Gemeentelijke schuldhulpverlening: minnelijk traject of Wsnp

Op 1 januari 2021 hadden 599.160 huishoudens (7,4%)in Nederland te maken met geregistreerde problematische schulden. Huishoudens met een laag inkomen, een huurwoning en zonder kinderen en zzp’ers hebben een grotere kans op problematische schulden. Mensen die er zelf niet meer uitkomen, kunnen een beroep doen op de schuldhulpverlening. Als gemeente heb je de verplichting inwoners met schulden te helpen. Dit is vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).
Man en vrouw zitten op de bank


Schuldhulpverlening: de integrale aanpak

Binnen de wettelijke kaders heb je als gemeente de ruimte de schuldhulpverlening zelf vorm te geven. Vrijwel altijd kijken gemeenten niet alleen naar de financiële problemen, maar ook naar problemen rond wonen, gezondheid, verslaving en de gezinssituatie. Een integrale aanpak dus. Daarbij is ook steeds meer aandacht voor gedrag en gedragsverandering. Want hoe beter hulpverleners begrijpen hoe mensen keuzes maken, hoe beter de schuldhulpverlening kan aansluiten.

 

Wat is schuldhulpverlening?

Bij schuldhulpverlening wordt vaak alleen gedacht aan het oplossen van schulden, maar het voorkomen van schulden is echter een essentieel onderdeel. Om te realiseren dat minder inwoners te maken krijgen met problematische schulden, kun je als gemeente verschillende preventieactiviteiten inzetten. Hierbij kun je onder andere denken aan het geven van voorlichtingen aan specifieke doelgroepen, adverteren via social media, adviesgesprekken aanbieden bij life-events en financiële educatie op scholen.

Per 1 januari 2021 heb je als gemeente de wettelijke taak om op basis van signalen over betalingsachterstanden die ontvangen worden van schuldeisers, binnen vier weken uit eigen beweging hulp aan te bieden (art. 4 lid 1Wgs). Om een goed bereik te hebben, zijn diverse signalen voor de vroegsignalering van schulden aangewezen. Het gaat hierbij om meldingen van huurachterstanden en betalingsachterstanden op de zorgpremie en op de energie- en drinkwaterrekeningen.

Het verschilt per gemeente hoe de aanmelding voor schuldhulpverlening geregeld is. Het is voor de burger in ieder geval belangrijk dat de toegang tot schuldhulpverlening laagdrempelig en breed toegankelijk is. Op het moment dat een burger zich meldt voor schuldhulpverlening, wordt allereerst de hulpvraag vastgesteld. Dit moet gedaan worden binnen 4 weken na de aanmelding (art. 4 Wgs). Wanneer blijkt dat er meer nodig is dan eenmalig advies, kan een burger een aanvraag indienen. Vervolgens wordt aan de hand van de hulpvraag een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld. Om tot een plan van aanpak te komen zal de schuldhulpverlener één of meerdere gesprekken voeren, waarin de persoonlijke en financiële situatie besproken wordt.

Wat is de rol van het wijkteam in schuldhulpverlening?

Mensen met schulden moeten zich in veel gemeenten eerste melden bij het wijkteam. Een goede samenwerking tussen wijkteams en schuldhulpverlening is dus heel belangrijk.

Om geldzorgen te voorkomen en/of op te lossen is de inzet van financiële begeleiding een essentieel onderdeel van schuldhulpverlening. Welke vorm van financiële begeleiding het meest passend is, is afhankelijk van het stressniveau en het denk- en doenvermogen van de cliënt. Als gemeente ben je vrij om te bepalen welke vormen van financiële begeleiding geboden worden. Je kunt denken aan het bieden van budgetcoaching, budgetbeheer, beschermingsbewind en/of organiseren van ondersteuning vanuit vrijwilligersorganisaties.

De afgelopen jaren is er een toename te zien in het aantal mensen dat onder beschermingsbewind is gesteld. Deze toename is een gevolg van een wetswijziging in 2014 waardoor mensen met problematische schulden geholpen kunnen worden met schuldenbewind. Dit wordt grotendeels uitgevoerd door private bewindvoerders. Om ervoor te zorgen dat gemeenten beter in staat zijn om de regierol van schuldhulpverlening te vervullen hebben gemeenten vanaf 1 januari 2021 een adviesrecht bij schuldenbewind. Dit houdt in dat de gemeente de rechter mag adviseren of een inwoner het beste geholpen is door voortzetting van het beschermingsbewind, of met een ‘lichtere vorm van gemeentelijke ondersteuning’.

Op het moment dat de inkomsten en uitgaven in balans zijn en de persoonlijke situatie stabiel is, wordt er gekeken welke mogelijkheden er zijn voor het oplossen van de schulden. De schuldhulpverlener bepaalt op basis van de hoogte van de totale schuldenlast, het aantal schuldeisers en de afloscapaciteit of er sprake is van een problematische schuldsituatie.

Op het moment dat de schuldsituatie niet problematisch is, kan er een regeling voor 100% betaling getroffen worden. Dit wordt vaak gedaan door middel van het treffen van betalingsregelingen of het herfinancieren van de schulden.

