Het eerste punt waar ik me volledig in kan vinden is zijn oproep om meer aandacht te besteden aan de waarden die we delen en universeel achten: persoonlijke vrijheid en menselijke waardigheid, gelijkgerechtigdheid en medemenselijkheid. Onder welke voorwaarden (bestaanszekerheid) en binnen welke grenzen (veiligheid) zijn die waarden overeind te houden? Deze waarden zouden boven alle wetgeving moeten staan als stevige basis.
Het tweede punt is de oproep om de driehoek markt – overheid – burgers optimaal te verstevigen. Een goed functionerende markt heeft het tegenwicht nodig van een krachtige overheid. Een krachtige overheid heeft, wil ze democratisch zijn, zelfbewuste burgers nodig. Geen burgers als object of klant van de overheid, maar als publieke ambtsdragers. En natuurlijk heeft de zelfbewuste burger een goed functionerende markt nodig om economisch zelfstandig te zijn. Zo is de cirkel weer rond. Tjeenk Willink wijst er daarbij op dat de deskundigen en burgers die bij allerlei commissies betrokken worden of aan initiatieven deelnemen zelden behoren tot de burgers die zich politiek niet vertegenwoordigd of in de steek gelaten voelen. Voor die laatsten is een versterking van hun positie in de burgersamenleving heel belangrijk.
Ten derde werd ik geraakt door zijn analyse van de plaats waar het probleem zichtbaar wordt. Dat is niet in beleid, niet in wetgeving. In hun contacten met burgers ondervinden professionals op de werkvloer (hierna: uitvoerders) aan den lijve de problemen waarvoor beleidsbepalers oplossingen aandragen. De manier waarop zij met die problemen omgaan bepaalt in belangrijke mate de geloofwaardigheid van de overheid. Beleid moet daarom direct bijdragen aan een hogere kwaliteit van de transactie: daar waar het contact tussen overheid en burger plaatsvindt.
De ideeën van Herman Tjeenk Willink gaan over Europa, de Nederlandse staat, ofwel, over grote verbanden. U kunt deze klein maken en in uw dagelijkse werk bijdragen aan een betere verhouding tussen overheid en burgers.
Denk groot, doe klein!