Over de precariseringstoets en andere nieuwe perspectieven bij de Participatiewet
Wat kan de gemeente nu al doen aan de uitvoering van de Participatiewet?
Wat kan de gemeente nu al doen aan de uitvoering van de Participatiewet?
Door Wim Eiselin
De toeslagenaffaire heeft veel rapporten opgeleverd. Een greep daaruit:
In een Vernieuwende kaderstelling trekt SZW haar conclusies . SZW kiest voor een responsieve overheid. Hierbij:
Deze gezichtspunten zullen model staan voor de grotere herziening van de Participatiewet, die in 2 sporen zal worden uitgerold. Maar gemeenten hoeven daar zeker niet op te wachten. Veel stappen kunnen al nu worden gezet.
De rechtspraak (ECLI:NL:RVS:2022:285) deed er een schepje bovenop. Daar ontwikkelt het evenredigheidsbeginsel bij overheidsbesluiten zich door tot een toets op geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid. Het zal ook de uitvoerder van de Participatiewet sterker dwingen om een belangenafweging te maken en de impact van haar besluitvorming voor de belanghebbende nadrukkelijk te betrekken in het te nemen besluit. Zie recent ECLI:NL:CRVB:2022:2207.
Het is niet langer toereikend of het besluit strikt juridisch houdbaar is. Het besluit moet ook maatschappelijk en beleidsmatig aanvaardbaar zijn. De gemeente neemt in de afweging mee of het beoogde doel niet ook op een minder belastende wijze kan worden bereikt. Er mag geen onbalans ontstaan tussen het beoogde doel en het effect ervan voor de burger.
Het rapport Bestuursrecht op maat , geschreven in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), signaleert op basis van het Europees recht een ontwikkeling van een ‘mensenrecht op maatwerk’. Ook deze rechtsontwikkelingen geven aanleiding tot reflectie op het eigen gemeentelijke beleid.
Niet alle veranderingen kunnen in een keer. Maar de Modelbeleidsregels Terug- en invordering van Stimulansz waren aan modernisering toe. Het model ging te veel uit van de gedachte dat van een bevoegdheid tot terugvordering altijd gebruik moet worden gemaakt. Zo past een terminologie om vorderingen gebaseerd op onjuiste informatie meteen als fraudevordering te bestempelen niet langer in het huidige tijdsbeeld. Ook is het van belang om bij het vaststellen van het bedrag van de terugvordering betekenis toe te kennen aan de rol die de gemeente heeft gespeeld bij het ontstaan van de vordering enerzijds en de omstandigheden van de klant anderzijds. De nieuwe modelverordening geeft hier uitwerking aan. Het model is opgenomen in Inzicht Sociaal Domein, de kennisbank van Stimulansz.
De beleidsregels zijn gemaakt in 2 versies. Een die zich laat duiden als de ‘klassieke variant’ gebaseerd op voor het maken van beleidsregels gangbare uitgangspunten. Daarnaast is er nu ook een model beschikbaar in begrijpelijke taal. Hierin leest de inwoner de ’regel’ en het ‘waarom’ tegelijk. Met dit model proberen we meer aansluiting te zoeken bij de denkwereld van de inwoner .
Ik ben benieuwd welke gemeente het nieuwe model als eerste oppakt.
Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties, 2021
Dijksterhuis en Van Baren, 2021
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, 2021
Sociale Vraagstukken, 2022
brieven SZW van 6-12-2021 en 21-2-2022
Universiteit Leiden, 2020