Budgetcoaching in tijden van dalende koopkracht

In bepaalde situaties is het budget niet sluitend meer te krijgen. Wat kunt u nog doen voor deze mensen?

hero afbeelding Budgetcoaching in tijden van dalende koopkracht
30 augustus 2022

In bepaalde situaties is het budget gewoonweg niet sluitend meer te krijgen. Wat kun je als hulpverlener nog doen voor deze mensen?

Goede gesprekken over geld

Het mooie van het werk als schuldhulpverlener is dat je met mensen in gesprek bent over een onderwerp waar je niet zomaar met iedereen over praat: inkomsten en uitgaven, bezit en schulden. In mijn vorige functie als schuldhulpverlener kwam ik mensen tegen die heel verschillend omgingen met geld.

Zo heb ik mensen ondersteund die prima in staat waren om regie te voeren over hun financiën, maar die door het verloop van het leven toch met schulden te maken hadden gekregen. Voor deze mensen was het aanpassen van de uitgaven naar het nieuwe, lagere inkomen als gevolg van de schuldregeling geen probleem. Ook was er bij hen voldoende doenvermogen om drie jaar lang maximaal geld opzij te zetten om de schuldeisers mee af te betalen.

Maar er waren ook mensen die meer moeite hadden om zich aan te passen aan een inkomensterugval die het doorlopen van een schuldregeling met zich meebrengt. Bijvoorbeeld omdat het aanpassen van sommige vaste lasten nu eenmaal niet van de een op de andere dag is geregeld. Maar ook omdat er bepaalde uitgavenpatronen waren ontstaan die lastig te doorbreken zijn. Zeker als er sprake is van de stress die het hebben van schulden met zich meebrengt.

En natuurlijk ben ik ook mensen tegengekomen die al jaren veel meer uitgaven dan dat binnenkwam en die intensieve budgetcoaching, (tijdelijk) budgetbeheer of beschermingsbewind nodig hadden om ervoor te zorgen dat er én genoeg gespaard werd voor de schuldeisers én geen nieuwe schulden zouden ontstaan.

In bijna al deze situaties is het met goede gesprekken en de juiste ondersteuning toch gelukt om een schuldregeling op te zetten en te volbrengen. En het is veel van deze mensen gelukt ook na de schuldregeling hun geldgedrag aan te passen en uit financiële problemen te blijven. De succesfactor hierbij was aandacht hebben voor de emotie die het hebben van schulden met zich meebrengt en vooral veel ingaan op de persoonlijke drijfveren, overtuigingen en patronen die ten grondslag liggen aan de geldproblemen.

Hond weg?

Zo waren daar meneer en mevrouw B. Ze waren bij ons eerste gesprek bang dat ze hun hond weg moesten doen en dat ze moesten stoppen met hun deelname aan loterijen. Ik gaf aan dat ik kon helpen bij het maken van duurzame financiële keuzes, maar dat het uiteindelijk hun eigen keuzes bleven.

Maar als ze niet konden rondkomen van het VTLB, dan zou ik ook geen schuldregeling kunnen opzetten waardoor een schuldenvrije toekomst er even niet in zou zitten. Ze wilden wel graag zonder geldzorgen kunnen genieten van hun pensioen over een jaar of vijf, dus maakte ik inzichtelijk dat geld maar één keer uitgegeven kan worden. Zo kon het geld voor hondenvoeding en de dierenarts niet uitgegeven worden aan een telefoonabonnement of een etentje.

Door in gesprek te gaan over wat ze belangrijk vonden en waarom, kwamen we samen tot inzichten en bezuinigingen. Kleine stappen, maar het lukte om het budget zodanig aan te passen dat de afloscapaciteit gespaard kon worden, de vaste lasten betaald werden en er voldoende geld overbleef om boodschappen van te doen en iets opzij te zetten voor onvoorziene uitgaven. Het lukte ze ook om te accepteren dat ze nu eenmaal niet het geld te besteden hadden dat sommige mensen in hun omgeving wel hadden. Maar ze waren tevreden met dat wat ze wel hadden. De hond bleef. De loterijen ook, ondanks mijn adviezen. Meneer vond het lastig om hiermee te stoppen, want stel dat er op zijn postcode een prijs zou vallen! Zie hier de resultaten van het werk van de neuromarketeers van de gokindustrie. Maar meneer en mevrouw gingen niet meer naar de visboer, deden minder familiebezoek met de auto, sloten een goedkopere verzekering af, zeiden het abonnement op de krant op en regelden korting op hun telefoonabonnement. Meneer en mevrouw hebben de schuldregeling vervolgens succesvol afgerond.

