(Wettelijk) ‘vergisrecht’ voor de burger?

Het vergisrecht helpt burgers procedurele fouten te herstellen zonder zware gevolgen. Lees meer in de nieuwe blog van mr. Annelien Tienstra.
Vrouw aan het werk

De afgelopen jaren staat het vertrouwen in de overheid onder druk, onder andere door de toeslagenaffaire. Er is een roep om maatwerk en om rekening te kunnen houden met de persoonlijke omstandigheden van mensen. Er zijn verschillende initiatieven en voorstellen om de menselijke maat meer terug te brengen in het bestuursrecht en een responsieve overheid te creëren met oog voor de burger. Een van die initiatieven is het ‘vergisrecht’: het recht voor burgers om procedurele fouten te herstellen. Dit recht wordt ook genoemd in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet: “Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.”

Aanleiding

In 2021 deed Pieter Omtzigt in een motie al een voorstel voor een vergisrecht. Doel van de motie, die de Tweede Kamer ook heeft aangenomen, was om de rechtspositie van de burger te beschermen: er zou meer ruimte moeten komen voor burgers om procedurele fouten te herstellen. De burger zou niet te hard afgerekend moeten worden op kleine fouten. Naar aanleiding van de motie is in het wetsvoorstel ‘Wet versterking waarborgfunctie Awb’ een zogenaamde ‘burgerlus’ opgenomen. Volgens Rens Koenraad, docent Bestuursrecht aan Tilburg University, geeft zo’n burgerlus de burger echter niet genoeg bescherming in de fase vóór de beroepsfase – de besluitvormingsfase. Volgens hem zou er een afzonderlijke regeling voor een vergisrecht moeten komen. Vanwege de nood voor een snelle oplossing komt Koenraad zelf met een eigen initiatiefwetsvoorstel voor een vergisrecht, die hij in februari op LinkedIn bekendmaakte. Zijn huidige voorstel is een levend document en hij nodigt collega-juristen en andere deskundigen uit om hun visie op het voorstel te geven. Ook zamelt hij feedback in bij instanties als Belastingdienst, Dienst Toeslagen, DUO, VNG, UWV en Divosa.

Wat is een vergisrecht?

Onder vergisrecht verstaat Koenraad: de mogelijkheid voor de burger om een administratieve slordigheid te herstellen zonder direct te worden geconfronteerd met juridische consequenties in de vorm van (a) het buiten behandeling laten of afwijzen van een aanvraag dan wel (b) een bestuurlijke sanctie zoals een terugvordering of een boete. Het gaat dan om een apart wettelijk geregeld vergisrecht.

De kern van de regeling van het vergisrecht wordt neergelegd in titel 4.1 Awb, met name de artikelen 4:5, 4:7 en 4:8 Awb. Het gaat dus vooral om beschikkingen (bij een aanvraag). De aanvrager krijgt een redelijke termijn voor het herstel van verzuimen. Een bestuursorgaan beslist alsnog inhoudelijk op een aanvraag als een belanghebbende de fout herstelt. En in 4:9 Awb krijgt de burger een redelijke termijn om als er een voornemen komt en er bijvoorbeeld blijkt dat er bepaalde gegevens missen, die alsnog aan te vullen.

Wat is er al mogelijk bij vergissingen?

Op dit moment heeft het bestuur wettelijk ook al verschillende mogelijkheden om soepel om te gaan met vergissingen die een burger maakt.