 

Wanneer er sprake is van een problematische schuldsituatie en een inwoner kan de schulden niet binnen 36 maanden volledig aflossen, dan kan de gemeenten een minnelijk schuldregelingstraject (msnp) opstarten. De inwoner is dan verplicht om al het inkomen boven het vrij te laten bedrag (vtlb) af te lossen gedurende een periode van 36 maanden. Voor het restant van de schulden wordt er finale kwijting aangevraagd. Dit kan met een schuldsanering of schuldbemiddeling. Bij schuldsanering geeft de gemeente een lening (saneringskrediet) waarmee de schuldeisers direct het bedrag krijgen uitbetaald waar zij mee akkoord zijn gegaan. De schuldenaar heeft dan nog alleen schuld bij de gemeente en betaalt dit in 36 maanden terug. Bij een schuldbemiddeling wordt er een prognosevoorstel gedaan aan de schuldeisers en ontvangen zij jaarlijks een deel van de aflossing. Voor beide regelingen geldt dat alle schuldeisers moeten instemmen met het betalingsvoorstel.

 

Wanneer een of meerdere schuldeisers weigeren kan de gemeente ondersteunen bij het aanvragen van een dwangakkoord (art. 287a Fw) of het indienen van een verzoek tot toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke persoon (Wsnp) (art. 284 Fw).

Niet in alle gevallen is het mogelijk om een oplossing te vinden voor (de gehele) schuldenproblematiek. Dit kan voorkomen bij situaties waarbij sprake is van recidive of geen stabiele financiële of persoonlijke situatie. In deze gevallen is het wenselijke dat de gemeente ondersteuning biedt bij het beheersbaar maken en houden van de schulden, tot het moment dat het wel mogelijk is om de schulden op te lossen.

Het doel van nazorg is het voorkomen van recidive in de zin dat mensen opnieuw met problematische schulden te maken krijgen. Een nazorg traject zal op individueel niveau afgestemd moeten worden. Het houdt in ieder geval in dat:

  • de persoonlijke en financiële situatie van de klant geëvalueerd wordt;
  • de klant adviezen krijgt;
  • de bevindingen geregistreerd worden.
Een bezorgde vrouw aan tafel

Stress sensitieve dienstverlening

Wetenschappelijk inzichten over de doorwerking van chronische stress op het gedrag van mensen spelen een steeds grotere rol bij de vormgeving van de schuldhulpverlening. Waar de overheid enerzijds steeds meer verwacht van de inwoner, is er anderzijds steeds meer bewustzijn dat de zelfredzaamheid daalt op het moment dat er sprake is van stress en schaarste. Stress sensitieve dienstverlening zorgt voor een balans tussen de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner en de ondersteuning van de professional. Gemeenten hebben hierin een grote rol. Stress sensitief werken bestaat uit diverse bouwstenen die verweven kunnen worden in de dagelijkse uitvoeringspraktijk. Het is een manier van werken en een manier van bejegening.

Kennisbank Inzicht Sociaal Domein

Heb je behoefte aan praktische, inhoudelijke en actuele ondersteuning bij vraagstukken rondom schuldhulpverlening? Dan is Inzicht schuldhulp de oplossing. Naast een actuele en juridische kennisbank ontvang je de nieuwsbrief en kunt je onder meer gebruikmaken van de helpdesk en 1 dagdeel advies op locatie.

Waarborgfonds saneringskredieten

Op 13 december 2021 is het Waarborgfonds saneringskredieten gelanceerd. Er is € 30 miljoen door de regering beschikbaar gesteld.

Het doel is om problematische schulden van mensen sneller af te kunnen wikkelen door middel van de inzet van saneringskredieten. Met saneringskredieten ontvangen de schuldeisers in één keer het bedrag dat in een schuldregeling is overeengekomen van de kredietbank, tegen finale kwijting van de restschuld. Mensen met schulden houden zo alleen de kredietbank over als schuldeiser, waardoor zij minder stress ervaren. Om de inzet van saneringskredieten daadwerkelijk te vergroten, zal dit ook om extra vaardigheden van de schuldhulpverleners vragen.

Aanpak Geldzorgen, armoede en schulden

De aanpak Gelzorgen, Armoede en Schulden van het kabinet bestaat uit een groot aantal acties, initiatieven en maatregelen op diverse terreinen. Het kabinet trekt bij de uitvoering samen op met gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, uitvoeringsorganisaties, de wetenschap en ervaringsdeskundigen. Met als concrete doelen een halvering, ten opzichte van 2015, van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2025, en een halvering van het aantal mensen in armoede en het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030.

Een aantal maatregelen dat de regering wil treffen:

Blijf op de hoogte

Onze experts bloggen regelmatig over o.a. actualiteiten, schuldhulp, armoede en stress. Lees meer over de ontwikkelingen op het gebied van schuldhulpverlening. Wil je altijd op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en onze nieuwste blogs?

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mr. Corinne Berhitu helpt je graag verder.