Zo’n 35 gemeenten werken inmiddels met de omgekeerde verordening, en dat aantal groeit. Gerrit: “Veel gemeenten combineren het met de Omgekeerde Toets®. Ze ervaren dat de omgekeerde verordening ondersteunend is daaraan. Sommige gemeenten zien het juist als eerste stap naar werken met de Omgekeerde Toets®. De omgekeerde verordening is niet strikt noodzakelijk als je ook werkt met de Omgekeerde Toets®, maar het helpt wel enorm. De klassieke verordening kan tegenwerken.”
Helpend in de uitvoering
De omgekeerde verordening stelt iemands hulpvraag centraal in plaats van wetten en regels. Dit helpt volgens Gerrit op 2 manieren. Ten eerste biedt het richting bij maatwerk, zodat consulenten niet stuiten op regels die allerlei voorzieningen uitsluiten. Ten tweede stimuleert het integraal werken.
“De omgekeerde verordening sluit aan bij thema’s uit het dagelijkse leven, zoals meedoen, veilig wonen en gezond leven. Ze overstijgen de wet- en regelgeving. Een gemeente kan daardoor alle verordeningen samenvoegen tot één integrale verordening voor het sociaal domein.”
Concrete kernwaarden en visie
Wil je als gemeente de omgekeerde verordening invoeren, begin dan met de vraag: wie willen we zijn en wat willen we betekenen voor onze inwoners? Gerrit: “Deze reflectie is sowieso belangrijk als je maatwerk wilt bieden, om willekeur te voorkomen. Zorg dat kernwaarden en visie concreet zijn, zodat ze een handelingsperspectief vormen voor de uitvoering. Ik was onlangs betrokken bij een gemeente die al vroegtijdig adviesraden, de gemeenteraad én de uitvoering betrok. Dat werkte goed.”
Gerrit geeft een voorbeeld: “Stel, je gemeente staat voor ‘iedereen doet mee’. Wat betekent dit als een inwoner vraagt om een elektrische fiets? Is het de taak van de consulent om die al dan niet te verstrekken, of moet de inwoner er zelf voor zorgen dat hij meedoet? Zulke keuzes moeten helder zijn, bijvoorbeeld door te stellen: ‘Wij ondersteunen mensen bij het meedoen in de maatschappij’. Dat geeft de consulent de ruimte om een passende afweging te maken.”
Je begint niet bij nul
Stimulansz ondersteunt gemeenten bij het vaststellen van kernwaarden en visie. Via een effectdialoog wordt nagedacht over de vraag: wat willen we bereiken met ons beleid? Daarnaast helpt Stimulansz om deze doelen te vertalen naar de praktijk. “Gelukkig begin je nooit helemaal bij nul,” zegt Gerrit. “Er zijn al omgekeerde verordeningen van andere gemeenten. Neem die goed door; je kunt er veel van leren, ook qua taalgebruik.”
Koudwatervrees
Gemeenten hebben soms koudwatervrees bij het invoeren van de omgekeerde verordening, merkt Gerrit. “Dat komt omdat het juridische aspect minder centraal staat. De omgekeerde verordening is ook bedoeld als voorlichting voor inwoners, tijdens het gesprek met de consulent. Schrijf deze dus in begrijpelijke taal (B2-niveau). Dat is ook fijn voor medewerkers. Als zij de verordening makkelijk begrijpen en gebruiken, vergroot dat het draagvlak.”
Als iets al in de wet staat, hoeft dat niet ook in de verordening. “Het is belangrijk een goede balans te vinden tussen juridische zekerheden en de voorlichtende functie aan inwoners. Je moet voorkomen dat inwoners er hun eigen invulling aan kunnen geven, en daarmee bij de gemeente aankloppen.”
Aanpassingen nodig
Soms zijn er na de invoering nog aanpassingen nodig. Bijvoorbeeld als de verordening toch te belemmerend is in de uitvoering. Of juist te veel ruimte laat, waardoor consulenten te veel hun persoonlijke voorkeur meenemen. Gerrit: “Een tijdje geleden trainden we alle consulenten van een gemeente in de Omgekeerde Toets®. Inmiddels werken ze ook met de omgekeerde verordening. Binnenkort gaan we terug om te vertellen hoe ze de verordening in de praktijk kunnen gebruiken. Maar ik train bijvoorbeeld ook regelmatig gemeenteraden in hun rol bij het toepassen van de verordening. Onze ondersteuning is dus inhoudelijk, procesmatig én politiek besluitvormend gericht.”