Je zou kunnen stellen dat in 4:5 Awb al de mogelijkheid bestaat voor bestuursorganen om rekening te houden met vergissingen van burgers. Artikel 4:5 Awb, die gaat over buitenbehandelingstelling, is namelijk een ‘kan- bepaling’. Als er bepaalde gegevens ontbreken maak je als bestuursorgaan een belangenafweging. Je kunt er ook voor kiezen de aanvraag niet buiten behandeling te stellen maar iemand (nog een keer) de gelegenheid bieden de fout te herstellen. In de praktijk wordt artikel 4:5 Awb echter soms streng uitgelegd en gaan gemeenten over tot buitenbehandelingstelling. Maar dat hoeft dus niet; wettelijk hebben gemeenten daar ruimte in. Ook heeft de Centrale Raad in de uitspraken van 13 december 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:2793) en 25 april 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:679) geoordeeld dat de gemeente onder omstandigheden terug moet komen op een op zich terechte buiten behandelingstelling of opschorting en intrekking. Daardoor is in de praktijk met terugwerkende kracht bijstand mogelijk. Daarvoor is wel nodig dat betrokkene op tijd en nieuwe aanvraag indient of de gegevens alsnog overlegt. Hierin zit dus een zeker vergisrecht verscholen.

De medewerkingsplicht in de bijstand (artikel 17 lid 2 Participatiewet) is een ander voorbeeld waarin de gemeente ruimte heeft bij vergissingen. Die plicht houdt in dat je als burger moet meewerken als de gemeente je bepaalde dingen vraagt. Bijvoorbeeld als je bewijsstukken moet overleggen. Als iemand zich vergist en bijvoorbeeld is vergeten om loonstroken of nota’s in te leveren, dan kan dat zeer nadelige gevolgen hebben. Als er na een hersteltermijn geen reactie komt, kan dit leiden tot opschorting (met een verzoek om alsnog stukken aan te leveren) en uiteindelijk tot intrekking van de uitkering (op grond van artikel 54 lid 4 Pw). De artikelen over de gevolgen van de medewerkingsplicht zijn echter ‘kan-bepalingen’. Dus het bestuursorgaan kan beslissen om niet over te gaan tot opschorten of intrekken en bijvoorbeeld in de standaardwerkwijze opnemen dat ze even bellen als de gegevens niet komen.

Een ander voorbeeld is de inlichtingenplicht in de Wmo (artikel 2.3.8 Wmo). De gevolgen van een schending daarvan zijn minder heftig dan bij de inlichtingenplicht in de Participatiewet. De verplichting tot intrekking en vervolgens terugvordering, is in de Wmo namelijk een ‘kan’-bepaling (artikel 2.3.10 en 2.4.1 Wmo). Daar is dus al meer ruimte voor bestuursorganen om rekening te houden met de omstandigheden van het geval en kunnen ze besluiten kleine vergissingen niet gelijk af te straffen. Hetzelfde geldt voor de Jeugdwet (artikel 8.1.2 en 8.1.4 Jeugdwet).

Aandachtspunten wettelijk vergisrecht

Er bestaan dus al mogelijkheden voor bestuursorganen om soepel om te gaan met vergissingen van burgers. Toch zou een wettelijk vastgelegd vergisrecht daaraan een extra impuls kunnen geven. Bij de uitwerking van zo’n wettelijk vergisrecht zijn echter nog wel een aantal aandachtspunten. Zo is het goed om te kijken of de artikelen voor een wettelijk vergisrecht in de Awb verenigbaar zijn met de bijzondere wetten in het sociaal domein. Een bijzondere wet (zoals de Participatiewet) gaat namelijk vóór een algemene wet als de Awb.

Zo zou er spanning kunnen ontstaan met artikel 17 lid 1 van de Participatiewet: de inlichtingenplicht. In dat artikel staat dat als je geen inlichtingen geeft over werkzaamheden die je verricht, het besluit tot toekenning van bijstand wordt herzien of ingetrokken (artikel 54 lid 3 Pw). Dit is een dwingende bepaling en biedt aan het bestuursorgaan geen ruimte voor een belangenafweging. Als je je werkzaamheden niet hebt gemeld, dat kun je dat achteraf niet herstellen met een vergisrecht. In dit artikel wordt dus verder niet meer gekeken naar de verwijtbaarheid en of het een vergissing was: als je het hebt nagelaten, dan leidt dat tot een verplichte terugvordering (artikel 58 lid 1 Pw).* Om het voorgestelde ‘vergisrecht’ in de Awb effect te laten sorteren zou je artikel 17 lid 1 Pw dus waarschijnlijk moeten aanpassen.

