Hoe zit dat? pgb-fraude in de Wmo 2015

Sinds 2007 kennen we het pgb in de Wmo. Het pgb is een geldbedrag, bedoeld om ondersteuning in te kopen. Voor veel mensen is dat pgb echt een uitkomst. In deze blog vertelt mr. Paul Norp meer over de uitvoering van het pgb en het voorkomen van pgb-fraude.

hero afbeelding Hoe zit dat? pgb-fraude in de Wmo 2015
24 oktober 2023

Een cliënt met een Wmo-indicatie voor een maatwerkvoorziening kan met een pgb zelf een vertrouwde, vaste dienstverlener inhuren of zelf – al dan niet met aanvulling uit eigen middelen – een hulpmiddel aanschaffen. Bij dienstverlening gaat het vaak om huishoudelijke hulp of – sinds 2015 – om begeleiding. Bij hulpmiddelen kunnen we denken aan een scootmobiel of een traplift. 

Veranderingen in de Wmo 2015: strengere voorwaarden voor pgb

In de huidige Wmo 2015 is de mogelijkheid van een pgb ook weer opgenomen. De voorwaarden zijn duidelijker en strenger dan onder de eerste Wmo uit 2007. Het uitgangspunt van de Wmo 2015 is dat de cliënt de maatwerkvoorziening in natura krijgt. De gemeente regelt dan dat er door een aanbieder dienstverlening of hulpmiddelen worden geleverd aan de cliënt.  

Als mensen een pgb willen, dan kan dat ook, zij het onder voorwaarden. 

De eerste eis is dat pgb-aanvragers volgens de gemeente met dat pgb kunnen omgaan. Ze moeten zelf de regie kunnen voeren of iemand hebben die hen daarbij kan helpen. Degene die helpt bij het pgb-beheer moet dat in het belang van de cliënt doen. Het moet dus in principe niet degene zijn die uit dat pgb wordt betaald, zeker niet als het gaat om een ondersteuner met commerciële belangen.  

Als tweede voorwaarde geldt dat mensen hun keuze voor een pgb kunnen motiveren.  

Tot slot is een voorwaarde voor een pgb dat er waarborgen zijn dat het pgb-geld juist wordt besteed; wat ermee wordt aangeschaft of ingehuurd moet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Die kwaliteitseisen zijn een afgeleide van de eisen die worden gesteld aan voorzieningen die via de gemeente zelf in natura worden geleverd. 

Een gemeente kan een pgb weigeren als verstrekking van een pgb voor de gemeente duurder is dan verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura. Ook kan de gemeente een pgb weigeren als de cliënt eerder met Wmo-2015-voorzieningen of met pgb’s heeft gefraudeerd en/of zich niet aan de verstrekkingsvoorwaarden heeft gehouden, en daardoor de toekenning is ingetrokken.  

In de Jeugdwet geldt overigens een pgb-regeling die grotendeels vergelijkbaar is met de hierboven beschreven regeling.

De uitvoering van het pgb: van directe betaling naar trekkingsrecht

Als een cliënt aan de pgb-voorwaarden voldoet en een pgb krijgt toegekend, wordt dat pgb  – behalve bij eenmalige verstrekkingen – niet meer direct op de rekening van de pgb-houder gestort. Tot 2015 was dat wel zo, maar nu is het pgb een zogenoemd trekkingsrecht: een bedrag waaruit door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) namens de gemeente betalingen worden gedaan aan de cliënt. Als bepaalde gegevens worden overgelegd door of namens de cliënt, wordt het pgb-geld uitbetaald aan degene die ondersteuning levert. Doel van deze strengere pgb-regels is het voorkomen van oneigenlijk gebruik en/of fraude. 

Fraude met het pgb: een groeiend probleem

Pgb-fraude is echter nog steeds mogelijk. Uit de praktijk blijkt dat met name de nieuwe doelgroepen in de Wmo 2015 een flink risico vormen. Het gaat dan om mensen met psychische problematiek, die zijn aangewezen op begeleiding of beschermd wonen. Zij kunnen worden gemanipuleerd of worden zelfs min of meer geronseld om een pgb aan te vragen. Dit gebeurt door mensen die deze cliënten ondersteuning willen gaan bieden en tevens hun pgb willen beheren. Helaas denken deze mensen dan vooral aan hun eigen portemonnee. 
Bij indicaties voor intensieve begeleiding en beschermd wonen is er ook veel geld te verdienen; het gaat om duizenden tot tienduizenden euro’s per pgb-cliënt per jaar. Voor sommige kwaadwillenden vormt de combinatie van makkelijk manipuleerbare cliënten en de hoge pgb-bedragen een interessant alternatief verdienmodel.* 

Daar komt bij dat fraudepreventie en –bestrijding in de beginjaren van de Wmo 2015 geen prioriteit hadden bij gemeenten. De spreekwoordelijke winkel moest draaiende gehouden worden; dat vergde de meeste aandacht.

