Zoiets geldt ook voor de Wmo 2015. De Wmo 2015 staat voor maatwerk. Maar het ene maatwerk is het andere niet. Of soms lijkt iets maatwerk, maar is het dat toch niet.
Neem nu Peter. Peter heeft een beperking. Dat zie je niet aan hem. Maar Peter merkt er des te meer van. Hij is heel snel moe. En als je als 19-jarige snel moe bent, vinden ze je al snel een watje. Peter wil geen watje zijn. Peter heeft een probleem met school. Hij zit op het vervolgonderwijs dat wel 20 kilometer bij hem vandaan is. Hij heeft een OV-studentenkaart, maar daar heeft hij niets aan. Er zijn geen fatsoenlijke verbindingen van zijn huis naar zijn school. Hij zou de afstand kunnen fietsen als hij geen beperking had. Dus denkt hij aan een elektrische fiets. Daarmee zou hij naar school kunnen fietsen en daarna nog energie overhouden om de lessen te volgen. Zijn ouders hebben alleen wel een financieel probleem. Hoe ze het ook wenden of keren, zij hebben domweg het geld niet voor een elektrische fiets.
Ze wagen een poging bij de gemeente, via de Wmo. Maar de gemeente geeft aan dat een elektrische fiets algemeen gebruikelijk is: die moet iedereen kunnen betalen, ook met een minimuminkomen. Vanuit de Participatiewet gezien is de Wmo 2015 voorliggend. Een extreem laag inkomen hebben de ouders van Peter niet: die zitten net boven het minimum. Maar hebben wel veel vaste lasten.
Zonder fiets moet Peter van school af. Niet omdat hij niet presteert, maar omdat hij er niet kan komen. De Wmo 2015 biedt maatwerk. Maar dit Wmo-maatwerk laat Peter behoorlijk in de steek. U kunt als gemeente de ouders verwijzen naar een fonds en hopen dat ze daar hulp vinden. Maar er is een logischere oplossing.
De bedoeling van de Wmo 2015 is dat iedereen, ook met een beperking, naar vermogen kan participeren. Dus ook Peter. Maatwerk betekent immers dat u altijd naar de individuele situatie moet kijken. Is er iets bijzonders aan de hand? Is deze fiets ook in de situatie van Peter als algemeen gebruikelijk aan te merken? Krijgt Peter geen fiets, dan kan hij niet naar school. U handelt in de geest van de Wmo 2015 door de fiets van Peter niet af te wijzen maar toe te kennen. U voorkomt dat Peter thuis komt te zitten en niet participeert. U zorgt dat Peter naar school kan. Op de elektrische fiets, zodat de reis naar school hem niet teveel energie kost. Met een afgemaakte opleiding heeft hij ook kans op werk. Dat scheelt Peter op de lange termijn een heleboel zorgen en de gemeente mogelijk veel geld. Want, nu een elektrische fiets aanschaffen voor Peter is natuurlijk veel goedkoper dan straks een uitkering en re-integratietrajecten.
Net als bij kledingmaten moet je ook bij een wet die als doelstelling heeft maatwerk te bieden, soms extra maatwerk leveren. En daar helpt, ook bij de Wmo 2015, de omgekeerde toets bij.