Hoog tijd om daar iets aan te doen. Hier 5 tips om de decentralisatie alsnog tot een succes te maken.
Het is de bedoeling dat het sociaal domein zonder schotten werkt. Maar toch zijn die schotten ingebouwd. Als je 18 jaar wordt, verhuis je van de Jeugdwet naar de Wmo 2015. En beide wetten kennen hun procedures en hun eigen beleid. Dat levert met 18 jaar vaak veranderingen op met alle onduidelijkheid van dien. Een goed begin zou zijn om de Jeugdwet en de Wmo 2015 samen te voegen. Als je de grens bij 18 jaar wettelijk vastlegt, maar zorgt voor één gemeenschappelijk beleid (waarbij uiteraard onder en boven de 18 verschillen mogelijk zijn), is er veel meer eenheid en duidelijkheid dan er nu is. Dit kan op den duur leiden tot één nieuwe wet. Dat kost tijd. De nieuwe wet is er nog niet, dus zet de eerste stappen binnen de huidige wetten.
Er zijn nogal wat wettelijke begrippen die niet duidelijk zijn. Dat maakt dat de rechter deze begrippen moet duiden. De rechter heeft als instrument de wettekst, de toelichting op de wet en de parlementaire behandeling. Met name de parlementaire behandeling is niet altijd duidelijk; soms zitten daar tegenstrijdige uitspraken in. Het zou heel erg helpen als belangrijke begrippen in de gecombineerde wet helder zouden zijn. Dat geldt voor bijna alle begrippen, maar met name voor de begrippen gebruikelijke hulp, mantelzorg, gestructureerd huishouden, algemeen gebruikelijk, enz. Ook van belang zijn gelijke bepalingen rond melding en het onderzoek, aanvraag en beschikking, waarin Wmo 2015 en Jeugdwet nu van elkaar verschillen. Dat leidt tot eenheid, die er nu niet is.
Het tariefsysteem is bedoeld om stapeling van eigen bijdragen en eigen betalingen te voorkomen. Maar zoals het systeem nu werkt, heeft het een zeer hinderlijke aanzuigende werking op de hogere inkomens en staat het de financiële eigen kracht in de weg. Vervang dit systeem door een systeem dat én de financiële eigen kracht serieus neemt én rekening houdt met stapeling van eigen bijdragen. En maak het systeem zo dat het gespreid werkt over de verschillende wetten en systemen zodat niet één wet of systeem alle financiële klappen krijgt!
De bedoeling van decentralisatie is om gemeenten, die dichter bij de burger staan dan de Rijksoverheid, de mogelijkheid te bieden via eigen beleid beter maatwerk te leveren. Eigen beleid betekent verschillen tussen gemeenten. Dat is een logisch gevolg en hoort bij decentralisatie. Om rechtsongelijkheid te voorkomen, is het nodig dat er een minimumniveau wordt aangegeven. De wet geeft dat niet. Dus is het de (hoogste) rechter die in uitspraken het minimum formuleert. Het zou beter zijn als de wet het minimum formuleert en daarbij gemeenten de vrijheid geeft een passende maatwerk-invulling te bieden boven dat minimum. En daarbij dient maatwerk centraal te staan. Leg om dat zeker te stellen het systeem van de ‘omgekeerde toets’ vast in de wet.
Een Wlz-indicatie is in feite een verklaring dat je niet meer thuis kunt wonen. Toch wonen de meeste Wlz-geïndiceerden gewoon thuis. Geef die praktijk een wettelijke invulling: een Wlz-indicatie betekent alleen dat je onder de Wlz valt als je opgenomen wordt. Blijf je met je Wlz-indicatie zelfstandig wonen, dan val je onder de Wmo (of de opvolger ervan). Dan hebben we nog maar één loket en is de Wlz-indicatie een toegangsbewijs. Voor toegang tot opname, als dat nodig is.
Dit lijken misschien 5 ingewikkelde tips, maar het valt allemaal wel mee. Er is voldoende deskundigheid in Nederland om het ministerie van VWS een handreiking te bieden om dit gedegen en op niet al te lange termijn te realiseren.