Krapte op de arbeidsmarkt biedt nieuwe kansen voor gemeenten

De huidige arbeidsmarkt biedt kansen om mensen die langdurig in de bijstand zitten aan het werk te helpen.

hero afbeelding Krapte op de arbeidsmarkt biedt nieuwe kansen voor gemeenten
17 februari 2023

Door Redactie

Toen in maart 2020 de coronapandemie ook Nederland bereikte, werden de prognoses over de ontwikkeling van het aantal mensen in de bijstand snel bijgesteld. In de jaren daarvoor waren we gewend geraakt aan dalende bijstandsaantallen (minus 57.000 tussen 2017 en 2019), met eind 2019 een voorlopig laagtepunt met 415.000 personen. Over 2020 werd aanvankelijk uitgegaan van een verdere daling. Na de eerste lockdown werden de gunstige verwachtingen al snel vervangen door sombere prognoses: in 2022 zouden er 625.000 mensen beroep op bijstand kunnen doen.

Deze prognoses bleken al snel veel te somber. Natuurlijk hebben de ondersteuningspakketten van het rijk hieraan bijgedragen, maar menigeen zal ook verbaasd geweest zijn over de veerkracht van de economie. Al in oktober 2021 waren we terug op het niveau van eind 2019 met 415.000 personen in de bijstand. En daarmee is ook de discussie weer terug van eind 2019: hoe krijgen we meer mensen vanuit de bijstand aan het werk? Belangrijk nog is te weten dat de daling in de periode 2017-2019 veroorzaakt werd door een dalend beroep op bijstand en niet omdat meer mensen vanuit de uitkering werk vonden.

Aandeel langdurig bijstandsgerechtigden groeit

Uit de Benchmark Werk & Inkomen blijkt dat het aandeel mensen dat langdurig beroep moet doen op de bijstand groeit. Van de mensen in de bijstand zit 65 procent daar langer dan twee jaar in. Het aandeel mensen dat langer dan vijf jaar beroep moet doen op bijstand is gegroeid naar 44 procent.

Hoewel jongeren (18-27 jaar) in de coronaperiode veel beroep op een bijstandsuitkering hebben gedaan, is hun aandeel in de bijstand niet noemenswaardig gestegen. Ongeveer elf procent van alle bijstandsgerechtigden is een jongere en dat is al jaren het geval. Veel jongeren vinden dan ook weer snel hun weg naar de arbeidsmarkt of naar school. Voorts laten de cijfers zien dat twee derde van alle uitstroom uit de uitkering wordt gerealiseerd in de eerste twee jaar van bijstand.

Gemeenten hebben veel bijstandsgerechtigden niet echt in beeld

CBS-onderzoek uit 2018 laat zien dat van alle mensen die langer dan twee jaar een beroep doen op bijstand slechts 5,3 procent uitstroomt naar werk. En als mensen ouder zijn dan 49 jaar dan daalt dat percentage naar 1,9. Uit de benchmark blijkt dat de helft van alle bijstandsgerechtigden 45 jaar of ouder is. Voor gemeenten is het geen verrassing dat ouderen en langdurig bijstandsgerechtigden maar zeer beperkt kans maken om naar werk uit te stromen. Zij besteedden immers de meeste aandacht aan mensen die jonger zijn en slechts kort beroep op bijstand hoeven te doen.

In 2017 blijkt dat 62 procent van de mensen in de bijstand meende vrijgesteld te zijn van de verplichting om naar werk te zoeken (klantonderzoek Monitor Participatiewet). In werkelijkheid is dit slechts vijftien procent (Benchmark Werk & Inkomen). Dit grote verschil tussen perceptie en werkelijkheid wordt verklaard doordat gemeenten veel mensen niet echt in beeld hebben. Voor veel gemeenten is dit simpel een financiële afweging: liever de beperkte middelen inzetten op mensen die snel de uitkering kunnen verlaten en zo een besparing opleveren. Op deze manier wordt het beeld dat ouderen slecht werk kunnen vinden versterkt door de keuzes van gemeenten.

Als de trend van 2021 zich dit jaar voortzet, lijkt deze keuze niet langer houdbaar. Met een vergrijzend bestand en een toename van het aantal mensen dat langdurig beroep doet op bijstand zal de focus steeds meer naar deze groepen moeten schuiven. Temeer daar de kans op een lage instroom de komende jaren groot lijkt.

Hoe gemeenten meer mensen aan het werk kunnen krijgen

In de afgelopen jaren zijn de financiële middelen die gemeenten kregen van het Rijk om mensen te begeleiden steeds minder geworden. Over 2021 kwamen gemeenten 44 miljoen euro tekort en dit tekort loopt op tot structureel 195 miljoen euro. Het is dan ook logisch dat gemeenten het geld daar inzetten waar het snelst en het meeste rendement verwacht mag worden. Willen de gemeenten de opdracht om meer mensen naar werk te begeleiden serieus kunnen invullen dan is er meer geld nodig.

Maar gemeenten kunnen ook zelf meer doen om deze doelstelling te realiseren. Ten eerste zouden vanuit de huidige bijstandspopulatie meer mensen met een loonkostensubsidie naar werk toe geleid kunnen worden. Uit een factsheet dat de Benchmark publiceerde, blijkt dat de groei van het aantal loonkostensubsidies na 2018 afvlakt. En ook van de kant van werkgevers mag meer verwacht worden. Uit publicatie van het SCP blijkt dat in 2018 slechts zeventien procent van de werkgevers iemand met een arbeidsbeperking die eerder bijstand ontving in dienst had.

Voorts zouden gemeenten een realistischer bedrag voor arbeid kunnen vragen voor de mensen die ze detacheren. Uit onderzoek blijkt dat de tarieven die ze vragen heel divers zijn en bijna altijd onder de kostprijs van arbeid liggen. Dat betekent dat er veel geld bij moet. Zou er met marktconforme tarieven gewerkt worden dan houden gemeenten meer geld over voor begeleiding.

Focus verleggen van controle naar contact

De belangrijkste opdracht voor gemeenten is echter de focus verleggen van de controle op het naleven van de uitkeringsvoorwaarden naar het daadwerkelijk contact maken met de mensen die al wat langer in de uitkering zitten. Leer ze kennen, leer hun talenten en ambities kennen en breng ze in beeld.

Met de krapte op de arbeidsmarkt die de komende jaren zal aanhouden, is het belangrijk nu het moment te pakken en te investeren in die mensen. Van uitkerings- naar ontwikkelingsorganisatie zou een mooi motto voor de komende jaren kunnen zijn.

Impact meten

Wilt u meer inzicht in de effectiviteit van uw aanpak? Met de Divosa Benchmark Werk en Inkomen kunt u als gemeente het resultaat van uw aanpak meten en vergelijken met meer dan 220 andere gemeenten.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Sociale Vraagstukken.

Anderen bekeken ook