Dalende koopkracht

Door de vele berichten over de huidige inflatie en dalende koopkracht denk ik regelmatig aan meneer en mevrouw B. en hun zo gewenste geldzorgeloze pensioen. Ze wonen in een niet zo goed geïsoleerde huurwoning en hadden helaas geen vast contract met hun energieleverancier. De energierekening is hierdoor waarschijnlijk met minimaal 100 euro omhooggegaan. En de wekelijkse boodschappen (inclusief hondenvoer) zijn er ook niet goedkoper op geworden. Meneer en mevrouw hoeven gelukkig nu niet meer te sparen voor de aflossing van schulden, maar dit bedrag kan helaas nog steeds niet worden besteed aan de visboer en familiebezoekjes. De wens om zorgelozer van hun pensioen te genieten is dus niet uitgekomen.

Maar als er nu nog een schuldregeling opgezet had moeten worden? Zouden ze dan nog rond kunnen komen? Met de energietoeslag van de gemeente, nog meer bezuinigen, en hopelijk niet te veel bijkomende medische kosten, zou het misschien zijn gelukt. Maar ik weet zeker dat het meer moeite zou kosten om de motivatie erin te houden!

Makkelijker afspraken met schuldeisers te maken, maar wat gaat vooraf?

Met schuldeisers lukt het gelukkig steeds beter om snel schuldenrust te creëren. Alle aandacht die er is voor armoede en schuldenproblematiek en het goede werk van instanties als Schuldenlab en de NVVK dragen daaraan bij. De uitgebreide mogelijkheden om bijvoorbeeld saneringskredieten te verstrekken, convenanten met schuldeisers af te sluiten en van het schuldenknooppunt gebruik te maken, zorgen voor snellere akkoorden als er eenmaal een regeling opgezet kan worden. Maar hoe kom je tegenwoordig überhaupt zover dat er sprake is van een stabiele balans tussen inkomsten en uitgaven?

Ik denk dat veel schuldhulpverleners, maar ook andere hulpverleners die mensen spreken met geldzorgen, op dit moment moedeloos worden van het feit dat er soms maar weinig of geen oplossingen en uitzicht op verbetering te bieden zijn. En als het voor hulpverleners al lastig is, hoe moet het dan voor de mensen zijn die het betreft? Dat is misschien zelfs wel een reden om helemaal niet om ondersteuning te vragen.

Maar hoe machteloos je je als hulpverlener ook kunt voelen, je kunt wel degelijk iets bijdragen. Als mensen als meneer en mevrouw B. begeleiding krijgen bij het nemen van beslissingen over het geld dat er wel is, zal het leed misschien beperkt kunnen blijven. Ook duidelijke informatie en ondersteuning bij het aanvragen van de regelingen waar ze in hun situatie gebruik van kunnen maken, kan zeker helpen.

Als je integraal maatwerk biedt en kijkt naar wat er nodig is, kan er misschien ook wel meer dan in eerste instantie werd aangenomen. Of kun je vanuit andere wetten ondersteuning bieden. En als de schuldeisers tussentijds geïnformeerd worden, blijven incassokosten misschien nog enigszins beperkt. Maar het belangrijkste is misschien wel een luisterend oor te bieden en het probleem te erkennen. De schuldhulpverlener anno nu zal hier waarschijnlijk meer tijd aan besteden dan aan het regelen van de schulden. In onze trainingen besteden we uiteraard aandacht aan hoe u deze uitdaging als schuldhulpverlener aan kunt gaan.

Anderen bekeken ook