Participatiewet in balans: dit moet je weten

In de Participatiewet in balans staan niet de regels centraal, maar de mens. Wat zijn de belangrijkste veranderingen? En wat betekenen die voor gemeenten? We leggen het uit.
Blokkentoren - pw in balans

Wat is de Participatiewet in balans?

In 2015 werd de Participatiewet ingevoerd, met als een van de doelen meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. De nieuwe wet verving de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wajong. Eén wet, één uitkering, onder verantwoordelijkheid van de gemeente. In de praktijk zorgde dit voor hardheden, veel regels en weinig flexibiliteit. Met de Participatiewet in balans komt er meer ruimte en balans in wet en uitvoering. Met als kernbegrippen: eenvoud, vertrouwen en de menselijke maat.

Drie sporen

De Participatiewet in balans bestaat uit 3 sporen:

Spoor 1 is het wetsvoorstel met daarin 23 wijzigingen die op korte termijn de regels en ondersteuning van de Participatiewet beter laten aansluiten op de mogelijkheden en omstandigheden van de mensen voor wie ze bedoeld zijn.

In spoor 2 wordt gekeken naar de doelen en uitgangspunten van de wet en de wijze waarop de wet vanaf de basis opnieuw kan worden opgebouwd: dit is de herziening van de Participatiewet.

Spoor 3 omvat initiatieven om vakkundigheid van professionals in de uitvoering te versterken en te ondersteunen, zodat zij straks voldoende handvatten hebben om volgens de bedoeling van de nieuwe wetgeving te werken en beweging richting vertrouwen, eenvoud en menselijke maat te ondersteunen.

Blijf op de hoogte van de Participatiewet in balans

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang de laatste ontwikkelingen en praktische tips direct in je inbox.

De grootste veranderingen

De Participatiewet in balans moet in de uitvoering eenvoudiger en menselijker uitpakken. In spoor 1 zijn hiervoor 23 wetswijzigingen doorgevoerd. Die nemen hardheden weg, vergroten de rechtszekerheid en geven professionals meer ruimte om inwoners te helpen. Dit zijn de grootste veranderingen:

Eenvoudigere procedures

De aanvraagprocedure voor bijstand werd vaak als te lang en te ingewikkeld ervaren. Dit zorgde bij de aanvrager voor financiële onzekerheid. Door een aantal wijzigingen in de  Participatiewet in balans is het aanvraagproces eenvoudiger.


Als gemeente mag je vaker bestaande gegevens gebruiken uit administraties als BRP, polisadministratie, DUO en SVB. Zo hoeft de inwoner minder vaak opnieuw documenten aan te leveren. Dit versnelt de procedure. De Participatiewet in balans maakt het mogelijk dat inwoners zich ook met een geldig Europees rijbewijs kunnen legitimeren.


Heb je te maken met een herinstromer die binnen 1 jaar opnieuw bijstand aanvraagt? Dan mag de gemeente een verkorte procedure hanteren: je controleert alleen actuele gegevens. Dat geeft sneller duidelijkheid en zekerheid. De gemeente kan de verkorte aanvraagprocedure digitaal inrichten. Hierbij kan de aanvrager zich met DigiD legitimeren. Zo kan een aanvraag volledig digitaal worden afgehandeld.

vrouw met stapels papier
Vrouw met meetlat maatwerk

Ruimte voor maatwerk, met oog voor de mens

Als gemeente heb je meer ruimte om op de individuele situatie van de inwoner in te spelen. Op passende wijze kun je rekening houden met diens omstandigheden: niet de regels zijn leidend, maar de mens. Zo kun je afwijken van de zoektermijn van 4 weken voor jongeren tot 27 jaar. Gaat het om een jongere in een kwetsbare situatie? Dan kun je de aanvraag direct behandelen. Denk aan jongeren die uit de jeugdzorg komen, dakloos zijn, schulden hebben, een medische beperking hebben of geen startkwalificatie hebben.

Dit voorkomt dat hulp onnodig vertraging oploopt en maakt het mogelijk om beslissingen beter af te stemmen op de persoonlijke omstandigheden.

Vertrouwen in plaats van controle

De gemeente krijgt meer ruimte om te werken vanuit vertrouwen en menselijke maat. Je hoeft minder strikt te controleren en kunt meer kijken naar de omstandigheden van de inwoner. Maakt iemand een vergissing of geeft die onvolledige informatie? Dan kun je dit samen corrigeren zonder direct een sanctie op te leggen. Daarmee sluit de wet aan bij het uitgangspunt dat bijstand een vangnet is, waarin de intentie van de inwoner, jouw professionele oordeel en het vertrouwen in de inwoner centraal staan.

gesprek tussen consulent en client op kantoor

Concrete wijzigingen op een rij

De Participatiewet in balans spoor 1 kent 23 wijzigingen. Hieronder lichten we de belangrijkste veranderingen die direct gevolgen hebben voor de uitvoering en de ondersteuning van inwoners toe.

