de stap van een eerste melding naar een aanvraag en daadwerkelijk hulp te komen.
In de Divosa Benchmark Armoede en Schulden zien we dat als mensen zich eindelijk bij de gemeente of sociaal werk melden met financiële problemen er ruim 80% daadwerkelijk hulp krijgt. Dat betekent dat er veel goed gaat, maar dat er ook ruimte voor verbetering is.
Mensen met grote financiële problemen hebben in onderzoeken (onder andere Bindkracht) aangegeven wat zij belangrijk vinden in de dienstverlening. Dat gaat om vrij vanzelfsprekende zaken, zoals:

  • een respectvolle benadering
  • vertrouwen en erkenning
  • respect voor de eigen prioriteiten bij problemen en de eigen mogelijkheden
  • positieve ondersteuning zonder oordelen
  • focus op wat goed gaat
  • focus op de eigen veerkracht en regie

Voor dienstverleners – professionals en vrijwilligers – is dit vanzelfsprekende rijtje een hele opgave. Zaak dus om in het belang van goede dienstverlening bij armoede en schulden dit bewustzijn continu scherp te hebben.

In  onze trainingen Armoede ontrafeld staan dienstverleners uit verschillende invalshoeken samen stil bij wat hun klanten meemaken. We bieden een handvat om het gedrag van mensen te leren begrijpen en beter aan te sluiten bij de beleving van mensen.
Op 6 juli geeft Stimulansz weer een online training. U kunt ook contact opnemen voor een training voor uw eigen gemeente.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Wilma Kuiper helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.