Begeleiding in de Wmo 2015 indiceren

Om tot een goede afweging te komen bij gebruikelijke hulp en begeleiding, is het van belang om zorgvuldig onderzoek te doen. Expert Anitra Vink geeft antwoord op een vraag over het indiceren van begeleiding.

Vraag

Ik ben op huisbezoek geweest bij een man met een psychiatrische aandoening. Hij heeft individuele begeleiding nodig. Hij heeft al een indicatie voor een pgb van 12 uur per week. Dit is zo overgeheveld vanuit de oude AWBZ en tot nu toe steeds verlengd. Nu moet er een herindicatie worden gesteld. De indicatie zelf is mij wel helder, maar nu blijkt dat de begeleiding wordt geleverd door de vrouw van meneer en ik heb het idee dat hierbij ook gebruikelijke hulp een rol speelt. Hoe moet ik aankijken tegen gebruikelijke hulp bij begeleiding?

Antwoord

Om tot een goede afweging te komen bij gebruikelijke hulp en begeleiding, is het van belang om zorgvuldig onderzoek te doen. De Wmo schrijft precies voor waar dit onderzoek aan moet voldoen. Dit kun je lezen in artikel 2.3.2. Wmo 2015. Hierin staat vermeld dat je in het onderzoek gebruikelijke hulp moet meenemen (lid 4 onder b).
Een goed onderzoek start altijd met een gesprek met de cliënt en de mensen in zijn directe omgeving. In dit geval is dat een gesprek met meneer en mevrouw. Centrale vragen zijn: wat is er aan de hand en wat precies lukt er niet? Het beste kun je dit uitzoeken door een gemiddelde dag van de cliënt door te nemen. De cliënt wordt wakker, en dan? Wat lukt er dan niet en wat wél? Door dit zo concreet mogelijk te maken, zet je de eerste stap.
De logische vervolgvraag bij de taken die niet lukken is: wie neemt deze taken dan over en hoe ziet die hulp eruit? Gaat het om overnemen of om activeren? Er zullen vaak activiteiten worden overgenomen die tot de gezinstaken van alledag behoren. Dat zijn taken die ook door moeten lopen als de cliënt onverhoopt niet thuis is, bijvoorbeeld door opname. De huur moet worden betaald, eventuele kinderen moeten worden verzorgd, het huis moet schoongemaakt worden, et cetera. Die taken kun je dus wegstrepen van de taken die overgenomen moeten worden.
Dan houd je nog een boel andere taken over. Die zijn misschien niet gebruikelijk om over te nemen van een volwassen man, maar dat wil niet zeggen dat de echtgenote ze niet kán doen. Daarover moet je in gesprek. En als de echtgenote de taken niet kan doen, is een pgb dan wel de juiste oplossing? Misschien is dan juist professionele ondersteuning het beste voor de cliënt en zijn vrouw. Dit levert dus een boel bespreekpunten op.

Wil je meer weten over dit onderwerp en verder de diepte in?
Meld je dan aan voor de training ‘Begeleiding in de Wmo 2015: van onderzoek tot indicatie’.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Anitra Vink helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Wie zijn er anders: zij of wij?

Ken je dat vers van Annie M.G. Schmidt ‘de geit van dokter Sanders’ van vroeger? Mocht je het niet (meer) kennen, ik kan het echt aanraden om eens op te zoeken. Net als bij veel van haar andere versjes zit er een mooie wijsheid in verscholen. In dit geval is het probleem dat de geit van dokter Sanders, anders is dan de geit van dokter Snel. De beide dokters wringen in hun handen en huilen en besluiten om de geiten te ruilen. Helaas, het probleem blijkt niet opgelost. De geit van dokter Sanders is nog steeds anders….

Duurzame uitstroom begint bij goed intakemodel

Veel gemeenten worstelen met ermee: hoe kunnen we mensen die langdurig in de bijstand zitten, duurzaam laten uitstromen? Makkelijk is dat niet, erkent Tom Mushota. Maar er is meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. “Het begint bij een goed model voor de intake.”

“Armoedebeleid door de jaren heen: we weten allang wat werkt”

Leven in armoede is hard werken, en armoedebestrijding is complex. Als je weet hoe dit zich door de jaren heeft ontwikkeld, kan je dat helpen in de ondersteuning van inwoners, stelt Wilma Kuiper. “Het is allang duidelijk wat werkt en niet werkt.”