Vrij te laten bedrag – vtlb-berekening

Werkt u als schulphulpverlener bij de gemeente? Dan is het heel belangrijk dat u het vrij te laten bedrag (VTLB) goed kunt uitrekenen. Oók als u het VTLB zelf niet berekent en alleen betrokken bent bij het traject daarvoor.

hero afbeelding Vrij te laten bedrag - vtlb-berekening

Wat is het vrij te laten bedrag?

Het vtlb is een van de belangrijkste elementen in de schulphulpverlening. Het bepaalt namelijk hoeveel iemand maandelijks kan aflossen op zijn schuld. Het maken van een vtlb-berekening lijkt in eerste instantie vrij eenvoudig. Er moeten bedragen ingevuld worden in een calculator en die berekent automatisch het vtlb. Het is heel belangrijk dat de exacte bedragen worden ingevuld en dat de schuldenaar de correcties ontvangt waar hij recht op heeft. Mensen die moeten rondkomen van het vtlb, hebben een beperkt budget. Een fout in de vtlb-berekening, waardoor iemand te weinig overhoudt, kan dan ook grote gevolgen hebben voor het welzijn van deze persoon. Anderzijds is het ook niet wenselijk dat er door een fout in de berekening te weinig wordt afgelost. Schuldeisers verwachten namelijk dat zij een correcte aflossing ontvangen. Het maken van de vtlb-berekening is dan ook een secure taak. Het vraagt om kennis van de correctiemogelijkheden in vtlb, inzicht in de berekeningswijze en volledige informatie van de schuldenaar.

Inkomsten, correcties en uitgaven

Het vtlb wordt bepaald aan de hand van gegevens over de inkomsten en correcties/uitgaven. Het vtlb is opgebouwd uit de volgende onderdelen:De beslagvrije voet is bestemd voor het betalen van de basiskosten van het levensonderhoud. Voor het berekenen van de beslagvrije voet is informatie over de leefsituatie en het netto en fiscaal inkomen nodig. De basis voor de beslagvrije voet bedraagt 95% van de bijstandsnorm (art. 475dc Rv) en wordt afhankelijk van de hoogte van het inkomen verhoogd met een compensatiekop (art. 475da Rv). In de berekening van de beslagvrije voet wordt alleen in bijzondere omstandigheden rekening gehouden met bepaalde uitgaven. Zo wordt de beslagvrije voet voor een periode van 6 maanden verhoogd als de woonlasten 10% hoger zijn dan de maximaal voor huurtoeslag in aanmerking komende huur én iemand de maximale beslagvrije voet ontvangt (art. 475da lid 5 Rv). Deze verhoging wordt ook de eerste 6 maanden in de vtlb-berekening toegepast. Daarnaast biedt de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet nog een hardheidsclausule (art. 475fa Rv). Deze is echter niet van toepassing voor de vtlb-berekening.Het nominaal bedrag: Het nominaal bedrag verhoogt de beslagvrije voet met de daadwerkelijke kosten. Het gaat hierbij om bijzondere kosten die nodig zijn om in het bestaansminimum te voorzien en alle noodzakelijke kosten te blijven betalen. In het nominaal bedrag zijn correctieposten opgenomen voor de noodzakelijke uitgaven, denk aan arbeidstoeslag, het eigen risico, individuele lasten*, kinderopvang en noodzakelijke reiskosten. Voor veel van deze correcties is in de Wsnp toestemming van de rechter-commissaris nodig (art. 295 lid 3 Fw). In het minnelijk traject moet de schuldhulpverlener zelf beoordelen of de correctie noodzakelijk is en dit in het voorstel aan de schuldeisers toelichten.Per 1 januari 2021 is er een nieuwe correctiepost opgenomen in het nominaal bedrag; de correctie individuele lasten. De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet gaat uit van fictieve kosten en berekent de toeslagen op basis van het ingevoerde fiscaal inkomen. In werkelijkheid hebben mensen vaak andere zorg- en woonkosten en bestaat de kans dat er een ander bedrag aan toeslagen wordt ontvangen. De correctie individuele lasten corrigeert hetgeen waar in het beslagvrije voet geen rekening mee is gehouden.

De berekening van de correctie individuele lasten = A – B

  • A staat hierbij voor de correcties, gebaseerd op de werkelijke kosten en ontvangen toeslagen. Het gaat dan om de correcties ziektekosten, woonlasten en kindgebonden budget.
  • B staat hierbij voor de compensatiekop die wordt toegekend in de beslagvrije voet. Deze wordt berekend door de beslagvrije voet van de klant te verminderen met 95% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Vtlb berekenen luistert heel nauw en is vrij ingewikkeld

Het vtlb berekenen luistert heel nauw. Er kan snel een foutje insluipen. Mensen hebben veel verschillende inkomsten: belastingteruggave, toeslagen, inkomsten waarover vergoedingen of inhoudingen worden berekend etc. Niet alles telt mee voor het berekenen van de aflossingscapaciteit. Een uitdaging voor veel schuldhulpverleners is inmiddels ook het bepalen van het fiscaal en netto inkomen uit de vele verschillende loonstroken. En dan moet ook nog het vakantiegeld en de 13e maand of bonus uitgerekend worden.

Complex zijn ook de diverse samenlevingsvormen. Is de klant samenwonend, gehuwd of kostganger? Bij klanten die getrouwd zijn in beperkte gemeenschap van goederen is het belangrijk om te weten hoe het vermogen en de schulden verdeeld zijn. En bij stellen zonder gemeenschap van goederen is het belangrijk om de aflossingscapaciteit correct te berekenen en goed op te letten bij de overheveling van de gemeenschappelijke lasten. Daarnaast komt het regelmatig voor dat er maar voor 1 van de partners een schuldregeling wordt opgestart. Dit vraagt ook weer om een andere berekeningswijze.

Ook aan de uitgavenkant zijn er nogal wat aandachtspunten. Bij hoge woonkosten moet er in de eerste 6 maanden een correctie in de beslagvrije voet worden toegepast en daarna kan deze meestal volledig gecorrigeerd worden in het nominaal deel. Heeft de klant een koopwoning? Dan mag in de basis alleen de betaalde bruto hypotheekrente, eventuele erfpacht en 0,049% (2022) van de WOZ-waarde gecorrigeerd worden. In bijzondere situaties kan hiervan afgeweken worden. En hoe om te gaan met reiskosten woon-werk of een leaseauto van de zaak? Het vraagt om veel expertise van de schuldhulpverlener om dit allemaal correct te verwerken.

E-learning vtlb berekenen

Als schulphulpverlener is het dus heel belangrijk dat u het vtlb goed kunt uitrekenen. Daarom is er de e-learning ‘Berekening vrij te laten bedrag’. Onze ervaring is dat enkel een fysieke training op dit thema als intensief wordt ervaren. Fysieke trainingen zijn vaak klassikaal waardoor er minder ruimte is om in eigen tempo te leren. Om deze reden hebben wij een e-learning ontwikkeld waarmee u op eigen snelheid en op een voor uw geschikt moment uw kennis kunt ontwikkelen. Naast de e-learning zijn er groepsbijeenkomsten, waar u vragen kunt stellen en de ingewikkelde theorie nogmaals toegelicht wordt. Meer over de training ‘Berekening vrij te laten bedrag’.Wilt u op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op (nieuwe) wetgeving.

Anderen bekeken ook