Bijzondere bijstand: uitgaan van het effect

Worstelt u ook met het beleid voor bijzondere bijstand? Het is behoorlijk balanceren tussen te veel en te weinig regelen. U wilt dat zowel de klantmanagers als de inwoners voldoende houvast hebben aan het beleid. Tegelijk wilt u niet te veel dichtregelen, zodat er ruimte blijft voor maatwerk. Want bijzondere bijstand is bij uitstek bedoeld om maatwerk te leveren.

hero afbeelding Bijzondere bijstand: uitgaan van het effect
10 april 2018

Goede uitvoering begint bij beleid

Een aantal jaren geleden bestond het beleid in veel gemeenten uit lange lijsten met verschillende kostensoorten. Per kostensoort was aangegeven of het wel of niet vergoed kon worden. Met andere woorden, of de kosten noodzakelijk waren en gemaakt werden vanwege bijzondere omstandigheden was niet afhankelijk van de aanvrager, maar van het soort kosten! Daar willen veel gemeenten nu vanaf. De nieuwe methode van beleid voor bijzondere bijstand is heel ‘lean’. Er is wel geregeld hoe de draagkracht wordt berekend en of er een drempel is voor de minimale kosten die aangevraagd mogen worden, maar de rest wordt aan de beoordeling van de klantmanagers overgelaten. En die blijken dat in de praktijk best lastig te vinden. Want hoe beoordeelt iemand nu welke kosten noodzakelijk zijn? Om maar te zwijgen over de vraag of de omstandigheden bijzonder zijn!

Richtinggevend beleid

U kunt dit ondervangen door een aantal ‘richtinggevende principes’ vast te stellen. Met deze richtinggevende principes geeft u niet aan welke kosten betaald kunnen worden, maar welke effecten u wilt bereiken met het verstrekken van bijzondere bijstand. Wilt u bijvoorbeeld de zelfredzaamheid vergroten? Of bijzondere bijstand inzetten om ergere problemen op lange termijn te voorkomen? Wilt u voorkomen dat kinderen lijden onder de financiële situatie van hun ouders?
Als u dit soort principes vastlegt in uw beleid, dan kunnen de klantmanagers de aanvragen daarop toetsen. U geeft de beleidskaders, de klantmanagers zorgen voor het maatwerk. Zo zou het – afhankelijk van hoe u het regelt – heel goed kunnen dat zwemles in het ene geval wel wordt vergoed, in het andere geval niet. Bijvoorbeeld omdat het gaat om een gezin met jonge kinderen, dat vlak bij open water woont. Of u betaalt de kosten van een fiets met trapondersteuning aan iemand die anders niet naar school kan, omdat het openbaar vervoer geen oplossing is. De Centrale Raad heeft een aantal uitspraken gedaan over kostensoorten die niet bijzonder zijn. Dat is ook heel handig als algemene regel, maar uiteindelijk blijft een besluit op een individuele vraag maatwerk. En als u willekeur wilt voorkomen, dan legt u wel wat principes vast, maar geen kostensoorten. Zo kunnen de kosten die betaald worden verschillen, de resultaten (effecten) niet.

Tijd is geld

Wilt u wel maatwerk leveren maar liever met wat minder inzet van personeel? Dan kunt u er ook voor kiezen om sommige kostensoorten heel snel af te handelen. U stelt een aantal kosten vast die altijd belangrijk zijn en die altijd voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Denk aan de kosten voor bewindvoering, rechtsbijstand en reiskosten naar een ziek familielid. Aanvragen voor een tegemoetkoming van deze kosten kunt u eenvoudig afhandelen, bijvoorbeeld met Berekenuwrecht. Hiermee kunnen aanvragers ook zelf direct zien of ze recht hebben op bijzondere bijstand (of op andere regelingen).  Dat scheelt onnodige aanvragen. En zo houdt u tijd over om de complexere aanvragen zorgvuldig af te handelen. U houdt zich dan bezig met de zaken die écht belangrijk zijn. Eenvoudig waar het kan, zorgvuldig waar het moet.

Wilt u meer inzicht in de Participatiewet?

Raadpleeg Inzicht sociaal domein. Heeft u nog geen toegang? Vraag gratis een proefabonnement aan.