Armoedebeleid: Passende oplossingen bieden
Méér dan voorheen moet de gemeente het nut, de noodzaak en de aard van de (bijzondere) bijstandsverlening vastleggen. Dit heeft te maken met de Participatiewet en met de opdracht aan gemeenten om meer maatwerk te bieden bij armoedevraagstukken. Dat stelt eisen aan bijstandsconsulenten en sociale wijkteams: zij moeten zelf oordelen en zelf doelgericht passende oplossingen bieden. Natuurlijk binnen de mogelijkheden van de wet, de verordeningen en de beleidsregels.
Wat is armoede?
Armoede kent meerdere definities. In de enge zin gaat het om een tekort aan financiële middelen. In de brede zin van het woord gaat het ook om sociale uitsluiting. Denk aan mensen die geen geld hebben voor activiteiten, geen opleiding hebben, vaak in een minder goed geïsoleerd huis wonen en vaker gezondheidsproblemen hebben. Deze mensen kunnen zich vaak moeizaam zelf redden.
Armoede is een subjectief begrip. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) spreekt daarom niet van ‘arme huishoudens’, maar van ‘huishoudens met een laag inkomen en risico op armoede’. In 2020 lag de lage-inkomensgrens voor eenpersoonshuishoudens op 1.550 euro per maand. Voor een echtpaar met twee kinderen lag dat op 2.110 euro.
Het Nibud gebruikt de term draagkracht: het deel van het inkomen waarmee mensen hun kosten zelf kunnen betalen. Draagkracht is afhankelijk van inkomen, verplichtingen, woonlasten en belastingvoordelen. Ook mensen met een hoger inkomen kunnen in de problemen komen, denk aan mensen met een hoog inkomen, maar tegelijkertijd ook hoge (vaste) lasten.
Wat kan de gemeente doen?
Als gemeente heb je de verantwoordelijkheid om alle inwoners – en vooral kinderen – mee te laten doen in de samenleving. Mensen die moeten rondkomen van een minimuminkomen kunnen hierbij ondersteuning krijgen. Een gemeentelijk instrument daarvoor is het armoedebeleid.
Minimavoorzieningen
Een minimuminkomen is een inkomen rond het bijstandsniveau. Dit inkomen komt uit werk, bijstand of een andere uitkering. Mensen met een minimuminkomen kunnen recht hebben op extra vergoedingen, de zogenoemde minimaregelingen. Dat hangt af van de draagkracht: de mogelijkheid van mensen om bepaalde kosten zelf te betalen. Of dit lukt, hangt af van het inkomen en het vermogen, maar ook van de persoonlijke en sociale omstandigheden, zoals de gezinssamenstelling, de aanwezigheid van een netwerk en de buurt waar iemand woont. Hoe meer draagkracht, hoe minder extra vergoedingen mensen kunnen krijgen.
Bijzondere bijstand
Je kunt als gemeente bijzondere bijstand geven voor noodzakelijke kosten die de inwoner zelf niet kan betalen. Kosten die de inwoner door bijzondere omstandigheden moet maken en die hij nergens anders vergoed krijgt, ook niet via de (zorg)verzekering. Het gaat dus niet om bijstand voor huur, gas, water, licht en levensonderhoud. Bijzondere bijstand is eenmalig of periodiek. Een voorbeeld van periodieke bijzondere bijstand is woonkostentoeslag.
Vragen aan de aanvrager
Als gemeente moet je beoordelen of de aanvrager inderdaad recht heeft op bijzondere bijstand.
Heeft de aanvrager ook echt kosten?
Zijn deze kosten noodzakelijk?
Heeft de aanvrager deze kosten gemaakt door bijzondere omstandigheden?
Kan de inwoner de kosten niet betalen uit zijn inkomsten, de individuele inkomenstoeslag of zijn vermogen?
Krijgt de inwoner misschien al een vergoeding voor deze kosten? Bijvoorbeeld huurtoeslag? In dat geval kan er geen woonkostentoeslag meer worden aangevraagd.
Vormen van bijzondere bijstand
Als gemeente bepaal je zelf welke vormen van bijzondere bijstand je aanbiedt en voor welke kosten. Toeslagen kunnen dus verschillen per gemeente. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
Collectieve zorgverzekering met lagere premie.
Eigen bijdrage voor thuiszorg.
Kosten voor plotselinge noodzakelijke verhuizing of echtscheiding.
Extra stookkosten vanwege ziekte.
Kosten voor grote uitgaven, zoals koelkast, matras of wasmachine.
Armoedebeleid samen ontwikkelen
Steeds meer gemeenten geven het armoedebeleid vorm samen met inwoners én met partijen als sociale wijkteams, jeugdgezondheidszorg en voedselbanken. Een goede ontwikkeling, want hierdoor sluit het armoedebeleid beter aan op de doelgroep.
In de Participatiewet, de Wsw en de Wmo staat dat cliënten een gesprekspartner zijn van de overheid. Als je dit goed regelt, voelen inwoners zich meer betrokken. Op basis van hun input kun je het beleid verbeteren, ook op het gebied van het armoedebeleid.
