Dit is ook dé pijler van de aanpak ‘Op naar een schuldenvrije gemeente’, ontwikkeld door Karin van Nuland. Meer over de in totaal 4 pijlers lees je in het artikel ‘Op naar een schuldenvrije gemeente’.
Karin van Nuland werkt bij Stimulansz als trainer, adviseur en specialist in schuldhulpverlening en armoedebeleid. Ze ontwikkelde deze aanpak als instrument voor gemeenten om de drempel naar de schuldhulpverlening te verlagen voor een effectievere schuldhulpverlening. Met als doel: een gemeente met inwoners zonder financiële zorgen. “De aanpak gaat uit van nauwe samenwerking tussen collega’s binnen de gemeente en tussen de partners in schuldhulpverlening. Financiële problemen zijn een complex vraagstuk. Voor een duurzame oplossing is samenwerking tussen diverse partijen noodzakelijk. Maar hoe het is gesteld met die samenwerking? Ik heb de indruk dat het verbinden met externe partners beter gaat dan het verbinden tussen collega’s en afdelingen binnen gemeenten. De afdeling debiteuren heeft goed inzicht in de financiële situatie van een inwoner, maar er wordt over het algemeen weinig doorverwezen naar schuldhulpverlening.”
Dat er binnen gemeenten niet altijd goed wordt samengewerkt, heeft volgens Karin allerlei redenen. “Bijvoorbeeld omdat de ambtenaar het verborgen signaal van de inwoner niet oppakt, het lastig vindt om te beginnen over schuldhulpverlening of de financiële situatie, omdat hij al op zoveel dingen moet letten. Toch is het heel sterk om goed samen te werken rondom een inwoner. In de huidige coronacrisis krijgt de sociale dienst momenteel veel aanvragen van zzp’ers die aanspraak willen maken op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) of een bijstandsuitkering. Deze mensen bevinden zich in een financiële onzekere periode, vaak met hoge vaste lasten. Het is belangrijk om nu het gesprek over financiën te voeren, maar de stap naar schuldhulpverlening kan te groot zijn. Kijk in je netwerk wie aansluit bij deze inwoner. Bijvoorbeeld een schuldhulpmaatje die zelf ondernemer was of is. Iemand die de zzp’er begrijpt en goed kan adviseren.”
De eerste stap op weg naar een schuldenvrije gemeente is het inventariseren van alle partners. Wie zijn zij, wat doen zij en welke impact hebben zij? En andersom: welke impact heeft je partner in de schuldhulpverlening op elk van deze partners? Als gemeente heb je name veel impact op partners waarmee je een subsidierelatie hebt, zoals welzijnsinstellingen, maatschappelijk werk en schuldhulpmaatje. Zij zijn volledig of deels afhankelijk van gemeentelijke financiering. Het is daarom belangrijk dat je hen vroegtijdig betrekt bij de missie en visievorming. Nog beter is om de partners gezamenlijk de opgave voor de schuldhulpverlening te laten formulieren en de invulling van de ‘hoe’.
Het is de kunst om deze partners te verbinden met de schuldhulpverlening zoals het gemeentelijk beleid die voor ogen heeft. Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat mensen elkaar kennen en weten welke rol/functie ze vervullen in de schuldhulpverlening. “Daarom houden we eerst een effectdialoog. De partners wordt gevraagd om mee te denken en input te leveren over wat nodig is om te komen tot een gedragen missie en maatschappelijke doelen. Vervolgens doorlopen de partners samen drie stappen: Welke effecten moeten we bereiken? Welke inspanningen zijn ervoor nodig? En wie van de partners levert welke resultaten op? Doordat je deze stappen samen doorloopt, creëer je draagvlak. En maken ze samen afspraken. Hierbij worden blinde vlekken of oververtegenwoordiging in het aanbod direct zichtbaar. Je weet dan zeker dat alle benodigde inspanningen zijn belegd. Bovendien committeer je je gezamenlijk aan de inspanningsverplichtingen en de resultaten. Aan deze verplichtingen hang je namelijk prestatie-indicatoren. Niet om elkaar daarop af te rekenen, maar om met elkaar in gesprek te gaan. Dit zorgt voor duidelijkheid. Denk aan indicatoren zoals het aantal aanmeldingen, de hoogte van de schuldenlast bij aanmeldingen het aantal interne doorverwijzingen Prestatie-indicatoren zijn niet alleen getallen; denk bijvoorbeeld aan klanttevredenheid.”
Wil iedere partner kunnen voldoen aan de inspanningsverplichtingen, dan heeft zij hiervoor de juiste kennis en vaardigheden nodig. Karin: “Als totale netwerk weet je heel veel en kun je elkaar verder helpen. Vind jij het lastig om het gesprek aan te gaan over financiën, dan kan een maatschappelijk werker tips geven. De gemeenten hebben daarin een sterke regierol. Stel dus de vraag: wat heb jij nodig om je rol goed te vervullen? Handige tools om als netwerk met elkaar in gesprek te gaan, zijn te vinden op Schouders Eronder. Daarnaast kun je twee keer per jaar een fysieke bijeenkomst houden. En netwerkoverleggen op bestuursniveau.”
In het hele proces blijf je bijsturen op basis van de prestatie-indicatoren. “Op basis hiervan ga je samen in gesprek. Heb je voldoende budget? Mis je misschien bepaalde kennis? Welke ontwikkelingen zie je? Karin: “Dit gebeurt nu nog onvoldoende, merk ik. Er wordt (soms) wel geëvalueerd, maar daar stopt het vaak. Partners voelen zich dan niet gesteund om verder te ontwikkelen. Beter is het om het gesprek aan te gaan over de resultaten en daarbij bekijken hoe je kunt ondersteunen om door te ontwikkelen, op basis van vertrouwen en verbondenheid. Om daarin moet de gemeente als facilitator het voortouw nemen. Het onderhouden en ondersteunen van het netwerk is een grote en serieuze taak. Deze taak kun je er niet bij doen , maar moet worden belegd binnen de gemeente, bijvoorbeeld bij een armoederegisseur die gewend is om te netwerken, of anders bij een ketenregisseur.”
Nog een laatste tip van Karin: begin klein. “Het is niet verstandig om alle 30 of 40 partners direct een stem te geven en te laten meedenken. Beter is het te beginnen met de partners die nauw zijn betrokken bij het proces en/of de subsidiepartners. Daarna breidt het netwerk zich als een olievlek uit. Belangrijk is ook dat partners duidelijkheid krijgen, in termen van doelen, sturing en financiën. Het verstrekken van subsidies voor 2 of zelfs 4 jaar geeft rust en ruimte voor de subsidiepartners om lange-termijndoelen vorm te geven. Dat geeft verbondenheid en vertrouwen. Geef je die zekerheid niet, dan blijft een partner haar onderneming voor korte-termijndoelen inrichten.”
Droomt u ook van een schuldenvrije gemeente? En wilt u meer weten over de aanpak ‘op naar een schuldenvrije gemeente’? Neem hiervoor contact op met Karin van Nuland, adviseur schuldhulpverlening en armoedebeleid. Telefoon: 06-836702 54, e-mail: karin.vannuland@stimulansz.nl