Casusbesprekingen: hoe de Omgekeerde Toets® helpt

De Omgekeerde Toets® is niet alleen helpend in het gesprek met de inwoner, maar ook bij casuïstiekbesprekingen. Dit helpt om te leren werken met de Omgekeerde Toets®. En het helpt om te blijven leren van elkaar. Maar hóe zet je de Omgekeerde Toets® in bij casuïstiek? Opleidings- en organisatieadviseur Laurens Bouw geeft nuttige tips.
Omgekeerde Toets® helpt casusbesprekingen verder

Als jouw gemeente nieuw aan de slag gaat met de Omgekeerde Toets®, is het fijn om te ervaren hoe dit in de praktijk werkt én uitwerkt. De casusbespreking is een belangrijk instrument om de methode goed te borgen. Ook als je al langere tijd werkt met de Omgekeerde Toets® is zo’n periodieke bespreking een geweldige manier om van elkaar te leren, en om elkaar te inspireren en scherp te houden.

Dilemma’s op tafel tijdens casusbesprekingen

“Bij casusbsprekingen zijn idealiter 3 of 4 rollen betrokken”, vertelt Laurens. “De inbrenger van de casus, alle deelnemers en de gespreksbegeleider. Die laatste rol kan worden vervuld door iemand van Stimulansz, maar ook door een eigen medewerker die Stimulansz hierin heeft begeleid en die de Omgekeerde Toets® -kar trekt. Vaak is er ook een notulist die alles op een flipover schrijft.”

De casus wordt doorgenomen, waarna de deelnemers vragen stellen. Verdiepende vragen en ook simpele vragen, omdat die bepalend kunnen zijn voor de casus. De inbrenger vertelt waar die tegenaan loopt. Het dilemma kan persoonlijk of inhoudelijk zijn. Daarna doorlopen de deelnemers de 4 stappen van de Omgekeerde Toets® . In stap 4 komen de oplossingen ter sprake. Daarbij kan er ook naar jurisprudentie gekeken worden. De inbrenger vertelt welke oplossing hij zelf had bedacht en of deze verschilt met de nieuwgevonden oplossingen.

Uitdagingen in het gesprek

De gespreksbegeleider heeft de taak dat iedereen actief meedoet. Hij let op wat er gebeurt, zorgt dat iedereen aan bod komt en stelt vragen. Laurens: “De gespreksbegeleider en de notulist doen niet mee met de inhoud van het gesprek. Het kan een uitdaging zijn om jouw visie of mening voor je te houden, maar je hebt alle energie en aandacht nodig om het proces goed te begeleiden.”

 

De deelnemers luisteren naar elkaar en bevragen elkaar. Ze houden rekening met de opstelling van de inbrenger van de casus. Ook is het belangrijk dat je kunt reflecteren op jezelf. Kijk breder dan jouw eigen taak en vakgebied, en verplaats je in de inwoner.

 

“Deelnemers zijn het soms erg snel eens met elkaar”, benadrukt Laurens. “Een valkuil, want je doet hetzelfde werk, kent elkaar en trekt met elkaar op. Maar juist het dissonante geluid is zó belangrijk om te komen tot resultaat.” Een andere valkuil is, dat je je te veel laat leiden door jouw persoonlijke normen en waarden. “Als dat gebeurt, is het aan de gespreksbegeleider om dit te benoemen. Denk vooral ook aan de waarden van de organisatie en van je eigen professie. Waar zit de discussie? Herkent iedereen zich daarin? Dat wordt opgeschreven, waarna het gesprek verdergaat.”

Verrassende uitwerking

De uitwerking van zo’n bespreking kan verrassend zijn, vertelt Laurens. “Laatst was ik bij een gemeente waar iemand een casus inbracht. Ze neigde ernaar om een voorziening toe te kennen aan een inwoner. We sparden op basis van de Omgekeerde Toets®  en toen kwam er een heel andere oplossing uit. Ze ging de voorziening niet verstrekken. Deze consulent zei: “Prachtig. Dit is niet wat ik had verwacht, maar ik sta hier veel meer achter.” Dat vond ik zo’n mooie uitspraak. Want dát is precies wat je wilt: achter je beslissing staan. Het moet kloppen voor de wet en deugen naar je eigen gevoel.”

 

Wat is het ultieme bewijs volgens Laurens dat deze vorm van leren van, en leren met elkaar meerwaarde heeft? “Als iemand aan het eind van de casusbespreking vraagt of hij de uitwerking op de flipover kan meenemen, en andere groepsleden vertellen er veel van geleerd te hebben.”

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Wie zijn er anders: zij of wij?

Ken je dat vers van Annie M.G. Schmidt ‘de geit van dokter Sanders’ van vroeger? Mocht je het niet (meer) kennen, ik kan het echt aanraden om eens op te zoeken. Net als bij veel van haar andere versjes zit er een mooie wijsheid in verscholen. In dit geval is het probleem dat de geit van dokter Sanders, anders is dan de geit van dokter Snel. De beide dokters wringen in hun handen en huilen en besluiten om de geiten te ruilen. Helaas, het probleem blijkt niet opgelost. De geit van dokter Sanders is nog steeds anders….

Duurzame uitstroom begint bij goed intakemodel

Veel gemeenten worstelen met ermee: hoe kunnen we mensen die langdurig in de bijstand zitten, duurzaam laten uitstromen? Makkelijk is dat niet, erkent Tom Mushota. Maar er is meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. “Het begint bij een goed model voor de intake.”

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”