Regelingen voor de kinderen – kindpakket
Ongeveer 12% van alle kinderen groeit op in een gezin met een laag inkomen. 1/3 van deze kinderen leeft al 4 jaar of langer in een huishouden met een laag inkomen. Zij hebben vaak dagelijks te maken met geldgebrek. Zo krijgen ze niet elke dag warm eten of nieuwe kleding wanneer dat nodig is. Lid zijn van een sportclub is niet voor ieder kind vanzelfsprekend, net als het vieren van een verjaardag. Veel kinderen voelen dat ze niet meedoen en dat ze worden buitengesloten.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale armoedebeleid. En dus ook voor het aanbod voor de jeugd die in armoede opgroeit. Sommige gemeenten hebben dit aanbod gebundeld in een kindpakket. Dit pakket voorziet kinderen in armoede van tenminste de meest noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om te kunnen meedoen in de samenleving, zoals sportlessen en sportkleding, het lidmaatschap van de bibliotheek en schoolkosten (schoolreisje, kluisje, kaftpapier).
Wil je op de hoogte blijven van veranderingen in het sociaal domein?
Schrijf je in voor de e-mail nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ons aanbod
Dit doet Stimulansz
Stimulansz ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen en uitvoeren van een effectief armoedebeleid. Onder meer met de producten BeleidLoonT, WerkLoonT en BerekenUwRecht:
BerekenUwRecht
BerekenUwRecht is een online tool waarmee mensen zelf makkelijk kunnen berekenen op welke toeslagen zij recht hebben. De tool is er niet alleen voor mensen met een bijstandsuitkering. Ook mensen in loondienst kunnen recht hebben op toeslagen. BerekenUwRecht bestaat uit twee gedeelten: een landelijk en een gemeentelijk deel.
WerkloonT
Met de rekentool WerkloonT geven medewerkers van uw gemeente of werkservicepunt de inwoners een nauwkeurig en gedetailleerd overzicht van de financiële consequenties van de uitstroom naar (parttime) werk. Als manager krijg je beter zicht op de mogelijke knoppen waaraan kan worden gedraaid om de uitstroom te stimuleren. Dit is van belang als blijkt dat werken financieel gezien op de korte termijn minder loont voor een inwoner.
BeleidloonT
Wanneer loont het om te werken? Aan welke knoppen kan ik als beleidsmedewerker draaien om armoedeval te voorkomen? En wat is het effect van het minimabeleid voor de werkende armen (mensen die wel werken maar een gering inkomen hebben)? BeleidloonT biedt je gemeente het inzicht dat je nodig hebt om het minimabeleid te optimaliseren.
Actueel Speaking Minds
Als gemeente heb je de uitdaging om ervoor te zorgen dat de voorzieningen en benodigdheden ook echt aansluiten bij de behoeften van de 0- tot 18-jarigen. Ons advies is daarom: betrek kinderen bij het vormgeven van de voorzieningen. Want kinderen die in armoede opgroeien, weten zelf heel goed wat zij nodig hebben om kansrijk te kunnen opgroeien. De ervaring van Stimulansz is dat kinderen buiten het ‘systeem’ om denken. Daardoor komen ze vaak tot creatieve -en soms ook goedkope- oplossingen.
Speaking Minds koppelt jongeren en beleidmakers aan elkaar, en geeft jongeren die normaal meestal niet worden gehoord, een stem. Jongeren die in armoede leven, praten graag mee over het gemeentelijk armoedebeleid. Ze weten alleen niet hoe. Andersom kunnen gemeenten deze ervaringsdeskundigen maar moeilijk bereiken. Speaking Minds slaat de brug tussen deze twee werelden.
Actueel: beschermingsbewind onder druk
Wordt een inwoner onder bewind gesteld van een bewindvoerder? En heeft deze inwoner een laag inkomen? Vaak moet je dan als gemeente de bewindvoeringskosten betalen. Maar deze kosten slokken een groot deel van de bijzondere bestand op. De uitstroom is klein en als gemeente heb je daar weinig invloed op. Daarom moet de bewindvoerder periodiek laten zien hoe het gaat met de zelfredzaamheid van de inwoner. Stimulansz ondersteunt. We helpen met het inzichtelijk maken van de inwoners die onder bewind staan én met het vinden van alternatieven voor beschermingsbewind.
Informatie en ondersteuning vanuit Stimulansz
Armoede is ingrijpend voor mensen. Voor jou als gemeente is het belangrijk dat je weet hoe het is om te leven in de armoede, wat de effecten daarvan zijn en wat de gedragskenmerken zijn van mensen die leven in armoede. Stimulansz ondersteunt gemeenten bij de uitvoering van het armoedebeleid. We adviseren jouw gemeente en bieden de volgende diensten en producten:
Platform armoedebeleid
Hoe vertaal je de (nieuwe) wet- en regelgeving naar gemeentelijk armoedebeleid? Waar loop je tegenaan? En wat zijn de ervaringen met armoedebeleid in jouw gemeente? Doe mee in het platform armoedebeleid. Hier kun je samen met deskundigen en vakgenoten kennis delen en ervaringen uitwisselen. Het platform wordt georganiseerd door Stimulansz en het Nibud. Er zijn drie bijeenkomsten per jaar. Meer over het platform armoedebeleid.
Benchmark armoede en schulden
Wil je toe naar een effectiever armoede- en schuldenbeleid? Wil je zicht krijgen op het aantal huishoudens dat je bereikt en helpt bij het aflossen van schulden? En wil je leren van de aanpak van andere gemeenten? Daarvoor is er de Benchmark Armoede en Schulden van Divosa, Stimulansz en BMC Onderzoek. Deze benchmark is ook beschikbaar als losse app.