Leermiddelen voor het onderwijs: Van pleisters plakken naar structureel eenvoudiger en overzichtelijker

Lees nu hoe u leermiddelen voor het onderwijs direct en eenvoudig lokaal kunt inzetten.

hero afbeelding Leermiddelen voor het onderwijs: Van pleisters plakken naar structureel eenvoudiger en overzichtelijker
27 juni 2023

De huidige aanpak, waarbij pleisters worden geplakt op allerhande inkomenstekorten, blijkt in de praktijk veel te complex te zijn. Gemiddeld 23 verschillende vormen van inkomensondersteuning hebben mensen met de laagste inkomens. Vaak moeten ze die apart en bij verschillende loketten aanvragen. En gelden er voor verschillende regelingen verschillende inkomensgrenzen. Een steeds grotere groep mensen lukt het niet om rond te komen met het inkomen dat ze hebben. Zij zijn daardoor financieel ongezond of kwetsbaar. Deze analyse wordt steeds breder gedeeld in Nederland, ook door de overheden zelf. Het sociaal minimum zal structureel omhoog moeten.

Bestaanszekerheid

Lokaal minima- of armoedebeleid is in de loop der jaren ingezet om mensen uit de laagste inkomensgroepen mee te kunnen laten doen aan de samenleving. Tegenwoordig wordt die term steeds vaker vervangen door begrippen als bestaanszekerheid en kansengelijkheid.

Bestaanszekerheid is ‘na kunnen denken over de dag van morgen, en niet alleen maar hoeven nadenken over wat je vandaag moet doen om te overleven. Ze kent een aantal aspecten:

  • Een voldoende en voorspelbaar inkomen.
  • Mensen hebben werk dat loont, en werkzekerheid.
  • De basisvoorzieningen wonen en zorg zijn bereikbaar voor iedereen.
  • De menselijke maat is terug: de overheid steunt mensen wanneer dat nodig is, vanuit vertrouwen en empathie. Waarbij de situatie van de inwoner centraal staat en niet de regels.

Gelukkig zien we positieve ontwikkelingen, zoals de voorgenomen wijzigingen in de Participatiewet en verbetering van de verschillende toeslagen, het aanpakken van al te gemakkelijke flex-arbeid, et cetera. Daarnaast is er de groeiende erkenning dat mensen met geldgebrek vaak kampen met chronische stress, wat hun denk- en doenvermogen aantast.  En dat er dus een meer mensgerichte aanpak in de dienstverlening nodig is.

Eenvoudiger, overzichtelijker, eerlijker

Iedereen is het er wel over eens: het moet eenvoudiger en simpeler en eerlijker, met gelijke kansen.

Maar structurele stelselwijzigingen duren lang. Daarom hebben we voorlopig noodzakelijk pragmatisme nodig. Regelen wat nodig is binnen de bestaande mogelijkheden en kaders, maar wel alvast zo simpel en eenvoudig mogelijk.

In deze blog lichten we een onderdeel uit de armoedevoorziening voor kinderen: de leermiddelen voor het onderwijs. We hebben gezocht naar een mogelijkheid die nu direct en eenvoudig lokaal is in te zetten. Met als doel om het vooral voor de mensen die het betreft eenvoudiger en overzichtelijker te maken.

Onderwijs is een grondrecht

Onderwijs is een grondrecht voor kinderen en een basisvoorziening in elk land. Het onderwijs speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van bestaanszekerheid en kansengelijkheid voor kinderen. Alleen: om te kunnen meedoen op school hebben gezinnen met de laagste inkomens enkele hindernissen te nemen. Van de ouders wordt verwacht dat zij de kosten voor leermiddelen betalen, zoals computers, mobiele telefoons, rekenmachines, gymkleding, schoolspullen en schoolactiviteiten (eigen bijdragen).

Als je dat geld niet hebt, kun je in Nederland voor leermiddelen een beroep doen op de gemeente en op …. particuliere vrijwilligersorganisaties, zoals Stichting Leergeld. Stichting Leergeld is een vereniging van 112 lokale stichtingen, die voor kinderen in de leeftijd van 4 – 18 jaar voorzieningen kunnen toekennen. Vaak leermiddelen, zoals computers en rekenmachines, maar ook fietsen, kleding en andere benodigdheden. Leergeld is aanwezig in 75% van de gemeenten. In de andere gemeenten zijn er soms vergelijkbare organisaties onder een andere naam. Al deze stichtingen voorzien in (financiële) tekorten bij gezinnen en doen goed werk.

