“De Omgekeerde Toets borgen? Blijf in gesprek over de uitvoering”

Werkt jouw gemeente met de Omgekeerde Toets? Borg deze methode goed in je organisatie. Dat kan op allerlei manieren. De beste manier volgens opleidings- en organisatieadviseur Laurens Bouw: Intrinsieke motivatie. “Hoe fijn is het als je merkt dat je werk leuker en beter wordt, en zelfs tijd scheelt.”
Hoe de Omgekeerde Toets en het stappenplan van de CRvB elkaar versterken

Met de Omgekeerde Toets® bied je een besluit op maat waarbij het gewenste effect voor de inwoner centraal staat. Werken met deze methode vraagt iets van uitvoerende medewerkers. Als je jarenlang gewend was om vooral naar de wet te kijken, is het wennen eerst naar de inwoner te kijken. Ook voor medewerkers die denken dat ze het al goed doen, blijft bewustwording belangrijk. En natuurlijk moeten nieuwe medewerkers de Omgekeerde Toets® goed leren kennen.

Goed implementeren

Borging begint bij een goede implementatie, stelt Laurens. “Voordat we een training geven, vragen we aan de gemeentelijke organisatie wie er al bekend is met de Omgekeerde Toets® en hoe medewerkers ertegenover staan. We vragen ook waarom een gemeente met de methode wil werken, bijvoorbeeld: meer integraal maatwerk. Soms zien we enthousiasme, soms terughoudendheid. Dat is belangrijk om te weten, want werken met de Omgekeerde Toets® is een organisatieverandering. Onlangs trainde ik een gemeente waar iedereen zich betrokken toonde: bestuur, beleid en management, net als de uitvoering. Ze maakten een eigen verordening, die we in de trainingen gebruikten. Doe je het aan de voorkant goed, dan is borging later minder werk.”

Omgekeerde verordening toepassen

De verordening is vaak een formeel beleidsdocument, met ingewikkelde zinnen en vaktermen. Laurens benadrukt het belang van de omgekeerde verordening. “Zo’n verordening gaat uit van de visie en kernwaarden van de gemeente. De verordening is in begrijpelijke taal geschreven en sluit aan bij het gewenste effect voor de inwoner. Dit verkleint de afstand tussen beleid, management en uitvoering, en ook tussen uitvoering en inwoner. In de omgekeerde verordening kun je de Omgekeerde Toets® goed borgen. Zo kan een uitvoerder een genomen besluit beter onderbouwen.”

Hoe breder, hoe beter

Een goede borging vraagt om brede toepassing van de Omgekeerde Toets® binnen de gemeentelijke organisatie, niet alleen bij de Wmo of Participatiewet. Laurens merkt op: “Medewerkers vinden het leerzaam casuïstiek te bespreken met collega’s van andere afdelingen, omdat iedereen een situatie anders bekijkt. In kleine en middelgrote gemeenten is het daarom vaak makkelijker de Omgekeerde Toets® breed in te zetten dan in grote organisaties met heel veel medewerkers.”

Ambassadeurs die collega’s begeleiden

Na implementatie kun je de Omgekeerde Toets® op verschillende manieren goed verankeren in de organisatie, zoals met duidelijke uitleg, video’s, tekeningen en casuïstiekbesprekingen in teams. Het enthousiasme van leidinggevenden is helpend. Belangrijk zijn vooral ook de ambassadeurs: medewerkers die de Omgekeerde Toets® en de bijbehorende principes goed kennen en collega’s begeleiden en ondersteunen in de uitvoering. Ze kunnen mogelijk hierna ook de casuïstiekbijeenkomsten begeleiden.” Tip: Stimulansz biedt een training ‘Werken met de Omgekeerde Toets®’ voor ambassadeurs.

Het 4R-model voor succesvolle implementatie

Laurens wijst op het 4R-model voor een succesvolle toepassing van een methode. “Dit gaat over Richting, Rendement, Ruggensteun en Ruimte. Een duidelijke Richting, een werkdoel, is belangrijk. Waar willen we naartoe en waarom? Rendement gaat over de vraag wat de methode oplevert voor de medewerker. Ruggensteun betekent dat medewerkers bij beslissingen over maatwerk steun ervaren, van kwaliteit en management. En Ruimte houdt in dat medewerkers invloed hebben op toepassing van de methode in hun werk. Bijvoorbeeld door mee te denken over verbeteringen.”

Blijven herhalen en het gesprek voeren

Laurens benadrukt dat niet alles eenvoudig te beïnvloeden is. “Bij veel personeelsverloop kan het lastig zijn de Omgekeerde Toets® goed geborgd te houden. Wij kunnen nieuwe medewerkers trainen, en soms doen ervaren, getrainde ambassadeurs dit zelf. Ook wisselt het gemeentebestuur elke vier jaar, wat invloed kan hebben op het beleid.”

 

Om de Omgekeerde Toets® goed te borgen, adviseert Laurens te blijven herhalen, het gesprek te voeren over de uitvoering én enthousiasme te tonen. “Intrinsieke motivatie is het belangrijkste, op verschillende niveaus binnen de gemeente, ook voor de direct betrokken professionals. Medewerkers vertellen me dat de Omgekeerde Toets® goed aansluit bij de reden dat ze het werk zijn gaan doen. Dat is prachtig.”

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Redactie helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog laten Renée van der Burg en mr. Petra Gerritsen zien welke ruimte gemeenten hebben om alsnog te schakelen.