De mening van de jeugdige bij vrijwillige jeugdhulp telt

Handvatten voor het betrekken van de mening van de jeugdige bij beslissingen in de vrijwillige jeugdhulp.

Participatie

Het recht van jeugdigen op participatie staat in het VN-Kinderrechtenverdrag. Uit artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag volgt dat ieder kind het recht heeft om zijn of haar mening te geven over belangrijke zaken die het kind aangaan. Naar deze mening moet serieus worden geluisterd. Ook moet er rekening worden gehouden met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Het uitgangspunt is dat ieder kind in staat is zijn of haar mening te geven. De leeftijd van het kind is daarvoor niet doorslaggevend.
Voor vrijwillige jeugdhulp betekent dit dat jeugdigen bij de toegang en uitvoering van vrijwillige jeugdhulp in een individueel geval hun mening mogen geven. Maar ook bij het vormgeven van het gemeentelijke jeugdhulpbeleid of in een klacht- of bezwaarprocedure hebben jeugdigen het recht om hun mening te geven.

Handvatten voor betrekken mening van de jeugdige

Hoe kan een beleidsmedewerker, consulent, medewerker bij het wijk- of jeugdteam of Centrum voor Jeugd en Gezin, jeugdhulpverlener of juridisch medewerker de mening van de jeugdige hierbij betrekken? Het VN-Kinderrechtencomité geeft hiervoor handvatten in de vorm van voorwaarden. Deze handvatten zorgen ervoor dat een jeugdige betekenisvol zijn mening kan geven, zodat de jeugdige ervaart dat er serieus naar hem of haar wordt geluisterd. De handvatten zijn in het kort:

  1. Bereid de jeugdige voor om goed geïnformeerd een mening te kunnen vormen. Het is belangrijk dat degene die met de jeugdige in gesprek gaat:
    • de jeugdige op een kindvriendelijke manier informeert over wat het te nemen besluit inhoudt waarover de jeugdige zijn mening mag geven;
    • de jeugdige informeert over wanneer hij of zij haar mening mag geven; en
    • afspraken maakt met de jeugdige over wederzijdse verwachtingen.
  2. Moedig de jeugdige tijdens een gesprek aan zijn of haar mening te geven en luister serieus naar de jeugdige. De jeugdige moet zijn mening zonder druk van anderen kunnen geven. Afstemming over een prettige en veilige ruimte is van belang. Maar ook over met wie de mening van de jeugdige wordt gedeeld en wie er bij een gesprek aanwezig zijn.
  3. Beoordeel de vermogens van de jeugdige en hecht passend belang aan zijn of haar mening. Aan de mening van de jeugdige wordt passend belang gehecht als de jeugdige een eigen mening kan vormen. Is de jeugdige in staat om onafhankelijk en in redelijkheid zijn of haar eigen mening te vormen? Dan neemt degene die beslist de mening van de jeugdige als een belangrijke factor mee bij het oplossen van de kwestie.
  4. Koppel terug wat met de mening van de jeugdige is gedaan. Informeer de jeugdige over het genomen besluit en hoe zijn of haar mening daarin is meegenomen. Maak afspraken over wanneer een terugkoppeling wordt gegeven.
  5. Stel de jeugdige in staat om zich te verweren tegen de beslissing. Geeft de jeugdige aan het niet eens te zijn met de genomen beslissing? Of is de jeugdige van mening dat hij of zij onvoldoende gelegenheid heeft gekregen om zijn of haar mening te geven? Dan moet de jeugdige de mogelijk hebben om daartegen in verweer te gaan. Hiervoor moeten procedures en gespreksmogelijkheden beschikbaar zijn.

Dat kan met onze juridische kennisbank Inzicht Sociaal Domein

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Charlotte Vanderhilt helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Een open deur naar bestaanszekerheid

In mijn vorige blog over bestaanszekerheid heb ik stilgestaan bij het goed faciliteren van mensen zodat zij duidelijkheid hebben over de financiële regelingen waar ze gebruik van kunnen maken. Weten wat mogelijk is, dat is echter pas de eerste stap. De volgende stap is zorgen dat zij gemakkelijk gebruik kunnen maken van die regelingen. Dat vraagt namelijk best wat van mensen. Gelukkig zit de Wet proactieve dienstverlening in de pijplijn en die kan hier een mooie bijdrage aan leveren. Tot die wet van kracht is kunnen we al heel wat stappen zetten.

Een praktische doener in het jeugdrecht: mr. Moniek Toonen-Hamerlinck

Hoe bepaal je welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jeugdhulp? Wat valt wel of niet onder de Jeugdwet? En hoe beoordeel je de eigen kracht van ouders en jeugdigen? Dit zijn slechts enkele van de vragen die dagelijks binnenkomen bij de helpdesk van Inzicht Sociaal Domein.

Stimulansz Zomerschool 2025

Van 5 tot en met 26 juni 2025 organiseert Stimulansz de jaarlijkse online Zomerschool voor professionals in het sociaal domein. Met 7 praktijkgerichte webinars biedt deze editie een unieke kans om actuele ontwikkelingen te verkennen en praktische inzichten op te doen.