Woningaanpassing zonder toestemming woningeigenaar

Een bouwvergunning is voor plaatsing van zorgunit niet nodig. Hoe is het met de toestemming van de verhuurder? Expert Floor Bentfort van Valkenburg geeft antwoord.

Vraag

Voor een gezin in onze gemeente willen we een zorgunit plaatsen in de tuin van hun particuliere huurwoning. Twee kinderen in het gezin hebben een ernstige beperking. Een bouwvergunning is voor deze plaatsing niet nodig. De verhuurder wil waarschijnlijk niet dat er een unit wordt geplaatst. Mag de verhuurder het plaatsen van een zorgunit verbieden? Zijn hier regels voor en wat zijn de stappen die genomen kunnen worden?

Wilt u meer inzicht in de Wmo 2015?

Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag een gratis proefabonnement aan.

Antwoord

Toestemming van de eigenaar van de woning is niet nodig voor een woningaanpassing vanuit de Wmo. De eigenaar moet wél gehoord worden.
Net als vroeger onder de Wvg en de oude Wmo, moet de eigenaar meewerken. Alleen is het nu anders geregeld dan tot 2015 het geval was. Toen stond er een medewerkingsplicht in de Woningwet. Nu is alles geregeld in artikel 2.3.7 van de Wmo 2015.
In dit artikel staat dat, als het college heeft besloten een maatwerkvoorziening of pgb voor een woningaanpassing toe te kennen aan een woning waarvan de cliënt niet de eigenaar is, het college of de cliënt bevoegd is om zonder toestemming van de eigenaar deze woningaanpassing aan te brengen.
Het college moet de eigenaar van de woning wel vóór het aanpassen in de gelegenheid stellen zijn mening te geven over de woningaanpassing.
De aanpassing kan dus ook zonder toestemming van de eigenaar worden geplaatst. En zo nodig kan de gemeente op grond van artikel 125 lid 2 Gemeentewet bestuursdwang toepassen om de eigenaar te dwingen.
Maar let op: De eigenaar is mede-belanghebbende bij het besluit (art. 1:2 Awb). In de tijd van de oude Wmo is er een uitspraak (ECLI:NL:CRVB:2013:2716) gedaan, waarbij de gemeente de eigenaar ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. De eigenaar was wel belanghebbend. Dit zal onder de Wmo 2015 niet anders zijn.
De eigenaar zal als belanghebbende bezwaar kunnen aantekenen, dus het is wel van belang één en ander zoveel mogelijk in goed overleg te laten plaatsvinden.
Er zijn natuurlijk ook wel grenzen aan wat gedaan mag worden aan een woning. In de genoemde uitspraak wordt ook aangegeven: “Of een gekozen Wmo-voorziening adequaat is, hangt bovendien mede af van de vraag of deze feitelijk gerealiseerd kan worden. Hierbij speelt ook een rol of de voorziening niet in strijd is met andere wet- en regelgeving.”
In het voorliggende geval is een bouwvergunning niet nodig, dus daar is geen probleem. Het zal het beste zijn om samen met de eigenaar te bekijken wat de bezwaren tegen de aanpassing zijn, en of er een oplossing mogelijk is waarin iedereen zich kan vinden. Maar uiteindelijk kan de woningaanpassing dus in elk geval doorgaan, ook zonder toestemming van de eigenaar van de woning.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

mr. Floor Bentfort van Valkenburg helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Participatiewet in balans is geen toverformule tegen alle hardvochtigheden

In juni 2022 verscheen het rapport Participatiewet in balans . Hierin werden het strenge vangnetkarakter en de strikte regels over terugvordering en boetes als enkele van de oorzaken genoemd waardoor de Participatiewet hardvochtig kan worden uitgevoerd. Om deze oorzaken deels weg te nemen, heeft de regering het wetsvoorstel Participatiewet in balans ingediend. Daarnaast is het Wetsvoorstel handhaving sociale zekerheid in voorbereiding. Ook is de Centrale Raad besluiten op grond van de Participatiewet meer aan het evenredigheidsbeginsel gaan toetsen. Zal hierdoor een hardvochtige handhaving van de Participatiewet tot het verleden gaan behoren?

Een open deur naar bestaanszekerheid

In mijn vorige blog over bestaanszekerheid heb ik stilgestaan bij het goed faciliteren van mensen zodat zij duidelijkheid hebben over de financiële regelingen waar ze gebruik van kunnen maken. Weten wat mogelijk is, dat is echter pas de eerste stap. De volgende stap is zorgen dat zij gemakkelijk gebruik kunnen maken van die regelingen. Dat vraagt namelijk best wat van mensen. Gelukkig zit de Wet proactieve dienstverlening in de pijplijn en die kan hier een mooie bijdrage aan leveren. Tot die wet van kracht is kunnen we al heel wat stappen zetten.

Een praktische doener in het jeugdrecht: mr. Moniek Toonen-Hamerlinck

Hoe bepaal je welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jeugdhulp? Wat valt wel of niet onder de Jeugdwet? En hoe beoordeel je de eigen kracht van ouders en jeugdigen? Dit zijn slechts enkele van de vragen die dagelijks binnenkomen bij de helpdesk van Inzicht Sociaal Domein.