Het belang van duidelijke beschikkingsvoorwaarde

Er zijn echter nog steeds gemeenten waar nauwelijks aandacht wordt gegeven aan fraudepreventie, waar geen toezicht wordt uitgeoefend en evenmin heronderzoek wordt gedaan naar verstrekte naturavoorzieningen (ook aanbieders van naturavoorzieningen kunnen frauderen) en naar pgb’s. Soms worden voorzieningen en dure pgb’s zelfs zonder beschikking (dus formeel onvoorwaardelijk) verstrekt. Ook gebeurt het regelmatig dat er wel een beschikking wordt afgegeven, maar dat die beschikking geen duidelijke eisen vermeldt voor de besteding van het pgb. Dat kan in strijd zijn met de eigen verordening. Veel Wmo-verordeningen schrijven namelijk voor dat in toekenningsbeschikkingen specifieke bestedings- en verantwoordingseisen voor pgb’s worden opgenomen. 

Als dat niet gebeurt, maakt dat fraude wel erg makkelijk en achteraf ook moeilijker te bestrijden; fraudeurs hebben vaak vrij spel. Immers, als er geen of onduidelijke beschikkingsvoorwaarden zijn gesteld aan de verstrekking, is het juridisch gezien lastig om hard te maken dat iemand zich niet aan de regels voor die verstrekking heeft gehouden. Afgezien daarvan is het afgeven van een beschikking in de Wmo gewoon een wettelijke verplichting, zie artikel 2.3.5 lid 2 Wmo 2015. 

Door een goede indicatiestelling en toetsing vooraf kan echter voor gemeenten én pgb-cliënten al veel ellende voorkomen worden. Ook fraudebestrijding (dus ná toekenning) is makkelijker, als in de beschikking duidelijke verstrekkingsvoorwaarden eisen zijn gesteld. Dat geldt niet alleen voor verstrekking via een pgb, maar ook voor naturaverstrekkingen. 

De essentie is eigenlijk heel eenvoudig: op basis van duidelijke regels, zal via zorgvuldig onderzoek moeten worden vastgesteld of er recht is op een maatwerkvoorziening. Om wat voor voorziening gaat het? Wat is het doel van de voorziening? Welke kwaliteit en – indien van toepassing – welke frequentie is vereist?  

Als de cliënt vervolgens om een pgb verzoekt, dan komt de vraag of de cliënt keuzevrijheid krijgt voor een pgb, en zo ja, welke voorwaarden er aan dat pgb worden gesteld. Het beslissen over het bieden van keuzevrijheid voor een pgb is juridisch echt een aparte beslissing. Dat wordt in de praktijk nog wel eens over het hoofd gezien. Als keuze voor een pgb wordt geboden, moet de cliënt ook duidelijk gemaakt worden welke verstrekkings- en verantwoordingseisen er van toepassing zijn. Die voorwaarden moeten dan ook duidelijk kenbaar in de beschikking worden opgenomen.  

Vervolgens moet ook getoetst worden wat de cliënt met het pgb gaat doen. Wat wordt er ingekocht met een pgb? Met name bij inkoop van dienstverlening (zoals begeleiding) is van belang dat de gemeente ook toetst of de ingekochte hulp voldoet aan de eisen uit de pgb-beschikking.  

Het belangrijkste voor gemeenten: zorg ervoor dat de ondersteuning terechtkomt bij degenen die het echt nodig hebben. Dat geldt voor zowel maatwerkvoorzieningen in natura als voor pgb’s. 

Vragen of advies nodig?

helpt u graag verder.

Verdiep je kennis

Wil je meer leren over fraudepreventie en fraudebestrijding in de Wmo 2015? Neem contact op over de incompany mogelijkheden van de Stimulansz Academie. 

* Dat de hoogte van een pgb voor een persoon uit het netwerk niet mag worden gebaseerd op het minimum, maar moet gebaseerd zijn op de cao VVT inclusief vakantietoeslag en de tegenwaarde van verlofuren (zie de recente CRvB uitspraken ECLI:NL:CRVB:2023:1394 en ECLI:NL:CRVB:2023:1580), staat juridisch los van het bovenstaande verhaal over frauderisico’s. Maar als de pgb-bedragen hoger worden als gevolg van de uitspraak, maakt dat frauderen lucratiever, en is er voor gemeenten des te meer reden om alert te zijn op frauderisico’s.