Is het juist om vanuit de Wmo een tillift te verstrekken?
Een inwoner heeft een tillift nodig en doet hiervoor een Wmo-melding bij de gemeente. Zij verblijft op basis van een modulair pakket thuis (mpt) vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) in een zorginstelling. In de zorginstelling is 24-uurs zorg aanwezig. In deze zorginstelling verblijven alle bewoners met een Wlz-mpt.
Het antwoord is..
Ja, zolang iemand niet intramuraal is opgenomen in een Wlz-instelling, is de Wmo verantwoordelijk voor hulpmiddelen als deze noodzakelijk zijn. Dit staat in de Wmo 2015 in artikel 8.6a sub a. Dit is een uitzondering op de hoofdregel dat het college een maatwerkvoorziening kan weigeren als de cliënt aanspraak heeft of kan hebben op verblijf in een Wlz-instelling.
Een Wlz-verzekerde die niet in een instelling verblijft heeft dus recht op hulpmiddelen, zoals een tillift, vanuit de Wmo. In de Wmo 2015 staat dat dit geldt voor cliënten die ‘thuis wonen’. Met thuis wonen wordt bedoeld iedere woonvorm waar men niet intramuraal is opgenomen in een Wlz-instelling.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter, heeft daar een duidelijke uitspraak over gedaan (ECLI:NL:CRVB:2025:140). In die zaak was er onduidelijkheid over verstrekking van een tillift aan een cliënt, woonachtig in een woonvorm met een volledig pakket thuis (vpt) vanuit de Wlz.
De CRvB heeft in die uitspraak overwogen dat verblijf in een instelling de keuze voor een vpt uitsluit. Als iemand de Wlz-indicatie verzilvert met een vpt, betekent dit dat er formeel geen sprake is van verblijf in een instelling. Dan kan iemand recht hebben op een tillift vanuit de Wmo. Dit geldt dus ook voor mensen die met een mpt in een woonvorm verblijven. De CRvB daarbij ook opgemerkt dat medegebruik van een geschikte tillift mogelijkheden kan bieden. Overleg met de zorginstelling is raadzaam om te voorkomen dat misschien meerdere bewoners een tillift aanvragen terwijl dat niet nodig is.