Wet inburgering 2021: alles wat je moet weten

In de Wet inburgering 2021 staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor het begeleiden van inburgeringsplichtige nieuwkomers bij hun inburgering. De gemeente biedt een passend inburgeringsaanbod dat bestaat uit de taal leren en meedoen in de samenleving in de vorm van vrijwilligerswerk, een opleiding of betaald werk. In dit artikel lees je welke verantwoordelijkheden gemeenten hebben in de uitvoering.
Vrouw met hoofddoek

Voor wie is inburgering verplicht?

De inburgeringsplicht geldt voor iedere vreemdeling van 16 jaar tot de AOW-leeftijd die zich duurzaam in Nederland vestigt, voor vreemdelingen van buiten de EU, EER en Zwitserland met een niet-tijdelijk verblijfsdoel. De wet maakt onderscheid tussen statushouders en gezinsmigranten en overige migranten. De inburgeringsplicht geldt ook voor geestelijke bedienaren en vreemdelingen met een niet-tijdelijke humanitaire verblijfsstatus (‘overige migranten’). Voor gezinsmigranten en overige migranten hebben gemeente andere taken dan voor statushouders. Van hen wordt verwacht dat ze hun inburgering grotendeels zelf kunnen regelen vanuit hun sociale netwerk.  

Vrijstelling van de inburgeringsplicht

Voor bepaalde groepen inburgeraars geldt er een uitzondering op de inburgeringsplicht. Zo kunnen inburgeraars die al voldoende kennis van de Nederlandse taal hebben een (gedeeltelijke) vrijstelling van de inburgeringsplicht aanvragen. Ze kunnen vrijgesteld worden van de inburgeringsplicht als ze:  

  • kunnen aantonen voldoende kennis te hebben van de Nederlandse taal, door het volgen van een Nederlandstalige opleiding of het hebben van een Nederlandstalig diploma;
  • kunnen aantonen voldoende ingeburgerd te zijn. 

Ontheffing van de inburgeringsplicht

Inburgeraars die blijvend niet in staat zijn om aan de inburgeringsplicht te voldoen, kunnen een (gedeeltelijke) ontheffing van de inburgeringsplicht aanvragen. Bijvoorbeeld als ze door een chronische ziekte of verstandelijke beperking niet in staat zijn (een deel van) het inburgeringsexamen af te ronden. Dit kan op grond van medische noodzaak of op grond van bijzondere individuele omstandigheden.  

Drie mensen met clipboard op gang

Het inburgeringstraject

Moet de nieuwkomer inderdaad een inburgeringstraject volgen? Dat wordt de nieuwkomer uitgenodigd voor een brede intake, door of onder regie van de gemeente. Tijdens de intake wordt de persoonlijke situatie en leerbaarheid van de inburgeraar in kaart gebracht. Op basis daarvan wordt de leerroute bepaald.  

Brede intake en persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP)

Op basis van deze brede intake stelt de gemeente een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) op, in samenwerking met de inburgeraar. In dit maatwerkplan staan de persoonlijke doelen van de inburgeraar en hoe het inburgeringstraject er voor die inburgeraar uit ziet. Het PIP is een verplicht onderdeel van het traject. Het plan heeft de vorm van een beschikking, zodat de gemeente de naleving kan handhaven.  

 

Van gemeenten wordt verwacht dat ze inburgeraars periodiek uitnodigen voor een voortgangsgesprek. In de eerste 12 maanden na aanvang van de inburgeringstermijn is het verstandig dat er minimaal 2 gesprekken plaatsvinden. Als de inburgeraar de gemaakte afspraken niet nakomt, kan de gemeente eventueel een bestuurlijke boete opleggen.   

 

Overigens kunnen statushouders voorafgaand aan de brede intake in het asielzoekerscentrum (AZC) deelnemen aan ‘Voorbereiding op de inburgering’, gericht op taal, samenleving en arbeidsmarkt. Het COA biedt dit programma verplicht aan, maar deelname is vrijwillig om vertraging bij verhuizing of inburgering te voorkomen en flexibel in te spelen op opvangschommelingen. 

Leerroutes van het inburgeringsstelsel

Onderdeel van het traject is het volgen van één van de drie leerroutes. De inhoud van het traject hangt af van de leerroute: de B1-route, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute (Z-route).  