Veel van deze lokale stichtingen worden gesubsidieerd door gemeenten en via het ministerie van SZW, aangevuld met donaties van bedrijfsleven en/of particulieren. Deze indirect wijze van financiering door overheidsorganen roept wel vragen op: waarom moeten we in een rijk land als Nederland voor onze meest elementaire grondrechten, zoals het kunnen volgen van onderwijs, terugvallen op particulier initiatief en ‘liefdadigheid’?

Principieel

Het principe zou moeten zijn dat alle scholen (primair en voortgezet onderwijs) voorzien in alle leermiddelen die nodig zijn voor school.  Als onderwijs een grondrecht is voor kinderen en bij moet dragen een kansengelijkheid, hebben kinderen ook recht op een zo gelijk mogelijke start. Kinderen kiezen immers niet in wat voor gezinssituatie ze opgroeien, dat is voor hen een gegeven waar ze geen invloed op kunnen uitoefenen.

Het is ronduit zorgwekkend dat ouders van kinderen die in armoede leven voor noodzakelijke leermiddelen aan moeten kloppen bij een externe partij of een liefdadigheidsfonds.

Als we hiervoor nu eens streven naar een eenvoudiger en logischer systeem waarbij álle kinderen gelijke kansen krijgen op school? Dat alles wat noodzakelijk is voor het onderwijs via de school wordt aangereikt en geregeld? Dit betekent dat scholen voorzien in de leermiddelen die nodig zijn voor hun leerlingen en dat ze hiervoor (idealiter) geheel gefinancierd worden door de overheid. Net zoals bij de kinderbijslag gebeurt, die is er immers ook voor álle kinderen.

Maar daar zijn we nog niet. Wat kan er wel binnen de huidige situatie?

Dichtbij

Een mogelijke oplossing om het beleid rondom armoede en onderwijs eenvoudiger en effectiever te maken, is door Stichting Leergeld of een vergelijkbare organisatie te integreren in scholen. In sommige gemeenten is die samenwerking al top geregeld. Een voorbeeld: via een contactpersoon vanuit het schoolpersoneel of – zoals bij een basisschool in Brabant – een gepensioneerde leerkracht werd intermediair bij Leergeld en zij is 1x per week tijdens de lunchpauze op school aanwezig voor signalering en doorverwijzing. Op heel veel plaatsen is er echter nog veel winst te behalen, zoals een recent onderzoek van de Vereniging Openbaar Onderwijs, ‘Armoedebeleid op scholen’, laat zien.

We weten uit ervaring dat korte lijnen, persoonlijke bekendheid en aandacht het allerbeste werken om mensen te bereiken. Door letterlijk de afstand te verkleinen kunnen leerkrachten en Leergeld-medewerkers of andere intermediairs nauw samenwerken. Zo kunnen de kracht, de expertise en de middelen van Leergeld en vergelijkbare organisaties dicht bij het onderwijs worden ingezet om ervoor te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen en vanzelfsprekend alle benodigde leermiddelen krijgen.

Voor scholen is dit een win-win situatie, want er is expertise in huis, die niet afleidt van de onderwijstaak. Voor Leergeld en vergelijkbare organisaties een win-win, want zij kunnen doen waar ze goed in zijn, dicht op de doelgroep die het zo broodnodig heeft.

En wat is hierin dan de rol van gemeenten? Gemeenten hebben er op allerlei manieren baat bij om een dergelijke samenwerking te versterken. Tot hun werkzaamheden behoren immers het regievoeren van armoedebeleid, het financieren van armoedevoorzieningen, het geven van subsidie aan onder andere Leergeld, het bewaken van de leerplicht en het stimuleren van kansengelijkheid. Gemeenten zouden het als hun taak kunnen zien om te bewerkstellingen dat dat wat nodig is als vanzelfsprekend ook daar terecht komt waar het nodig is. Zonder omwegen of obstakels.

En voor de toekomst: alle leermiddelen via het onderwijs; eenvoudiger, overzichtelijker en eerlijker.

Dat is voor álle kinderen een grondrecht en van belang voor de toekomst van ons land.

Bij het schrijven is met Leergeld Amsterdam en Leergeld Nederland het idee in deze blog besproken, waarvoor dank!

Sinds augustus 2021 mogen scholen geen kinderen meer uitsluiten van activiteiten.

Anderen bekeken ook