Wijzigingen in de aanvraagprocedure

De zoektermijn blijft in principe gelden voor jongeren tot 27 jaar, maar gemeenten kunnen hiervan afwijken bij jongeren in kwetsbare situaties. Denk aan jongeren die recent in een instelling of pleeggezin verbleven, een medische urenbeperking hebben of behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie. De consulent beoordeelt of de zoektermijn bijdraagt óf er juist voor zorgt dat de jongere uit beeld raakt of (dieper) in de problemen raakt.

Inwoners kunnen straks ook met een geldig rijbewijs of DigiD op niveau substantieel hun identiteit laten vaststellen. Met deze eenmalige ID-check kan de aanvraag volledig digitaal worden afgerond. Als consulent kun je dit proces sneller doorlopen. De betrouwbaarheid van de identificatie blijft gewaarborgd.

Heb je te maken met een jongere tussen de 18 en 21 jaar met hogere kosten voor levensonderhoud, en kunnen de ouders hierin niet bijdragen? Dan kan de gemeente de bijstand aanvullen met een vast bedrag aan algemene bijstand bovenop de jongerennorm. Dit voorkomt dat jongeren financieel klem komen te zitten en in een schrijnende situatie belanden. Het extra bedrag is in alle gemeenten hetzelfde. Dit zorgt voor eenduidigheid en een snellere procedure.

Veranderingen in de bijstandsverlening

Door giften en kostenbesparingen tot € 1.200 per kalenderjaar vrij te laten, hoeft niet meer elke inkomensbijschrijving te leiden tot een uitgebreid rechtmatigheidsonderzoek en kunnen uitkeringsgerechtigden meer profiteren van de vrijgevigheid van hun

omgeving. Het gaat om een totaalbedrag per kalenderjaar (januari t/m december). Een grensbedrag geeft rechtszekerheid aan de bijstandsgerechtigde, maar op individuele basis mag de gemeente ook hogere bedragen vrijlaten.

Tot nu toe werd vaak uitgegaan van het vermogen bij de start van de bijstandsuitkering. De Participatiewet in balans gaat bij vermogenstoename uit van het daadwerkelijke, actuele vermogen. Dit sluit beter aan bij de realiteit en is eerlijker voor de inwoner. Als consulent kun je de situatie sneller beoordelen. Bij een signaal moet je nagaan of het vermogen is toegenomen, bijvoorbeeld door een erfenis. Daarbij verdwijnen het resterende vrij te laten vermogen en de staffelmethode. Dat maakt het beoordelen eenvoudiger en duidelijker.

De bijstand mag worden toegekend met terugwerkende kracht, tot maximaal 3 maanden. Dit kan als een inwoner een aanvraag niet direct kan indienen, bijvoorbeeld door ziekte of persoonlijke problemen. Of als iemand eerst zelf een tijd geprobeerd heeft werk te zoeken en pas bijstand aanvraagt als al het geld op is. Met bijstand met terugwerkende kracht loopt iemand minder risico om in financiële moeilijkheden te komen.

Als gemeente moet je de situatie goed beoordelen: bekijk of de inwoner in die voorafgaande maanden recht zou hebben gehad op een uitkering en of die noodzakelijk zou zijn geweest.

Bijstandsgerechtigden die samenwonen met een partner zonder recht op bijstand, krijgen een hogere uitkering. De norm wordt gelijkgetrokken met die van een alleenstaande. Bovendien kan de inwoner een aanvulling ontvangen die de ALO-kop in het kindgebonden budget compenseert als deze ontbreekt. Dit geeft deze ouder meer financiële stabiliteit.

Als gemeente heb je meer ruimte om uit te gaan van de feitelijke situatie van het huishouden. Je hoeft niet langer vast te houden aan een norm die lager uitvalt.

Bijstandsgerechtigden krijgen meer mogelijkheden om hun maatschappelijke bijdrage zelf vorm te geven. Bijvoorbeeld met mantelzorg, vrijwilligerswerk of andere vormen van inzet die aansluiten bij hun persoonlijke situatie en talenten.

De nadruk in de begeleiding verschuift: minder focus op snelle uitstroom naar werk en meer op het versterken van inzetbaarheid en activering. Daarmee wordt ook de groep mensen die (nog) niet kan uitstromen naar arbeid betrokken bij de samenleving. Zo kan iedereen meedoen naar vermogen.

