Die term klinkt bijzonder negatief en dat is het ook. Aangeleerde hulpeloosheid wil zeggen dat mensen afgeleerd hebben om initiatief te nemen. De oorzaak daarvan is dat iemand het gevoel heeft geen enkele invloed te hebben op (nare) situaties. Hoe vaker iemand dat gebrek aan invloed ervaart, hoe sterker de aangeleerde hulpeloosheid wordt. Mensen worden dan passief en hun zelfredzaamheid en eigen kracht neemt juist af. Waarom iets doen als het toch niets oplost? Dat klinkt heel onwenselijk, toch is dit een reëel risico voor mensen die een beroep moeten doen op bijstand. Het risico bestaat – afhankelijk van de manier waarop de bijstand wordt uitgevoerd –dat we iemand elke ruimte voor eigen initiatief ontnemen en daarmee een vruchtbare bodem leggen voor aangeleerde hulpeloosheid.
Nee, dat is zeker niet wat ik wil betogen. De vraag is wat mij betreft niet welke rechten en plichten er zijn, maar de manier waarop hiermee wordt omgegaan. Bij de aanvraag een rijtje plichten oplezen of een map / folder / website of beschikking geven met een overzicht van alle verplichtingen gaat iemand niet helpen om daadwerkelijk de bijstand uit te komen. Het geeft iemand wél het gevoel continu op de tenen te moeten lopen om maar niets verkeerds te doen. Dat kan anders. Door als professional en inwoner samen na te denken over wat iemand kan doen om uit de bijstand te komen en welke rechten en plichten er bij de bijstand horen, wordt dit meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zo kunnen inwoner en professional samen een plan van aanpak maken voor de komende periode. Dit geeft ruimte voor eigen initiatief en zal het probleemoplossend vermogen en de motivatie van de inwoner ten goede komen. Zowel op de korte termijn als het gaat om uitstromen uit de bijstand, als op de lange termijn omdat iemand meer ervaring heeft met het nemen van initiatief. Door goed te kijken naar het effect dat je samen met iemand wil bereiken kun je hier echt maatwerk leveren.
Iemand ruimte geven voor eigen ideeën en initiatief is van groot belang om aangeleerde hulpeloosheid te voorkomen (En natuurlijk om nog veel meer redenen, zoals het aansluiten bij de psychologische basisbehoeften autonomie, betrokkenheid en competentie, het versterken van de groeimindset en het Pygmalion-effect). Die ruimte moet er ook zijn als we er als professional niet zeker van zijn dat de door de inwoner gekozen stappen juist zijn. De professional is weliswaar gespecialiseerd in het eigen vakgebied, de inwoner is gespecialiseerd in het eigen leven en de eigen drijfveren. Die combinatie kan heel goed uitpakken. Het betekent dan ook nadrukkelijk niet dat je iemand in het diepe moet gooien en maar moet zien of hij blijft drijven. Het betekent dat je met mensen mee moet denken over de vraag welk effect ze willen bereiken en welke stappen zij denken dat daarvoor nodig zijn. En welke verwachtingen professional en inwoner over en weer van elkaar mogen hebben. Dat vraagt wel wat van de professional. Je moet loslaten wat jij denkt dat de juiste stappen zijn en door de ogen van de inwoner proberen te zien wat diegene nodig heeft. En dat kan iets heel anders zijn dan jij nodig zou hebben als je in dezelfde situatie zou zitten. Door goed door te vragen en mee te denken over de stappen die iemand wil zetten, zonder alles over te nemen, wordt het iemands eigen plan.
Natuurlijk kun je niet zomaar op eigen houtje de wettelijke plichten aanpassen. Maar je kunt wel afspraken maken over de manier waarop iemand aan de verplichtingen wil voldoen. Hoe wil iemand aan het werk komen? Dat moeten dan geen vrijblijvende afspraken zijn, maar helder geformuleerde, zodat beide partijen weten wat de afspraken zijn. Dat betekent dat de ene werkzoekende misschien meer eisen stelt aan het werk en bereid is daarvoor verder te reizen, terwijl de andere misschien graag dichtbij huis wil werken en concessies doet wat betreft het type werk. Ook wat betreft de inlichtingenplicht zijn echt wel afspraken te maken. Sommige mensen zijn administratief heel handig en zullen niet vergeten om alle wijzigingen door te geven. Een ander is minder handig en vindt het prettig als je elk kwartaal even belt om diegene eraan te herinneren dat wijzigingen moeten worden doorgegeven. Kost dit meer tijd? Jazeker. Maar het levert óók veel op. De inwoner krijgt meer zelfvertrouwen, ontwikkelt meer vaardigheden om de eigen problemen op te lossen en versterkt zo de redzaamheid op langere termijn. Dit draagt bij aan een hoger welbevinden en duurzame(re) oplossingen.
Wilt u meer leren over gedrag? Schrijf u in voor de training praktische psychologie in de spreekkamer. We kunnen ook een programma op maat maken voor uw organisatie!