De B1-route richt zich op het beheersen van de Nederlandse taal op minimaal niveau B1. Om de leerroute te behalen, moet de inburgeraar slagen voor het centrale inburgeringsexamen, dat bestaat uit lezen, luisteren, schrijven, spreken en Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM). Er is ruimte voor maatwerk: gemeenten bepalen in overleg met de inburgeraar hoe de invulling van de leerroute het beste aansluit bij de capaciteiten en wensen van de inburgeraar. Wanneer een inburgeraar taalniveau B1 niet haalt, kan onder voorwaarden afgeschaald worden naar taalniveau A2.  

De onderwijsroute bestaat uit een taalschakeltraject en bereidt inburgeraars voor op regulier onderwijs (mbo, hbo of wo). Het traject richt zich op minimaal taalniveau B1. Naast Nederlandse taallessen volgen inburgeraars in de onderwijsroute ook lessen in deficiënte vakken, zoals wiskunde en Engels. Na afronding van deze route heeft de inburgeringsplichtige voldoende kennis van de Nederlandse taal, samenleving en arbeidsmarkt om met succes een Nederlandse opleiding te volgen. 

De zelfredzaamheidsroute is er voor inburgeraars met een lagere leerbaarheid voor wie taalniveau A2 niet haalbaar is in een periode van 3 jaar. Voor hen geldt een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatsverplichting, wat betekent dat ze actief moeten meedoen aan lessen en activiteiten, maar geen examen hoeven te halen of een specifiek niveau hoeven te bereiken. Hiervoor volgens ze een taalcomponent van 800 uur en een participatiecomponent van 800 uur. Ze moeten meedoen aan activiteiten die hen helpt om mee te doen in de samenleving en de taal te leren en nieuwe contacten op te doen. 

Participatieverklaringstraject

Naast de leerroute volgen alle inburgeraars het participatieverklaringstraject (PVT). Het PVT bestaat uit 2 onderdelen: workshops over de kernwaarden van de Nederlandse samenleving (vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit, participatie) en het ondertekenen van de participatieverklaring. Met deze ondertekening verklaart de inburgeraar kennis te hebben genomen van de waarden en spelregels van de Nederlandse samenleving, deze te respecteren en actief te willen bijdragen aan de samenleving. De gemeente nodigt de inburgeraar voor deelname aan het participatieverklaringstraject en biedt dit traject aan voor zowel statushouders als voor gezinsmigranten en overige migranten. 

Module Arbeidsmarkt en Participatie

Gorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Etiam eu turpis molestie, dictum est a, mattis tellus. Sed dignissim, metus nec fringilla accumsan, risus sem sollicitudin lacus, ut interdum tellus elit sed risus. Maecenas eget condimentum velit, sit amet feugiat lectus. Class aptent taciti sociosqu ad litora torquent per conubia nostra, per inceptos himenaeos. Praesent auctor purus luctus enim egestas, ac scelerisque ante pulvinar. Donec ut rhoncus ex. Suspendisse ac rhoncus nisl, eu tempor urna. Curabitur vel bibendum lorem. Morbi convallis convallis diam sit amet lacinia. Aliquam in elementum tellus.

Afronding van de inburgering

Om aan de inburgeringsplicht te voldoen, moeten inburgeraars de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het participatieverklaringstraject (PVT) en een van de 3 leerroutes succesvol afronden. Het is afhankelijk van de leerroute of ze hiervoor ook examen doen. Het succesvol afronden van het inburgeringstraject is vaak een belangrijke voorwaarde voor het verkrijgen van een sterker verblijfsrecht.  

 

Inburgeraars moeten binnen de inburgeringstermijn van 3 jaar voldoen aan de inburgeringsplicht. Blijkt dit niet mogelijk, dan kan de inburgeringstermijn worden verlengd met maximaal 2 jaar. Inburgeraars komen in aanmerking voor een niet-verwijtbare verlenging van de inburgeringstermijn als de overschrijding niet aan henzelf te wijten is. Denk aan een situatie of omstandigheid waar ze zelf geen grip op hebben, zoals langdurige ziekte of een bevalling. In andere omstandigheden wordt de inburgeringstermijn ook verlengd, maar legt DUO hierbij een boete op.  

