Hoe ingewikkeld kan het begrip ‘middelen’ zijn?

Die weerbarstigheid begint zodra iemand ‘middelen’ krijgt. Middelen zijn alle vermogens- en inkomensbestanddelen waarover de betrokkene beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Maar waar gaat het  dan om?

Redelijkerwijs over kunnen beschikken

De eerste moeilijkheid komt al heel snel. Het gaat namelijk niet alleen om middelen waarover iemand beschikt, maar ook om middelen waarover iemand kan beschikken. Ofwel, middelen die hij niet heeft, maar wel kan krijgen of middelen die hij wel heeft maar die hij niet kan uitgeven. Uit uw onderzoek kan het volgende blijken:

  • Betrokkenen hebben middelen en kunnen die gebruiken voor levensonderhoud. Denk aan salaris of geld op hun spaarrekening.
  • Betrokkenen hebben middelen maar kunnen die niet gebruiken. Bijvoorbeeld omdat er beslag op is gelegd of omdat het in een woning zit die niet verkoopbaar is.
  • Betrokkenen hebben geen middelen, maar zouden die wel kunnen krijgen. Bijvoorbeeld alimentatie of een erfenis waar ze aanspraak op kunnen maken.

Inkomen of vermogen?

Als u weet of iemand over de middelen kan beschikken, dan komt de vraag of er sprake is van inkomen of vermogen. Vermogen is in de wet omschreven als ‘middelen die niet aan te merken zijn als inkomen’. U moet dus weten of het inkomen is. Zo niet, dan is het vermogen. Van inkomen is sprake als de ontvangsten:

  • een periodiek karakter hebben;
  • gericht zijn op levensonderhoud; en
  • betrekking hebben op de periode waarover recht bestaat.

Om het nog  wat makkelijker te maken is er ook sprake van inkomen als het gaat om ontvangsten die ‘naar hun aard met deze inkomsten overeenkomen’. Denk bijvoorbeeld aan een alimentatieafkoopsom.

Telt het mee of niet?

U weet of iemand kan beschikken over middelen en u weet of het inkomen is of vermogen. Maar dan bent u er nog niet! De volgende vraag is of deze middelen `in aanmerking genomen’ kunnen worden. Oftewel, of ze van invloed zijn op het recht op of de hoogte van de bijstand. En ook daar heeft u weer heel veel smaken. Er zijn middelen die altijd in aanmerking worden genomen, zoals salaris, pensioen of inkomsten uit verhuur van de woning. Er zijn ook middelen die nooit meetellen, zoals kinderbijslag of reiskostenvergoeding van de werkgever. Maar er zijn ook middelen die soms wel meetellen en soms niet. Zo telt een gift niet mee als deze verenigbaar is met de bijstand, anders wel. Veel gemeenten hebben als beleid dat auto’s onder een bepaalde waarde of leeftijd niet meetellen, daarboven wel. Vermogen dat ‘algemeen gebruikelijk is’ of ‘noodzakelijk voor belanghebbende’ telt niet mee. Zelfs inkomen dat meetelt, kunt u in sommige gevallen vrijlaten. Er zijn verschillende vrijlatingen van inkomsten uit werk, om mensen te motiveren  aan de slag te gaan.

Leuker kunnen we het niet maken, effectiever wel

Maar makkelijk is het ook niet bepaald. Voor u weet wat u moet doen met middelen die iemand heeft of niet heeft maar wel kan krijgen, bent u heel wat stappen verder. Bovendien moet u een hoop zaken afwegen waarvan het de vraag is of u dezelfde afweging maakt als uw collega zou doen. Het kan hierbij helpen om beleid te formuleren waarin u de gewenste effecten centraal stelt. Bespaart iemand de gemeente geld door een gift te regelen voor kosten die u anders uit bijzondere bijstand had betaald? Zonde om het niet vrij te laten. Past perfect bij de zelfredzaamheid en het complementaire karakter.

Heb vertrouwen in de professionaliteit van de klantmanager

Alle mensen zijn verschillend, óók klantmanagers. Dus wat de ene belangrijk of gebruikelijk vindt, hoeft de ander helemaal niet belangrijk te vinden. Juist daarom is het van belang  daarover het gesprek te voeren bij afdelingsoverleggen. Waarom heeft iemand iets wel of juist niet vrijgelaten? En dan is het wetsartikel interessant, maar nóg interessanter is om te bespreken welke overtuiging daarachter ligt. Dan komt de echte professionaliteit van de klantmanagers naar boven en kunnen zij gezamenlijk inkleuren wat belangrijk of gebruikelijk is. Dáár zit de waarde van de klantmanager!

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mr. Evelien Meester helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Handreiking Minimaregelingen en zelfstandigen

Stimulansz heeft in opdracht van het ministerie van SZW een handreiking geschreven over de uitvoering van de minimaregelingen bij de doelgroep zelfstandigen. Deze handreiking geeft inzicht en handvatten om de minimaregelingen goed in te kunnen zetten bij de doelgroep zelfstandigen. De handreiking bevat achtergrondinformatie, praktische informatie, voorbeelden en advies.

Casusbesprekingen: hoe de Omgekeerde Toets® helpt

De Omgekeerde Toets® is niet alleen helpend in het gesprek met de inwoner, maar ook bij casuïstiekbesprekingen. Dit helpt om te leren werken met de Omgekeerde Toets®. En het helpt om te blijven leren van elkaar. Maar hóe zet je de Omgekeerde Toets® in bij casuïstiek? Opleidings- en organisatieadviseur Laurens Bouw geeft nuttige tips.

40 jaar interne controle: van Exelletjes naar KiC

Elke euro die een gemeente uitgeeft, moet rechtmatig worden besteed. Als interne controleur hield Hans Vugts daar toezicht op, met behulp van de tool Kwaliteit in Controle (KiC). Eind 2024 ging hij met pensioen. “KiC helpt interne controleurs hun werk goed te doen. De tool is gebruiksvriendelijk, overal toegankelijk en biedt handige overzichten.”