Handhavers zijn het geweten, niet de boeman

Er is veel te doen om handhaving. Mensen zijn verontwaardigd dat ouders ten onrechte als fraudeurs worden aangemerkt, en spreken schande dat een vrouw bijstand terug moet betalen voor ontvangen boodschappen.

hero afbeelding Handhavers zijn het geweten, niet de boeman
18 juli 2022

Opvallend genoeg was het sentiment in de nieuwsberichten anderhalf jaar geleden volledig tegengesteld. Iemand met bijstand en een eigen woning in het buitenland? Er werd schande van gesproken dat zo iemand weer terug de bijstand in kon. Met andere woorden, de overheid is te streng (schande!) of te soft (schande!). Hoe zit het nu? Zoals vaak ligt de waarheid in het midden en draait het om de juiste balans.

Handhaver als bewaker van publiek geld

Ons sociale zekerheidsstelsel wordt – via belastingen – betaald door ons allemaal. Dit is een mooi en waardevol voorbeeld van onderlinge solidariteit. Maar het brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee voor de organisaties die deze gezamenlijke pot geld uitgeven. Zij moeten ervoor zorgen dat het geld bij de juiste mensen terecht komt. En die medaille kent 2 kanten: (1) zij die recht hebben en het nodig hebben, moeten het krijgen en (2) zij die geen recht hebben of het niet nodig hebben, niet. Die 2 zaken worden soms los van elkaar getrokken, maar zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al is het maar omdat de pot geld beperkt is en we alles wat onterecht aan iemand is besteed, niet meer uitgegeven kan worden aan iemand die het wel hard nodig heeft. Het beeld dat ik de afgelopen jaren van handhavers en sociaal rechercheurs heb gekregen, is dat zij zich heel sterk bewust zijn van deze dubbelfunctie en zich voor beide aspecten inzetten. Ze zorgen waar mogelijk dat de uitkering enkel wordt toegekend als daar recht op bestaat. Is het toch onterecht verstrekt, dan zorgen ze dat deze uitkeringen worden gestopt of ingetrokken. Tegelijkertijd zetten ze zich ervoor in dat mensen die wel recht hebben dat ook krijgen.

Handhaver als geweten van de organisatie

Om deze dubbele pet goed te kunnen uitvoeren, moeten handhavers en sociaal rechercheurs ook kijken naar de rol van de organisatie in een zaak die ze aangedragen krijgen. De eerste vraag is natuurlijk of er iets niet volgens de regels is gegaan. Is dat het geval, dan is de tweede vraag waar het probleem ligt. Heeft de inwoner zaken bewust wel of niet gedaan of niet doorgegeven? Heeft de organisatie steken laten vallen in het proces, bijvoorbeeld bij de informatievoorziening of eerdere controle? En die vragen zijn heel hard nodig om het niveau en/of proces van de organisatie te verbeteren. Daarmee speelt handhaving een cruciale rol in preventie door betere dienstverlening aan de inwoner. En daar is zowel gemeente als inwoner bij gebaat. Het is goedkoper, doordat minder onterecht wordt verstrekt en doordat minder achteraf gerepareerd hoeft te worden. En dat betekent voor de inwoner óók het voorkomen van een terugvordering (en eventuele boete) die mogelijk leidt tot financiële zorgen. Dus ook daar zit een winstpunt. En zien de handhavers of sociaal rechercheurs een schrijnende situatie tijdens een huisbezoek, zoals uitbuiting of ernstige armoede? Ook dan ondernemen ze actie om de situatie op te (laten) lossen. Juist doordat zij veel bij mensen over de vloer komen, kunnen zij dit soort signalen goed oppikken en oppakken. Ook op dat front zijn ze het geweten van de organisatie.

De juiste balans

Handhaven draait dus om balans. Het bewaken van een juiste besteding van publieke middelen, wel aan de mensen die ervoor in aanmerking komen, niet aan de mensen die er geen aanspraak op mogen doen. Zorgen dat inwoners zich aan de regels houden die verbonden zijn aan een specifieke uitkering of voorziening en zorgen dat de organisatie zich óók aan die afspraken houdt en haar dienstverlening op orde heeft. Ik zie dat handhavers en sociaal rechercheurs dit over het algemeen ontzettend goed beheersen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zoals in elk vakgebied. Maar het overgrote deel heeft deze balans gevonden en daar wil ik bij deze echt mijn oprechte bewondering voor uitspreken. Ik hoor soms van handhavers en sociaal rechercheurs dat ze op feestjes (natuurlijk zijn dit uitspraken van vóór corona) niet vertellen wat ze voor werk doen, om negatieve reacties te voorkomen. Doodzonde, want het is een prachtig veelzijdig beroep met heel veel toegevoegde waarde voor de hele samenleving. Een vak om trots op te zijn!

Anderen bekeken ook