Kennis van gedrag helpt bij uitvoering Participatiewet

Hoe voorkomt u dat inwoners niet komen opdagen voor een afspraak? Kennis van gedrag helpt u om de dienstverlening in de Participatiewet te verbeteren.

Oorzaken no-show

Op basis van gedragsexperimenten in de gemeenten Tilburg, Deventer, Maastricht en Utrecht en bij Halte Werk, en inzichten uit onder meer literatuurstudie, observaties en gesprekken ziet bureau Duwtje dat in het contact tussen inwoners en gemeenten rond de Participatiewet het volgende bijdraagt aan no-show (niet komen opdagen voor een afspraak of telefoon niet in een keer opnemen).

  • Beleid van de gemeenten, dat onder andere bepaalt wat men van de aanvrager verwacht (bijvoorbeeld hoe vaak men moet solliciteren) en welke ondersteuning men kan bieden (bijvoorbeeld de beschikbaarheid van een tolk). Beleid wordt nog vaak opgesteld zonder advies van een gedragsexpert, terwijl advies ervoor kan zorgen dat beleid beter aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van de aanvrager. Daarbij wordt het beleid vormgegeven in een politieke context, die om de vier jaar verandert.
  • De werkwijze van (individuele) uitvoerders, onder andere in toon en benadering, bijvoorbeeld meer controlerend versus meer ondersteunend.
  • Psychologische factoren bij de doelgroep, zoals angstproblematiek.
  • Benodigde vaardigheden van de doelgroep, zoals het zelfstandig kunnen doorlopen van een zoekperiode door jongeren of het onthouden van een afspraak en de mate waarin een gebrek aan die vaardigheden op tijd wordt herkend.

No-show voorkomen

Volgens bureau Duwtje kunnen gemeenten no-show voorkomen door:

  • de aanvrager zo snel mogelijk te helpen;
  • de tijd tussen het plannen van de afspraak en de afspraak zelf kort te houden;
  • het contact persoonlijk te maken;
  • rekening te houden met de mate van stress van de inwoner;
  • datum en tijd van de afspraak samen met de inwoner te maken
  • te zorgen voor een privacy-sensitieve afspraaklocatie.

Kennis van gedrag in beleid

Ook in hun beleid, bijvoorbeeld om no-show terug te dringen, kunnen gemeenten kennis van gedrag gebruiken. Duwtje noemt de volgende aandachtspunten:

  • Veranker kennis van gedrag in het beleid
  • Verschuif van controlerend & dwingend naar uitnodigend & ondersteunend
  • Houd rekening met de perceptie van no-show en registreer
  • Verminder de kloof tussen beleid en uitvoering
  • Zoek de balans tussen uniformiteit en maatwerk

Duwtje adviseert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) om kennis van gedrag in handhavingsbeleid te verankeren, tijd te nemen voor gedragsexperimenten en gemeenten te stimuleren om zogenaamde ‘sludge audits’ te doen om te ontdekken waar onnodige en overmatig moeilijke taken of handelingen misschien juist ongewenst gedrag bevorderen.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.