Hoe dwingend is het opleggen van een zoekperiode aan jongeren in de Participatiewet?

hero afbeelding Hoe dwingend is het opleggen van een zoekperiode aan jongeren in de Participatiewet?
12 maart 2019

Vraag

De zoekperiode van 4 weken in de Participatiewet (PW) geldt voor alle jongeren onder de 27 jaar (artikel 41 lid 4 PW). Is dit artikel nog wel van deze tijd, vraag ik mij af. De zoekperiode is bedoeld om jongeren aan te sporen terug naar school te gaan of om aan het werk te gaan. Daar is op zich niets mis mee. Maar met de invoering van de PW is de doelgroep jongeren behoorlijk uitgebreid. Nu zitten er jongeren bij die het simpel gezegd niet aankunnen om terug naar school te gaan of op eigen houtje te gaan werken in loondienst. Het lijkt me daarom logisch om voor deze jongeren een uitzondering te maken in die zin dat voor hen geen zoekperiode van 4 weken hoeft te gelden. Is dat toegestaan?

Antwoord

De bepaling over de zoekperiode van 4 weken die u aanhaalt dateert nog uit het tijdperk van de Wet Investering Jongeren en is bij het intrekken van die wet opgenomen in wat nu de Participatiewet heet.
Een dergelijke algemene bepaling veronderstelt dat zo ongeveer iedere jongere onder de 27 jaar erin zal slagen binnen de wettelijk toegestane tijd een geschikte opleiding of baan te vinden. Inmiddels leert de praktijk dat er een aanzienlijke groep kwetsbare jongeren is die niet zo zelfredzaam is. Voor deze jongeren zou de zoekperiode niet moet gelden. In deze situatie schiet de zoektijd zijn doel voorbij en komt het er in de praktijk op neer dat alleen maar langer moet worden gewacht met het indienen van een aanvraag voor een uitkering.
Toch voert het ook weer te ver om de doelgroep kwetsbare jongeren helemaal geen zoektijd op te leggen. Ook voor kwetsbare jongeren zijn er voorzieningen waar zij, of hun ouders, zich actief voor moeten inzetten. Denk aan het beschut werk en werk met loonkostensubsidie. Maar is het duidelijk dat de aanmelding voor deze voorzieningen al gedaan is, maar is er – om bij instituties gelegen redenen –  geen werkaanbod op zeer korte termijn? Dan is er niets wat de gemeente weerhoudt om (door toepassing van artikel 18 PW) voor maatwerk te kiezen en de zoekperiode buiten beschouwing te laten.
Ook SZW onderkent dit probleem. In een brief aan de Tweede Kamer blijkt dat de staatssecretaris gaat onderzoeken of jongeren (tot 27 jaar) met een arbeidsbeperking uitgezonderd moeten worden van de zoekperiode van 4 weken die in de PW geldt. Dit voorbeeld staat niet op zichzelf. In de Tweede Kamer werd op 12 februari 2019 de motie aangenomen om geen wachttijd voor een bijstandsuitkering op te leggen aan mensen die net ontslagen zijn uit de gevangenis. Bij asielzoekers adviseert SZW om de zoekperiode samen te laten vallen met de laatste 4 weken van het verblijf in het asielzoekerscentrum (Verzamelbrief SZW 2014-3, nr. 2014-187102).
Een vergelijkbare oplossing is mogelijk als een nieuwe bijstandsperiode ontstaat na een tijdelijk dienstverband. Dan is het advies van SZW de zoekperiode te laten samenvallen met de laatste 4 weken van het tijdelijke contract (https://inzichtsociaaldomein.nl/Domeinen/Alles/Art-41-PW). Kortom, de zoekperiode kan met beleid worden toegepast.Meer weten?
Wilt u meer weten over het opleggen van de zoekperiode aan jongeren in de Participatiewet? Neem contact op met de helpdesk Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen abonnement op onze juridische kennisbank? Vraag een gratis proefabonnement aan.

Anderen bekeken ook