Actuele en betrouwbare kennis is onmisbaar voor alle gemeenten. En dus ook voor de gemeente Leeuwarden, zeker bij grote beleidsveranderingen. In de zomer van 2024 stelde de gemeente Leeuwarden de lokale Jeugd Agenda vast, als uitwerking van de hervormingsagenda en de Fryske Regiovisie ‘Mei-inoar foar ús bern’. De agenda richt zich op 3 pijlers: versterking van het dagelijkse leven, inclusiever onderwijs en betere toegang tot specialistische jeugdhulp. De jeugdagenda geldt tot en met 2028. Het is een doe- én veranderagenda. Handen uit de mouwen dus. Ook voor Voke de Boer, senior beleidsadviseur Jeugd bij de gemeente Leeuwarden.
Beweging naar het voorliggende veld
De 3 pijlers hebben tot doel om de beweging naar het voorliggende veld te maken, zodat er minder jeugdigen in de jeugdhulp komen. Dat is in het belang van de jeugdige zelf én van de gemeente. “Dat begint bij een sterke sociale basis in de wijken en dorpen. We gaan het preventieve aanbod versterken, samen met organisaties en verenigingen. Met de pijler Inclusiever Onderwijs willen we ervoor zorgen dat er minder kinderen naar het speciaal onderwijs hoeven. Zo onderzoeken we hoe kinderen met autisme binnen het reguliere onderwijs kunnen worden begeleid.”
Is er toch meer hulp nodig, dan kan de jeugdige worden aangemeld bij een wijkteam. Dit team schat in of basisondersteuning volstaat of dat het Jeugdexpertteam wordt ingeschakeld voor onderzoek en verdere regie. “In Leeuwarden zijn onze wijkteams uitbesteed, terwijl het Jeugdexpertteam intern is. Die samenwerking moeten we nog beter vormgeven om de hulp efficiënter te maken. Overigens werken we in onze jeugdhulpregio met één ondersteuningsplan, voor efficiëntie en eenduidigheid.”
Uitdagingen
Zoals overal in Nederland zijn de financiën de grootste uitdaging in Leeuwarden. Hoe gaan ze daarmee om? Voke: “Enerzijds bewegen we naar het voorliggende veld, anderzijds zetten we in op verdere kostenbeheersing. Die richt zich onder meer op sterk contractmanagement. Hoe voeren de aanbieders de door ons ingekochte hulp uit? Doen ze wat ze beloven? Daar gaan we nog meer op sturen.”
Hiervoor is het belangrijk dat er geen kloof is tussen beleid en uitvoering. “Ik praat daarom regelmatig met mensen in de uitvoering: van beleidsadviseur en teamleider tot gedragswetenschapper en jeugdconsulent. Omdat het onmogelijk is dat ik met álle mensen uit de uitvoering praat, kan soms het gevoel ontstaan dat ze niet gezien worden. Maar dat worden ze wel. Inhoudelijk is er geen kloof.”
Actuele informatie voor het werkveld
Om al deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, is actuele informatie voor het werkveld onmisbaar. “Er verschijnen continu nieuwe onderzoeksrapporten, uitspraken van rechtbanken en dergelijke. Het is ondoenlijk om echt alles goed bij te houden. Daarom is zo’n kennisbank fijn. We schreven hiervoor een aanbesteding uit. Dat deden we samen met de diverse afdelingen en de uitvoering. We vroegen de aanbieders een presentatie te geven en kregen toegang voor een beperkte groep collega’s.”
Je mist niets
Gemeente Leeuwarden koos voor de kennisbank Inzicht Sociaal Domein van Stimulansz vanwege de goede prijs-kwaliteitverhouding. Voke: “De kennisbank is logisch gestructureerd en overzichtelijk: je vindt snel wat je nodig hebt zonder te verdwalen in de documenten. Op het startscherm staan alle tegels, zoals Werk en Participatie, Inkomen, Bezwaar en Beroep, Wmo, en Jeugd. Je kunt daarop doorklikken en informatie zoeken; handig als je gericht bezig bent met een onderwerp. Je kunt ook zoeken op trefwoord. Veel informatie is gebundeld, zodat je niets mist. Elke 2 weken verschijnt een nieuwsbrief met jurisprudentie, nieuwe rapporten en dergelijke. Ook dat is helpend.”
Nauwelijks werk
Er werken nogal wat collega’s met de kennisbank Inzicht Sociaal Domein, vertelt Voke. “Van beleidsadviseurs en juristen tot uitvoerders en de bezwaar- en beroepscommissie. En ook de collega’s van Sociaal Domein Friesland, die voor de hele jeugdhulpregio de inkoop verzorgt.”
Stimulansz heeft de kennisbank zo ingericht dat daarin ook de lokale verordeningen, beleidsregels en financiële besluiten zijn opgenomen. Voke: “Op ons verzoek zijn deze documenten geclusterd op jaartal in plaats van op type document. Dat kon gewoon.” Van de implementatie hebben we nauwelijks werk gehad, vertelt ze. “Ook van moeten wennen was nauwelijks sprake. Voor jeugd ben ik het aanspreekpunt, maar ik heb geen signalen gehad van medewerkers dat ze er niet uitkwamen. En als er iets is, kunnen we altijd contact opnemen met Stimulansz. Dat is nog niet nodig geweest.”