Gemeentelijke regie op
een de uitvoering

Gemeenten hebben de regie over de uitvoering van de Wet inburgering 2021. Hiervoor is gekozen omdat veel inburgeraars ook gebruikmaken van een of meerdere voorzieningen uit de Jeugdwet, Participatiewet, Wmo 2015 en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Hierdoor kunnen gemeenten de inburgering beter afstemmen op andere sociale taken en verbindingen maken binnen het sociaal domein. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor het monitoren van de voortgang.  

“Met micro-leren ontwikkel je je team zonder extra werkdruk”

Uitgangspunten voor de uitvoering

De Wet inburgering steelt specifieke eisen aan de uitvoering: 

Praktische ondersteuning voor nieuwkomers

Maatwerk is nodig om nieuwkomers effectief te ondersteunen bij hun inburgering. Gemeenten bieden individuele begeleiding en advies, afgestemd op de persoonlijke situatie van de inburgeraar. Dit kan variëren van emotionele en praktische hulp, zoals bij huisvesting, werk en toegang tot zorg, tot ondersteuning bij het opbouwen van een zelfstandig bestaan. Het doel van deze maatschappelijke begeleiding is dat statushouders zelfredzamer worden en makkelijker kunnen meedoen.  

 

Verder zijn gemeenten verantwoordelijk voor het financieel ontzorgen van bijstandsgerechtigde statushouders, in de eerste 6 maanden van hun verblijf in de gemeente.  

 

Maatschappelijke begeleiding 

Statushouders worden in de eerste fase van de inburgering begeleid en ondersteund door de gemeente waar ze worden gehuisvest. De maatschappelijke begeleiding richt zich op het regelen van praktische zaken en het vergroten van de kennis van de Nederlandse samenleving. Het doel van deze begeleiding is dat statushouders zelfredzamer worden en participeren.  

 

Samenwerking met organisaties én onderling 

De uitvoering van de wet ligt meestal bij gespecialiseerde teams of afdelingen van een gemeente. Ze werken samen met partners zoals taalscholen, werkgevers en maatschappelijke organisaties. Gemeenten kunnen ook onderling samenwerken. Bijvoorbeeld bij inkoop of om een breed en divers aanbod inburgeringsaanbod te hebben. Zoals: taallessen, het aanbod van de MAP en de PVT of de participatiecomponent van de Z-route. Gemeenten zijn verplicht een passend aanbod te doen. 

 

Lees wat een consulent inburgering doet  

De rol van DUO in het inburgeringstraject

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) speelt een belangrijke rol in het inburgeringstraject. DUO versterkt leningen aan gezinsmigranten en overige migranten die hun traject zelf moeten betalen. Daarnaast organiseert DUO de inburgeringsexamens. DUO houdt toezicht op de naleving van de inburgeringsplicht en kan boetes opleggen bij te late afronding. Daarnaast is DUO verantwoordelijk voor het verlenen van vrijstelling, ontheffing en voor het verlengen van de inburgeringstermijn.  

 

Via Mijn Inburgering kunnen inburgeraars hun voortgang volgen en hun examens plannen. DUO en gemeenten communiceren via een eigen portal: de Portal Inburgering. 

Verschillen met de Wet inburgering 2013

De Wet inburgering 2021 heeft tot doel dat inburgeraars sneller en volwaardiger meedoen in de Nederlandse samenleving. Anders dan in de vorige wet, spelen gemeenten hierbij nu een centrale rol, met meer maatwerk en een sterkere nadruk op participatie. De belangrijkste veranderingen vergeleken met de oude wet zijn: 

  • sterkere regierol voor gemeenten, met brede intake en maatwerk op basis van een PIP;
  • meer maatwerk en participatie, met leerroutes die taalonderwijs combineren met participatie;
  • kortere trajecten van maximaal 3 jaar;
  • inburgeraars leren Nederlands op een hoger taalniveau: B1 in plaats van A2;
  • ook inwoners uit Turkije hebben nu een inburgeringsplicht, zodat ook zij een goede start maken in Nederland;
  • de gemeente en DUO zijn samen verantwoordelijk voor de handhaving van de wet.

Wil je op de hoogte blijven van veranderingen in het sociaal domein?

Schrijf je in voor de e-mail nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ons aanbod

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Bibian Ogier helpt je graag verder.