Een klant heeft al bijna 30 jaar een bijstandsuitkering. Hij heeft een eigen huis en de hypotheek is nu afgelost door middel van de regulier betaalde hypotheekverplichtingen. De overwaarde is daardoor groter dan het voor een eigen woning vastgesteld bedrag. Kan de gemeente in een dergelijke situatie een krediethypotheek vestigen? Of moet de aflossing van de woning worden gezien als spaargeld opgebouwd tijdens de bijstandsperiode, dat in de PW wordt vrijgelaten?
Als er eerder geen krediethypotheek is gevestigd omdat de overwaarde (toen) te gering was en er nu wel door aflossingen overwaarde is, kan dat inderdaad een reden zijn om vanaf nu de bijstand te verstrekken in de vorm van een lening met hypothecaire zekerheid (krediethypotheek).
De bepaling over een vrijlating van ‘spaargeld uit een bijstandsuitkering’ zegt niets over de overwaarde van een huis en de mogelijkheid van een krediethypotheek. Aflossen op een hypotheek is immers ook geen sparen meer, maar een besteding aan het eigen huis. Een besteding die vermogenswaarde heeft en ook leidt tot waardevermeerdering. Vergelijkbare waardevermeerderingen in andere vormen (aandelen of koopsompolis) geven de rechter (ECLI:NL:CRVB:2002:AE7159 en ECLI:NL:CRVB:2007:BA6996) geen reden om daar vormen van sparen uit bijstand in te zien.
Gemeenten hebben vaak wel een beleid om bepaalde vermogensbestedingen in goederen buiten toepassing te laten. Voorbeelden hiervan zijn auto’s of een uitvaartverzekering. Maar voor geld in woningen is de vrijlating wettelijk geregeld. Dat neemt niet weg dat het een gemeente vrijstaat om de bepaling van vermogen wegens gespaarde bijstand ook van toepassing te verklaren op gespaard geld ondergebracht in een eigen huis.
Het vergt wel onderzoek of de middelen die gebruikt zijn om de hypotheek af te lossen voortkomen uit alleen de bijstandsuitkering. Dat speelt wellicht eerder als meer is afgelost dan regulier volgt uit de hypotheekovereenkomst.Dat kan met onze juridische kennisbank Inzicht sociaal domein