Lastige casus Lea getackeld door omgekeerde toets

Lea is begin 30, heeft sinds 10 jaar een uitkering en sinds 5 jaar een vriend met wie zij vermoedelijk samenwoont. Geconfronteerd met de bevindingen uit het onderzoek ontkent ze de samenwoning niet. Ze dreigt de prostitutie in te gaan als haar uitkering stopt. Haar vriend heeft inkomsten boven de bijstandsnorm.

De bewoners in de wijk hebben last van dit gezin. Er zijn regelmatig meldingen bij de politie van huiselijk geweld, waarbij Lea haar vriend slaat en andersom. Bovendien bestaat het vermoeden dat vanuit dit huis wordt gedeald in drugs en dat Lea zich prostitueert.
5 jaar na het signaal dat Lea zeer waarschijnlijk samenwoont is ze geconfronteerd met de bevindingen uit het onderzoek. Het kan haar niet schelen dat de regels zo zijn, voor haar geldt dat ze niet op kosten van haar vriend wil leven. Ze wil een eigen uitkering. De samenwoning ontkent ze niet. Wat ze gaat doen als haar uitkering stopt? Zelf geeft ze aan “dat ze goud tussen haar benen heeft.” Met andere woorden, ze dreigt de prostitutie in te gaan. Bovendien dreigt ze haar vriend in dat geval het huis uit te zetten en opnieuw een uitkering aan te vragen. Anderzijds heeft ze zulke dingen al vaker beweerd, maar nog nooit uitgevoerd.

Oplossing omgekeerde toets

  1. Het effect

    Er is niet echt een gezamenlijk effect vastgesteld. Lea wil (zo lijkt het) haar vriend in huis hebben én een uitkering krijgen. Wat de gemeente wil is: (1) Verslaving aanpakken, (2) Dagritme opbouwen, (3) Voorkomen dat Lea in de prostitutie terechtkomt.

  2. Grondwaarden van de wet

    Onder de grondwaarden van de Wmo valt het meedoen aan het maatschappelijk leven. Lea wil zelfredzaam zijn. Op grond van de complementariteit moet ze zelf eerst doen wat ze kan, de gemeente helpt. Samen met haar partner is ze in staat om haar bestaansminimum te garanderen. Daar hoeft de gemeente geen rol in te spelen. Het voorkomen dat ze in de prostitutie komt is geen doel van de Wmo of de PW.

  3. Ethische aspecten

    Er speelt veel huiselijk geweld binnen dit gezin en het risico bestaat dat Lea in de prostitutie belandt. Allebei zeer onwenselijk. De vraag is wat het stoppen of continueren van de uitkering voor effect heeft op deze twee zaken. Er lijkt geen verband te zijn. Er is voldoende inkomen, dus werk in de prostitutie is niet noodzakelijk om in het bestaan te voorzien. Met andere woorden, er is geen causaal verband tussen het stoppen met de uitkering en werken als prostituee. Het voortzetten van de uitkering lijkt nadelig voor de buurt. Er is veel overlast. Het is de vraag wat het doet met het vertrouwen in de overheid als voor de buurt volstrekt helder is dat dit gezin ten onrechte bijstand krijgt, maar dit wel blijft voortduren. Dat geeft een negatief signaal af.

  4. Randvoorwaarden

    In dit geval was de gemeente al 5 jaar op de hoogte van het feit dat de uitkering niet conform de regels werd verstrekt. Het interventieteam was op de hoogte en heeft handhaving gevraagd om geen onderzoek te doen. Pas na 5 jaar heeft handhaving het onderzoek kunnen oppakken. Er ligt nu een aantal keuzes voor:

  • Per welke datum wordt de uitkering ingetrokken ( 54, derde lid PW)? Het is lastig om met terugwerkende kracht aan te tonen per wanneer Lea samenwoont. Het is van belang om een datum te kiezen per wanneer dit met zekerheid vastgesteld en aangetoond kan worden. Bijvoorbeeld omdat er per die datum post voor haar vriend op het adres komt, hij bij zijn werkgever een ander adres heeft opgegeven, zijn ‘oude’ woning is verhuurd aan een ander, enzovoort. De bewijslast is stevig.
  • Er moet een keuze worden gemaakt tussen bestuurlijke boete of aangifte (PW art. 18a, Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude). Aangifte is mogelijk, ook als de aangiftegrens niet wordt overschreden, omdat hier samenloop is met andere strafbare feiten.
  • Wordt een boeteonderzoek opgestart, dan is het raadzaam om de rol van de gemeente mee te nemen in de vaststelling van de hoogte van de boete 2a Boetebesluit socialezekerheidswetten Deze situatie was al lang bekend bij de gemeente, maar er is besloten daar niet op te handelen. Die keuze komt (deels) voor rekening en risico van de gemeente.
  • Het voortzetten van de uitkering waar op geen enkele manier recht op bestaat past niet in de wettelijke kaders en is dus niet aan de orde. Een accountant zal dit als fout aanmerken. Er zijn geen omstandigheden denkbaar die afwijking van het wettelijk kader in deze situatie nodig maken.

Dat kan met onze juridische kennisbank Inzicht Sociaal Domein

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Handreiking Minimaregelingen en zelfstandigen

Stimulansz heeft in opdracht van het ministerie van SZW een handreiking geschreven over de uitvoering van de minimaregelingen bij de doelgroep zelfstandigen. Deze handreiking geeft inzicht en handvatten om de minimaregelingen goed in te kunnen zetten bij de doelgroep zelfstandigen. De handreiking bevat achtergrondinformatie, praktische informatie, voorbeelden en advies.

Casusbesprekingen: hoe de Omgekeerde Toets® helpt

De Omgekeerde Toets® is niet alleen helpend in het gesprek met de inwoner, maar ook bij casuïstiekbesprekingen. Dit helpt om te leren werken met de Omgekeerde Toets®. En het helpt om te blijven leren van elkaar. Maar hóe zet je de Omgekeerde Toets® in bij casuïstiek? Opleidings- en organisatieadviseur Laurens Bouw geeft nuttige tips.

40 jaar interne controle: van Exelletjes naar KiC

Elke euro die een gemeente uitgeeft, moet rechtmatig worden besteed. Als interne controleur hield Hans Vugts daar toezicht op, met behulp van de tool Kwaliteit in Controle (KiC). Eind 2024 ging hij met pensioen. “KiC helpt interne controleurs hun werk goed te doen. De tool is gebruiksvriendelijk, overal toegankelijk en biedt handige overzichten.”