Een schoon en leefbaar huis: mogelijk of onmogelijk?

Het grootste probleem zit hem in het resultaatgericht indiceren. In zijn blog geeft Wim Peters een oplossing voor de korte én voor de lange termijn.

Het indiceren is het probleem

Het grootste probleem zit hem in het resultaatgericht indiceren. Dit was een logische stap die volgde uit ‘de kanteling’ in de oude Wmo, waarbij de doelstellingen in een aantal resultaten werden omschreven. De rechter sprak toen ook al over te bereiken resultaten. Eén van die resultaten is een schoon en leefbaar huis. Cliënten die hun huis niet meer zelf schoon kunnen maken kunnen hulp krijgen. Werd die hulp vroeger toegekend in uren, nu gaat het om het resultaat: een schoon en leefbaar huis. Omdat dit maar een vage kreet is, geven gemeenten hier zelf invulling aan door een lijst te maken van activiteiten en de frequentie waarin die activiteiten uitgevoerd moeten worden. Bijvoorbeeld: elke week (frequentie) worden de gang, woonkamer, keuken en het toilet gestofzuigd (activiteit). Als je daar geen tijd bij zet is dat niet erg, want als alles gestofzuigd wordt, is het schoon. Als je daar 30 minuten bij zet, klopt het niet altijd. Want de ene helpende is misschien al na 20 minuten klaar, terwijl de andere er 40 minuten voor nodig heeft. Uren zeggen dus ook niet alles.
Helaas heeft de hoogste rechter bepaald dat het niet meer is toegestaan te indiceren in uitsluitend resultaten, maar dat er altijd uren vermeld moeten worden. Gemeenten zijn daar niet blij mee, maar kunnen nu niet anders. Sommige gemeenten hebben het beleid teruggedraaid, andere gemeenten weten het even niet en kijken de kat uit de boom. Dat maakt veel cliënten nog bozer.

Een oplossing voor de korte termijn

Er zitten grote voordelen aan resultaatgericht indiceren, zowel voor de cliënt als voor de gemeente. Want als je dat goed doet, zonder op voorhand er een bezuiniging aan te koppelen, kunnen cliënten krijgen waar ze recht op hebben en kan de gemeente op den duur wel degelijk bezuinigen. Door een goede indicatiestelling kun je namelijk bezuinigen zonder dat iemand iets te kort hoeft te komen. Dat geldt voor hulp bij het huishouden, maar ook voor begeleiding individueel.
Er is voor gemeenten een oplossing voor de korte termijn en één voor de lange termijn. Voor de korte termijn zitten we aan uren vast, dat heeft de rechter zo bepaald. De oplossing die wij zien is om uit te gaan van de regels zoals die het laatst zijn gebruikt door het CIZ. Deze regels worden vaak het CIZ-protocol genoemd en zijn ‘goedgekeurd’ door de hoogste rechter. Met deze regels als uitgangspunt wordt heel nauwkeurig en in alle redelijkheid gekeken naar wat iemand nog zelf kan, en wat er daarna nog gedaan moet worden als je daarmee rekening houdt. Dat heeft een aantal grote voordelen: de cliënten blijven actief, voor zover zij dat nog kunnen, wat heel belangrijk is. Daarnaast wordt er enigszins tijd bespaard. Dat is niet het doel, maar wel een gevolg. Door dit heel nauwkeurig te doen kan binnen een gemeente op een zuivere manier geïndiceerd worden. Niemand komt te kort, maar er wordt ook niet te veel verstrekt. Wij zijn er van overtuigd dat dit in het verleden wel is gebeurd, door niet of nauwelijks rekening te houden met wat men nog zelf kon.

En een oplossing voor de lange termijn

Voor de lange termijn zal er iets in de wet moeten veranderen. Dat kan misschien het makkelijkst door bij de begripsomschrijvingen het begrip ‘resultaatgericht indiceren’ op te nemen. Zoiets als: een manier van indiceren van de maatwerkvoorziening, waarbij geen uren vermeld worden, maar een zo nauwkeurig mogelijke vermelding van de benodigde activiteiten met de frequentie waarin die moeten plaatsvinden. In de toelichting kan het systeem uitgelegd worden. Daarbij moet nadrukkelijk worden vermeld dat een gemeente niet op voorhand moet of kan bezuinigen, maar dat de bezuinigingen een logisch gevolg zullen zijn van de nieuwe manier van indiceren.

Wilt u meer inzicht in de Wmo 2015?

Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag een gratis proefabonnement aan.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Wim Peters helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Wie zijn er anders: zij of wij?

Ken je dat vers van Annie M.G. Schmidt ‘de geit van dokter Sanders’ van vroeger? Mocht je het niet (meer) kennen, ik kan het echt aanraden om eens op te zoeken. Net als bij veel van haar andere versjes zit er een mooie wijsheid in verscholen. In dit geval is het probleem dat de geit van dokter Sanders, anders is dan de geit van dokter Snel. De beide dokters wringen in hun handen en huilen en besluiten om de geiten te ruilen. Helaas, het probleem blijkt niet opgelost. De geit van dokter Sanders is nog steeds anders….

Duurzame uitstroom begint bij goed intakemodel

Veel gemeenten worstelen met ermee: hoe kunnen we mensen die langdurig in de bijstand zitten, duurzaam laten uitstromen? Makkelijk is dat niet, erkent Tom Mushota. Maar er is meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. “Het begint bij een goed model voor de intake.”

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”