Gedacht wordt daarbij aan mensen die ernstig financieel in de knel komen, doordat zij te laat een bijstandsuitkering aanvragen. Het woord ‘kan’ in dit artikel impliceert dat gemeenten hierbij wel beoordelingsruimte zullen hebben. De gemeente zal gaan beoordelen of er sprake is van individuele omstandigheden, waarvoor bijstandsverlening met terugwerkende kracht noodzakelijk is. Daarbij zal de gemeente ook een belangenafweging moeten maken of, en zo ja, voor hoelang met terugwerkende kracht bijstand zal worden verleend.
Huidige situatie: Nauwelijks ruimte voor terugwerkende kracht
Momenteel is de Participatiewet veel strenger en komt bijstand met terugwerkende kracht voorafgaand aan de meldingsdatum zelden voor. Zie hiervoor bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van 6 mei 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:762. In deze zaak stond betrokkene tot zijn 18e verjaardag onder toezicht van een jeugdzorginstelling en wordt hij vervolgens onder bewind gesteld. Ook wordt een mentor benoemd. Pas 2 maanden later meldt de oma van betrokkene zich bij de gemeente om namens betrokkene een beroep op bijstand te doen. Aan deze vertraging lijkt miscommunicatie tussen de jeugdzorginstelling en de bewindvoerder ten grondslag te hebben gelegen. De gemeente verleent vervolgens bijstand, maar niet met ingang van de 18e verjaardag van betrokkene. Dat besluit blijft ook in hoger beroep in stand. Het huidige artikel 44 lid 1 Pw is onverbiddelijk. De miscommunicatie tussen belangenbehartigers komt voor risico van betrokkene. Dat is (nog) vaste rechtspraak.
Hoeveel ruimte gaat Pw in balans gemeenten bieden?
Gaat na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Pw in balans artikel 44 lid 5 Pw uitkomst bieden in dit soort gevallen? Uit de toelichting op artikel 44, lid 5 Pw blijkt dat bij individuele omstandigheden niet alleen gedacht wordt aan zeer uitzonderlijke situaties. Artikel 44 lid 5 Pw heeft een ruimer bereik dan alleen dat en kan zowel zien op omstandigheden die in oorzakelijk verband met de late melding staan, als ook op omstandigheden die betrekking hebben op de (ernstige) gevolgen van de late melding. Aannemelijk is dat gemeenten hierdoor in situaties als in de uitspraak van 6 mei 2025 wel met terugwerkende kracht bijstand kunnen verlenen. De vraag is hoeveel ruimte gemeenten gaan krijgen om hierbij een belangenafweging te maken, die ook ten nadele van betrokkene uit kan vallen. Daarvoor zal het er ook van afhangen hoe intensief de rechter besluiten op grond van artikel 44 lid 5 Pw aan het evenredigheidsbeginsel zal gaan toetsen.
Vooruitlopen op Pw in balans: Aandacht voor kwetsbare jongeren
In de brief van 8 mei jl. vroeg de staatssecretaris van sociale zaken met name aandacht voor jongeren in een kwetsbare positie. Daarbij heeft hij gemeenten ruimte geboden om juist voor die groep al te anticiperen op bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel Pw in balans. Eén ervan is het afwijken van het principe ‘meldingsdatum = ingangsdatum’. Het is aannemelijk dat in een casus als in de uitspraak van 6 mei 2025 sprake is van een kwetsbaar persoon. Miscommunicatie tussen instanties zou dan geen reden meer hoeven zijn om een bijstandsloze periode te laten ontstaan.
Training Participatiewet in balans voor uitvoerders
Wil je in één dag bijgepraat worden over de 23 artikelen die worden aangepast door de Participatiewet in balans? Kom dan naar de training Participatiewet in balans voor uitvoerders. We geven de training nog op 15 september, 27 oktober en 16 december. Het is een populaire training, dus wacht niet te lang met aanmelden.