Verder is het bij de vormgeving van een vergisrecht ook goed om voldoende duidelijk te hebben wat precies een vergissing of kleine fout is. Als je niet meldt dat je andere werkzaamheden verricht naast je bijstand of als je een medebewoner hebt, dan is dat waarschijnlijk geen kleine vergissing te noemen. Helderheid over de definitie van een vergissing is dus van belang.

Hoe verder?

Op dit moment wordt er nog over de formulering van het voorstel voor een wettelijk vergisrecht nagedacht. Koenraad hoopt het wetsvoorstel aan het eind van de zomer compleet te hebben. En vervolgens is CDA- Kamerlid Van Dijk bereid om het initiatiefvoorstel aan de Tweede Kamer aan te bieden. Het is nog afwachten wat de uiteindelijke inhoud van het initiatiefvoorstel gaat zijn en hoe dit ontvangen gaat worden binnen de politiek.

Koenraad erkent dat het wettelijke vergisrecht vooral symptoombestrijding is: “Vergisrecht als paracetamol die de koorts remt maar de ontsteking ongemoeid laat.” Er zou langdurige prioriteit moeten worden gegeven aan vereenvoudiging van regelingen voor bestaanszekerheid. Dan zou er ook minder behoefte zijn aan een vergisrecht, omdat er simpelweg ook minder administratieve slordigheden zouden voorkomen, aldus Koenraad op LinkedIn.

Het blijft belangrijk dat de overheid op een empathische manier omgaat met burgers. En zich bewust is van de mogelijkheden die er nu al zijn om rekening te houden met de omstandigheden van het geval. Als het bestuur met meer vertrouwen omgaat met de burger of in ieder geval bereid is rekening te houden met de omstandigheden van het geval, dan leidt dat ook tot meer vertrouwen in de overheid.

We houden de ontwikkelingen op dit gebied voor u in de gaten!

*Artikel 58 lid 8 Pw biedt een bestuursorgaan de mogelijkheid om af te zien van terugvordering bij ‘dringende reden’. Deze wordt binnen de huidige rechtspraak ruimer uitgelegd (ECLI:NL:CRVB:2024:726), maar alsnog blijft de hoofdmodus verplichte terugvordering.

Module Bezwaar en beroep

Met de module Bezwaar en beroep heeft u alle benodigde vakinformatie direct en online bij de hand. Vertaald naar de praktijk en geschreven in helder Nederlands. Deze module is onderdeel van de online kennisbank Inzicht Sociaal Domein.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Annelien Tienstra helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

De omgekeerde verordening invoeren? Begin bij de basis

Wil je de hulpvraag van de inwoner écht centraal stellen in de verordening? Steeds meer gemeenten werken met de omgekeerde modelverordening. Eén integraal voorschrift voor het sociaal domein. Hoe implementeer je die het best? Waar moet je op letten? Strategisch adviseur sociaal domein Gerrit van Romunde legt het uit.

Alles over de eindejaarsuitkering en bijstand

Als consulent inkomen sta je vaak voor de uitdaging om complexe regels helder uit te leggen. Een veelgestelde vraag is waarom de eindejaarsuitkering (EJU) wordt gekort op de bijstandsuitkering. Hoe zit dit precies, en wat kun je ermee?

Nataschja Stolker: “De impact van mijn werk bij Stimulansz inspireert me dagelijks”

In een openhartig interview deelt Nataschja Stolker haar ervaringen als inside sales medewerker bij Stimulansz. Ze spreekt over de inspiratie die ze haalt uit haar werk, de dynamiek van haar werkweek, haar trots op persoonlijke groei en de balans tussen werk en privé.