Een verbeterde kwaliteit van werk is goed voor de mensen, de samenleving en de economie. Het betere werk, kortom, moet worden bevorderd voor iedereen en door iedereen. Dit is de conclusie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in hun rapport Het betere Werk’’ dat in januari 2020 is gepubliceerd. Interessant is dat de WRR een soort definitie geeft van het begrip ‘goed werk’. Goed werk gaat vooral om het hebben van grip:
Hiervoor doet de WRR een aantal aanbevelingen:
Voor de uitvoerders van de Participatiewet is het concept van de basisbaan natuurlijk interessant. Een begrip dat al eerder door het CDA is geïntroduceerd, en dat helaas in dit rapport niet echt wordt uitgewerkt. De vraag is of de basisbaan wel voldoet aan de eigen definitie van goed werk. Goed werk veronderstelt ook voldoende inkomen, iets dat via de basisbaan niet gegarandeerd lijkt. Maatschappelijk is er dan ook kritiek op dit onderdeel, zeker als het als een verplichte vervanging van het recht op een uitkering zou uitwerken. Dan komt ook de vereiste autonomie in het werk onder druk te staan. Werk is geen plicht, maar een recht.
Probleemanalyse Nederlandse arbeidsmarkt
Dat neemt niet weg dat de WRR een goede probleemanalyse heeft geschreven over het functioneren van de Nederlandse arbeidsmarkt, met zinvolle aanbevelingen rondom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen. De WRR houdt ook een pleidooi voor extra inzet voor mensen zonder werk. Hier speelt wel het probleem van de daling van de participatiemiddelen van € 4.500 (2010) tot € 1.500 (2020) per bijstandsgerechtigde. Ik ben benieuwd naar de kabinetsreactie op dit rapport.