Het effect van taal in het sociaal domein

Het duurde even voordat hij begreep waarover het ging. Hij had deze vrouw een paar weken ervoor gesproken over een bijstandsuitkering. In de brief had hij vermeld dat de dochter van mevrouw ‘een Wajonguitkering genoot’. Het kostte hem een half uur om de vrouw uit te leggen dat ‘een uitkering genieten’ echt iets anders betekent dan ‘van een uitkering genieten’. Maar de toon was gezet en het vertrouwen van de klant in de gemeente had een deuk opgelopen.

Door de ogen van de lezer

Dit voorbeeld geeft aan welk onbedoeld effect taal kan hebben. Een formulering die voor u heel normaal is, kan voor een klant verwarrend zijn. Hoe voorkomt u dat u boze klanten aan de balie of de telefoon krijgt, terwijl u het beste met hen voor hebt? Lees uw brief eens door de ogen van de ontvanger. Verplaats u in zijn of haar situatie. Hoe komt uw brief dan over? Begrijpt uw lezer de ambtelijke taal? Schrikt die misschien van alle zinnen met ‘u dient’ en ‘het is verplicht’? Snapt die wat er van hem verwacht wordt?
voor de lezer begrijpelijke U kunt boosheid, onbegrip en weerstand vaak voorkomen door in brieven voor de lezer begrijpelijke taal te gebruiken..

Tip!

Wilt u samen met collega’s de kwaliteit van communicatie naar inwoners verbeteren?
Volg dan samen met uw team de Training rapporteren en beschikkingen schrijven in begrijpelijke taal.

Begrijpelijke taal

Teksten in begrijpelijke taal bevatten:

  • een duidelijke structuur;
  • korte en actieve zinnen;
  • veelvoorkomende, concrete woorden.

De meeste mensen vinden teksten die aan deze kenmerken voldoen het prettigst om te lezen, ook hoogopgeleide mensen! Een vaak aangehaald onderzoek hierover is dat van Jakob Nielsen. Hij onderzocht wat de effecten zijn bij laag- en hoogopgeleide mensen als je een tekst eenvoudig maakt. Hij ontdekte dat zowel laag- als hoogopgeleide mensen een vereenvoudigde tekst

  • sneller kunnen lezen;
  • beter begrijpen;
  • en meer waarderen.

Niet alleen in brieven

Klare taal is niet alleen belangrijk in brieven. Ook rapportages, werkinstructies, beleidsregels en verordeningen worden beter gelezen en begrepen als die in begrijpelijke taal zijn geschreven.
Lees dit voorbeeld uit een handboek eens:
‘Een bijstandsgerechtigde die in het weekeinde in het buitenland verblijft, houdt het recht op ongekorte bijstand, indien in de werkdagen dat in Nederland wordt verbleven, de inschakeling in het arbeidsproces niet wordt belemmerd en controle op de rechtmatigheid van het verlenen van de bijstand mogelijk blijft.’
En dit:
‘Een klant verblijft ieder weekeinde in het buitenland. Dit heeft geen invloed op zijn bijstandsuitkering als:

  • hij op werkdagen (maandag tot en met vrijdag) in Nederland is;
  • hij alle arbeidsverplichtingen nakomt, en
  • het mogelijk blijft om te controleren of hij nog recht heeft op de uitkering.’

Ook als u bijstandsexpert of jurist bent, hebt u de 2e variant waarschijnlijk sneller gelezen dan de 1e variant. De tekst is overzichtelijker en u hoeft minder na te denken om deze goed te begrijpen. U ziet snel of u de uitkering moet korten of juist niet.

Positief effect van begrijpelijke taal

Begrijpelijke taal gebruiken heeft altijd een positief effect. Lezers snappen de inhoud van uw boodschap sneller en beter. U voorkomt onbegrip en irritatie bij de lezer, of woede zoals in het voorbeeld aan het begin van deze blog. Misschien maakt u uw lezer zelfs blij met uw tekst! Dus waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan?

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Annemieke Wildenburg helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.