Sociaal domein, wat is dat?
Onder de term ‘sociaal domein’ verstaan we alle inspanningen die de gemeente verricht rond werk, participatie en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, op basis van de volgende wetten:
In de ruime, integrale zin van het woord vallen onder ‘sociaal domein’ ook alle aanverwante taken. Zoals handhaving bij leerplicht, het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten, passend onderwijs, leerlingenvervoer, de reguliere en bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en (jeugd)gezondheidzorg.
Wat houden de decentralisaties in?
Door de decentralisaties in het sociaal domein zijn een aantal overdrachten van verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid van de rijksoverheid naar gemeenten gegaan. Het doel van de decentralisaties is om beleid dichter bij de burgers te brengen en de zorg beter op de lokale behoeften af te stemmen.
De Participatiewet heeft de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wajong vervangen. Sinds 1 januari 2015 kan niemand meer instromen in de Wsw. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
Op het gebied van de Jeugdwet voert de gemeente nu alle taken uit die voorheen lagen bij de Bureaus Jeugdzorg van de provincies. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor de jeugd-geestelijke gezondheid (ggz), de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Verder is de gemeente verantwoordelijk voor afstemming met het onderwijs over het Passend Onderwijs.
Samenhang tussen deze werkvelden
Dankzij de decentralisaties kunnen gemeenten een samenhangend en integraal beleid voeren bij de zorg en ondersteuning aan kwetsbare groepen. Immers, de doelgroepen komen deels overeen. Bovendien hebben mensen veelal meerdere problemen. Denk aan de samenhang tussen jeugdzorg en de Participatiewet: het naar werk begeleiden van risicojongeren. Ook is er veel samenhang tussen jeugdzorg en Wmo. Zo kunnen jongeren naast jeugdhulp ook ondersteuning nodig hebben uit de Wmo 2015. Bij participatie of zelfredzaamheid richt de Wmo zich bij problemen bij opgroeien en opvoeden op zowel ouders als jeugdigen.
Stimulansz biedt gemeenten en andere ketenpartners een groot aantal opleidingen & trainingen binnen het sociaal domein, in de volgende categorieën:

Waarom de decentralisaties in het sociaal domein?
Het doel van de transitie is dat de gemeente haar inwoners sneller en beter kan helpen bij hun zorg- of ondersteuningsvragen. Zodat zij de zorg of ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Doel is ook, dat mensen zo veel mogelijk kunnen meedoen in de maatschappij en dat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De nadruk ligt op wat mensen kunnen, eventueel met hulp van mensen uit hun eigen omgeving. Daarna komt de vraag of, en welke, professionele zorg of ondersteuning nodig is. Dit gebeurt volgens het principe: één gezin, één plan, één regisseur. Dit voorkomt dat meerdere hulpverleners zijn betrokken die niet efficiënt samenwerken. Deze werkwijze moet ook resulteren in het terugdringen van de uitgaven.
Cultuurverandering bij gemeenten en instanties
De decentralisaties vragen om een flinke cultuurverandering: een transformatie. Bij zowel overheden en zorgorganisaties als bij de mensen die de zorg nodig hebben en mensen die mantelzorg geven. Immers, we gaan naar een participatiesamenleving, waarin mensen meedoen naar vermogen, met ondersteuning, zoveel mogelijk, van mensen uit hun eigen omgeving. Dat vergt een andere manier van denken en handelen. Transformatie is overigens iets anders dan transitie. Onder transitie verstaan we de overdracht van verantwoordelijkheden naar de gemeenten. Onder transformatie verstaan we de omslag die u binnen uw gemeente hebt te maken.
Over Stimulansz
Stimulansz is kennis- en adviespartner voor gemeenten en professionals in het sociaal domein. Wij leveren praktische oplossingen binnen het sociaal domein die écht werken. Lees meer over Stimulansz.