Wij hebben de volgende vraag: een klant heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland, maar is in bezwaar gegaan. Het bezwaar is ongegrond verklaard en nu is de klant in beroep gegaan. Het bezwaar is op 21-5-2019 ongegrond verklaard en de uitkering staat tijdelijk stop met ingang van 1-6. Nu is mijn vraag, heeft deze klant recht op een uitkering nu hij in beroep is en beroep in Nederland mag afwachten? Ook wordt er hier gesproken over het feit dat wij de uitkering niet mogen beëindigen met terugwerkende kracht zodat de klant niet met een vordering wordt opgezadeld. Wat is hier in de werkwijze en wat zegt de wet daarover?
Alleen tijdens het aanwenden van het éérste rechtsmiddel, in dit geval bezwaar, blijft de vreemdeling gelijkgesteld met een Nederlander (art. 11, 3e lid onder b PW). Dat de klant het beroep mag afwachten in Nederland betekent dus wél dat hij nog rechtmatig in Nederland verblijft, maar niet dat hij nog steeds met een Nederlander gelijkgesteld kan worden nu beroep – na een bezwaarprocedure – het twééde rechtsmiddel is. In een asielprocedure is beroep wel het 1e rechtsmiddel (en hoger beroep het 2e). Zie ook deze uitspraak
Wat betreft met terugwerkende kracht intrekken en de klant zo met een vordering opzadelen: U mag niet de bijstand terugvorderen vanaf het moment dat de verblijfsvergunning is ingetrokken. Een verblijfsvergunning kan namelijk ook met terugwerkende kracht worden ingetrokken. U mag wel de bijstand terugvorderen vanaf de datum dat (in dit geval) het bezwaar ongegrond is verklaard. In onderstaande casus dus vanaf 21-5-19. Of u dan de periode 21-5-19 tot 1-6-19 terugvordert of daarvan afziet, is afhankelijk van gemeentelijk beleid. De kans dat de klant gaat betalen is natuurlijk erg klein nu hij ‘illegaal’ is geworden.