Overzicht
Na deze e-learning…
- kun je loonstroken lezen en de juiste inkomsten vullen in de vtlb-calculator;
- weet je in welke situaties correcties in het vtlb mogelijk zijn;
- begrijp je de opbouw van de vtlb-berekening;
- ben je in staat om de aflossingscapaciteit te bepalen.
Voor wie?
- iedereen die een vtlb-berekening moet maken.
Zo ziet de training eruit
De training begint met een e-learning, waarin je op een afwisselende manier je kennis kunt bijspijkeren. We wisselen schriftelijke informatie af met video’s van de trainer, praktijkgerichte casussen en opdrachten. Na de e-learning volgt een fysieke groepsbijeenkomst van één dagdeel. Hier kun je vragen stellen over de hoofdstukken die je hebt gelezen en ga je praktisch aan de slag met het berekenen van het vtlb.
Waarom een blended training?
Een fysieke training over vrij te laten bedrag wordt vaak als intensief ervaren. Daarom hebben wij een e-learning ontwikkeld, zodat je zelf bepaalt wanneer en hoe snel je de stof doorneemt.
De blended training is opgenomen in de lijst van erkende bijscholingen van het KIWA. Dit betekent dat je na afronding van de training PE-punten krijgt.
Groepsbijeenkomst
De fysieke groepsbijeenkomst duurt ongeveer 3 uur. Het is belangrijk dat je vooraf de e-learning hebt doorgenomen. Ongeveer 2 weken voor de groepsbijeenkomst ontvang je een casusopdracht, waarbij je zelf aan de slag gaat en een vtlb-berekening maakt.
Zelfstudie
Je hebt één jaar toegang tot de e-learning. Na deze periode kun je tegen een jaarlijks onderhoudstarief de toegang behouden. De geschatte duur voor de thuisstudie hangt af van jouw kennis en ervaring. Gemiddeld kost het afronden van de e-learning 6 tot 10 uur.

Vragen of advies nodig?
Jaqueline Clemens helpt je graag verder.
Dit ga je leren
Een vtlb-berekening (vrij te laten bedrag) is een berekening die bepaalt hoeveel geld iemand in een schuldregeling of loonbeslag minimaal nodig heeft om van te leven. Het vtlb beschermt mensen in financiële problemen tegen te zware betalingsverplichting, zodat ze voldoende overhouden voor hun basisbehoeften, zoals huur, voeding en zorgkosten.
In deze training leer je hoe je als professional binnen het sociaal domein zelfstandig een vtlb-berekening kunt maken.

Programma
De beslagvrije voet en de correcties in het nominaal bedrag vormen samen het vrij te laten bedrag. Het is daarom belangrijk om te weten hoe de beslagvrije voet tot stand komt. In dit hoofdstuk leggen we uit welke informatie relevant is voor de berekening van het vrij te laten bedrag.
Sinds 1 januari 2021 is het nog belangrijker geworden om de inkomsten goed in te voeren in de vtlb-calculator. Dit komt omdat de beslagvrije voet onder andere bepaald wordt door de hoogte van het inkomen. Daarom moet je de juiste informatie uit een loonstrook halen en het verschil te weten tussen het bruto, fiscaal en netto salaris. Tijdens de e-learning richten we ons op het lezen van loonstroken. In dit hoofdstuk komen verder onder andere de volgende onderwerpen aan bod:
- inkomsten die meetellen voor het vtlb;
- belastingtoeslagen;
- onkostenvergoedingen;
- inhoudingen die bij het netto inkomen opgeteld moeten worden;
- 13e maand, eindejaarsuitkeringen en bonussen;
- overwerk.
In het hoofdstuk over de uitgaven behandelen we de correcties in het nominaal bedrag. Welke uitgaven mogen gecorrigeerd worden en welke niet? Belangrijke onderwerpen hierbij zijn:
- huurwoning, servicekosten en all-in huur;
- koopwoning en hypotheken;
- reiskosten (van fiets tot lease-auto);
- kinderopvang;
- slimentatie;
- overige correcties.
Naast het correct invoeren van de gegevens, is het ook belangrijk om de aflossingscapaciteit correct te berekenen. Er zit meestal verschil in de aflossingscapaciteit per maand en de aflossingscapaciteit die in het voorstel aan de schuldeisers wordt aangeboden. Dit komt door het vakantiegeld en het extra incidentele salaris. Voor de schuldregelaars in het minnelijk traject wordt ook uitleg gegeven over de afloscapaciteit voor mensen met een laag inkomen (op basis van de NVVK methode).
In het laatste hoofdstuk besteden we aandacht aan de bijzondere leefsituaties. Deze leefsituatie zijn natuurlijk niet écht bijzonder, maar het vraagt wel de nodige aandacht bij het maken van een vtlb-berekening. De volgende leefsituaties komen hierbij aan bod:
- geen gemeenschap van goederen;
- beperkte gemeenschap van goederen;
- niet beiden in regeling;
- meerderjarige inwoners.