Dat klinkt erg abstract en tijdrovend. Toch is dit boek echt een verrijking voor het dagelijks werk en het dagelijks leven. Hierbij 3 tips uit het boek.
Tip 1: Neem professioneel handelen als basis
Van Es geeft 5 morele kenmerken van professioneel handelen die de basis vormen:
- Over de grenzen van je eigen beroep heen kijken om zo samenwerking effectief en prettig te laten verlopen.
- Werk volgens standaarden van voortreffelijkheid; voldoende is in relatie tot klanten niet goed genoeg.
- Beschikken over emotionele intelligentie en daarmee opereren in de onderstroom.
- Ontwikkelen van expertise en daarmee de bereidheid om te blijven leren. Een senior die alles denkt te weten kan juist daardoor fouten maken.
- Het juiste midden tussen betrokkenheid en distantie. Je moet je betrokken voelen bij collega’s, klanten en beseffen dat er een breder kader is van waaruit je professioneel handelt.
Deze kenmerken geven mooie handvatten om ontwikkelgesprekken te voeren met medewerkers. Vraag je daarbij af: wat gaat ze al gemakkelijk af en waar zouden ze zich graag in willen ontwikkelen?
Tip 2: Wees alert op redeneerfouten
Er zijn boeken vol geschreven over redeneerfouten in een debat. Van Es benoemd er een paar. Daar zitten een aantal redeneerfouten bij die specifiek in het sociaal domein regelmatig voorkomen. Leuk om tijdens een overleg of casusbespreking iemand de opdracht te geven om te signaleren en benoemen welke specifieke redeneerfout wordt gemaakt. Je kunt denken aan de volgende redeneerfouten:
- Hellend vlak: Als we hieraan gaan beginnen, is er geen weg terug!
- Vals dilemma: Als wij het niet doen, doet een ander het wel.
- Cirkelredenering: Wij zijn al moreel, we houden ons aan de wet. Dat veronderstelt dat het juridische gelijk is aan het ethische, en dat is niet onderbouwd (en ook niet waar).
- Ad hominem (op de man spelen): Hoe kun jij dat nu zeggen, terwijl je zelf (ziek/vrouw/fysiek beperkt/vul maar in!) bent!
Tip 3: Sta stil bij de waarden van waaruit je redeneert
Er zijn verschillende soorten waarden: maatschappelijke waarden, persoonlijke waarden, professionele waarden en organisatorische waarden. De eerste reactie op een moreel dilemma zal vaak voortkomen uit persoonlijke waarden. Wat vind ik er zelf van? Wat doet het met mij? Dat zijn volstrekt terechte vragen. Tegelijkertijd zijn ze in bepaalde contexten niet relevant. Wat jij persoonlijk vindt van mensen met een verslaving, van alleenstaande moeders met veel kinderen of van mensen die schulden maken, doet er als je ambtenaar bent niet toe. Natuurlijk is het heel moeilijk je persoonlijke waarden uit te schakelen en je moet ze ook zeker niet negeren. Dan wordt het een roze olifant die alleen maar sterker terugkomt. Het is wel zaak om erbij stil te staan of je eerste ingeving daar inderdaad vandaan komt en dan uit te zoomen en hetzelfde vraagstuk dan te bekijken vanuit de maatschappelijke waarden van het werk dat je doet (denk bijvoorbeeld aan democratische rechtsstaat, basisvoorzieningen voor alle mensen en sociale rechtvaardigheid) en de organisatorische waarden (waar staat de organisatie voor). Tot welk antwoord zou je komen vanuit die waarden? Schuren je persoonlijke waarden en de organisatorische waarden te veel? Dan passen jij en de organisatie wellicht niet bij elkaar. Zit er weinig ruimte tussen? Dan is dat een mooie basis om een goed afgewogen besluit te nemen.
Ethiek is een werkwoord!
Kortom, ethiek is veelomvattend, abstract en praktisch tegelijkertijd. Het is een wetenschap én een leidraad voor je dagelijkse werk. Het is inspirerend en het geeft ook stevigheid in deze roerige tijden. Als je zelf na een zorgvuldige afweging voor jezelf weet dat je het juiste hebt gedaan, dan zal wat anderen ervan denken minder vat op je hebben. En dat is wel zo fijn in tijden waarin er niet enkel positief wordt geschreven over ambtenaren.