Gevolgen voor gemeenten

Gemeenten krijgen nadrukkelijk de ruimte om zelf invulling te geven aan participatie en begeleiding, natuurlijk binnen de wettelijke kaders.

Een belangrijk aandachtspunt is dat gemeenten tijdig beleid, werkprocessen en software laten aanpassen aan de Participatiewet in balans. Gemeenten kunnen alvast concept-beleidsregels opstellen, verordeningen herzien, collega’s scholen en inwoners informeren.

Bereid je medewerkers goed voor

Met de trainingen van Stimulansz ben je goed voorbereid op de Participatiewet in balans.

Wat verandert er voor bijstandsgerechtigden?

De Participatiewet in balans heeft ook gevolgen voor inwoners. Hieronder lees je wat er verandert voor de aanvraag, de ondersteuning en de manier waarop gemeenten omgaan met fouten.

Minder bureaucratie

De aanvraag wordt minder ingewikkeld, omdat gemeenten vaker gegevens gebruiken die al beschikbaar zijn. Ook kunnen de doorlooptijden korter worden en heeft de gemeente de mogelijkheid om een verkorte procedure in te voeren voor herinstromers: mensen die binnen een jaar opnieuw een uitkering aanvragen. Daarmee krijgen mensen sneller duidelijkheid.

Betere toegang tot ondersteuning

Dankzij de verkorte aanvraag krijgen mensen die na kort of flexibel werk opnieuw een uitkering nodig hebben sneller zekerheid over hun inkomen. Deze maatregel verlaagt de drempel om werk te accepteren.

Vertrouwen en ruimte voor fouten

De Participatiewet in balans zet meer in op vertrouwen en menselijke maat. Voor inwoners betekent dit dat hun persoonlijke situatie zwaarder meeweegt bij besluiten over terugvordering of boetes. Gemeenten moeten kijken of een maatregel eerlijk en in verhouding is. Een vergissing kan worden hersteld zonder dat dit direct leidt tot hoge terugbetalingen of strenge sancties.

Wat blijft hetzelfde voor bijstandsgerechtigden?

Niet alles verandert voor bijstandsgerechtigden. Ze zijn nog steeds verplicht om wijzigingen door te geven die invloed hebben op hun uitkering, mee te werken aan controles en op gesprekken te verschijnen. Ook de sollicitatieplicht blijft bestaan. Het uitgangspunt blijft dat iedereen naar vermogen meedoet. Daarnaast moeten er na 4 weken een voorschot worden geven als een aanvraag nog niet is afgerond.

Implementatie van de wet

De Participatiewet in balans spoor 1 gaat in op 1 januari 2026. Voor sommige onderdelen, zoals inkomensverrekening en het bufferbudget, geldt een latere datum. Gemeenten moeten tijdig beleidsregels, verordeningen, systemen, werkprocessen en werkinstructies aanpassen, consulenten scholen en inwoners informeren.

 

Stimulansz helpt gemeenten bij de overgang naar de Participatiewet in balans. Beleidsmedewerkers  consulenten en kwaliteitesmedewerkers kunnen trainingen volgen om goed voorbereid te zijn op de nieuwe regels en de omslag naar eenvoud, vertrouwen en maatwerk. Praktische tools en handreikingen helpen bij het aanpassen van beleidsregels en werkprocessen en bij het informeren van de inwoners. Ook biedt Stimulansz juridische en beleidsmatige ondersteuning, zodat besluiten houdbaar zijn en inwoners duidelijke en mensgerichte dienstverlening krijgen.

Samengevat: voordelen
Participatiewet in balans

De Participatiewet in balans brengt vanaf 1 januari 2026 grote veranderingen mee, zowel voor gemeenten als voor bijstandsgerechtigden. De uitvoering wordt eenvoudiger en logischer, met meer ruimte voor maatwerk en vertrouwen. Daarmee ontstaat een menselijker systeem waarin inwoners niet langer vastlopen in regels, maar steun krijgen die aansluit bij hun werkelijke situatie.

 

Gemeenten en bijstandsgerechtigden doen er goed aan zich nu al voor te bereiden. Gemeenten kunnen alvast (concept-)beleidsregels opstellen, consulenten scholen en inwoners informeren. Bijstandsgerechtigden hebben baat bij goede communicatie, zodat zij weten welke nieuwe mogelijkheden er voor hen zijn.

 

Wil je concreet aan de slag? Dat kan met de toolkit dit Stimulanz maakte voor de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Een praktisch document met modelbeleid, model-beschikkingen en achtergrondinformatie.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.